Het probleem
Mensen die voor hun mening uitkomen in landen waar kritiek niet wordt geduld, steken hun nek uit. Ze treden in de openbaarheid om te pleiten voor hun rechten en die van anderen. Daardoor zijn zij een gemakkelijke prooi voor de autoriteiten en voor anderen, zoals gewapende groeperingen, zakelijke belangengroepen en religieuze leiders. Ze worden bedreigd, gevangengezet, gemarteld of zelfs vermoord en daarmee zelf slachtoffer van mensenrechtenschendingen.
Doodsbedreiging, ontvoering, gevangenisstraf
Sommigen ontvangen anonieme doodsbedreigingen om hen te dwingen hun werk te staken. Anderen worden ontvoerd en mishandeld tijdens hun gevangenschap. Agenten maken zich schuldig aan marteling om mensen tot een ‘bekentenis’ te dwingen, of als wraak voor het bekendmaken van misstanden.
Critici worden opgepakt na verzonnen aanklachten en verdwijnen voor lange tijd in de gevangenis, worden gedwongen opgenomen in een psychiatrische kliniek, of krijgen een ‘heropvoeding’ in een arbeidskamp. En er zijn pesterijen, zoals het in beslag nemen van reisdocumenten, het aftappen van telefoons of het dwarsbomen van advocaten door te dreigen hen uit hun ambt te zetten.
Vervolging voor ‘terrorisme’ en onderdrukkende wetten
Sinds de aanval op de Twin Towers in New York op 11 september 2001, is wereldwijd de jacht op terroristen uitgebreid. Maar de autoriteiten hebben het niet alleen gemunt op mensen die werkelijk terroristische aanslagen willen plegen. Met lastercampagnes worden mensenrechtenverdedigers in een kwaad daglicht gesteld, door te doen alsof ze terroristen zijn. ‘Veiligheidsmaatregelen’ worden ingezet om critici tegen te werken. Ze mogen bijvoorbeeld hun stad niet verlaten of worden veroordeeld omdat ze een gevaar voor de staat zouden zijn. Kantoren van organisaties worden binnengevallen, vernield of onder valse voorwendselen gesloten. En met onderdrukkende wetten wordt de vrijheid van meningsuiting aan banden gelegd.