Vrijheid van meningsuiting in Saudi-Arabië ernstig ingeperkt
In Saudi-Arabië zijn sinds 2011 alle publieke bijeenkomsten van activisten, waaronder demonstraties, verboden. Wie dit verbod schendt, wordt opgepakt, vervolgd en tot lange gevangenisstraffen veroordeeld voor aanklachten als ‘mensen ophitsen tegen de autoriteiten’. De Saudische wetgeving maakt het mogelijk om mensen voor dit soort vage ‘vergrijpen’ voor tien jaar of meer op te sluiten of lijfstraffen op te leggen. Ook voor het oprichten van een mensenrechtenorganisatie of het sturen van een tweet kun je op grond van de wet een forse celstraf krijgen.
Sinds 2011 legde het Saudische Speciale Strafhof tientallen mensenrechtenverdedigers en activisten lange gevangenisstraffen op. Dit omstreden strafhof houdt zich bezig met ‘terrorisme’ en heeft meer bevoegdheden dan andere rechtbanken. In de praktijk houdt het zich echter ook bezig met het vervolgen van mensenrechtenverdedigers. En sinds februari 2014 hebben de autoriteiten nóg een wapen in handen om mensen die de autoriteiten bekritiseren achter tralies te zetten: de antiterrorismewet.
Antiterrorismewet
De antiterrorismewet geeft een erg vage omschrijving van terrorisme, zó vaag dat ook al het werk van mensenrechtenverdedigers eronder kan vallen. ‘Verstoring van de openbare orde’, ‘de nationale eenheid in gevaar brengen’ of ‘de reputatie of het aanzien van het land schaden’ zijn volgens de wet bijvoorbeeld terroristische daden. Volgens een decreet dat in maart 2014 aan de wet werd toegevoegd zijn zelfs het ‘oproepen tot deelname aan protesten of groepspetities’ en ‘het deelnemen aan conferenties die gericht zijn op de veiligheid van het land’ mogelijk terroristische daden. Voor gelijksoortige vergrijpen werden eerder al vreedzame mensenrechtenverdedigers veroordeeld. Onder de antiterrorismewet kunnen ze nog hogere straffen krijgen dan eerst: lange gevangenisstraffen en zelfs de doodstraf. Sommige al veroordeelde activisten worden nu onder de antiterrorismewet opnieuw berecht, waardoor ze nog hogere straffen kunnen krijgen.
De antiterrorismewet geeft de minister van Binnenlandse Zaken, die volgens Saudische mensenrechtenorganisaties verantwoordelijk is voor veel schendingen van de mensenrechten, verregaande bevoegdheden. Hij kan zonder tussenkomst van een rechter bevelen tot opsporing, arrestatie en detentie van verdachten. Een verdachte mag daarbij negentig dagen zonder contact met de buitenwereld worden vastgehouden. Dat betekent bijvoorbeeld dat tijdens de verhoren geen advocaat wordt toegelaten. En terrorismeverdachten kunnen een half jaar tot een jaar zonder aanklacht of proces worden vastgehouden, zonder dat zij hiertegen in beroep kunnen gaan. Het Speciale Strafhof kan deze periode oneindig verlengen.
Al deze maatregelen vergroten de kans op marteling in de gevangenis.
Ngo-wetgeving
In november 2015 werd in Saudi-Arabië een wet aangenomen waarin is vastgelegd hoe je een nongouvernementele organisatie (ngo) kunt oprichten. Totdat die wet er was, was geen enkele mensenrechtenorganisatie legaal. Medewerkers kregen lange gevangenisstraffen voor ‘het oprichten van een illegale organisatie’. En de Saudische autoriteiten sloten alle bestaande mensenrechtenorganisaties. De nieuwe wet zou op papier een positieve ontwikkeling kunnen zijn, maar het is nog zeer de vraag hoe deze wordt ingevuld. Vooralsnog lijkt het onwaarschijnlijk dat organisaties straks onafhankelijk en vrijelijk te werk kunnen gaan. Zo kan het ministerie van Sociale Zaken een organisatie ontbinden als het vindt dat die de ‘nationale eenheid’ schaadt.