Nederland en Saudi-Arabië
De Nederlandse regering beweert dat stille diplomatie de beste manier is om Saudi-Arabië te bewegen om de mensenrechten te respecteren. Maar Amnesty concludeert dat dit tot nu toe geen enkel positief effect heeft gehad op de situatie van mensenrechtenverdedigers.
In 2013, 2014 en 2015 bracht Amnesty rapporten uit over de Nederlandse inzet voor Saudische mensenrechtenverdedigers. Die blijkt ernstig tekort te schieten. Nederland voert daarmee haar eigen beleid niet uit. In 2013 luidde de treurige conclusie dat er in het openbaar niets gebeurde; in 2014 konden we enkele kleine stappen vooruit melden. In het rapport uit 2015 riep Amnesty op tot publieke uitspraken over de onderdrukking van mensenrechtenverdedigers in Saudi-Arabië. In het rapport Spreken is zilver, zwijgen blijft fout, dat oktober 2018 verscheen, concludeert Amnesty dat het huidige Nederlandse beleid van stille diplomatie geen enkel positief effect heeft gehad op de situatie van mensenrechtenverdedigers in Saudi-Arabië. De Nederlandse regering blijft zich, ondanks de groeiende repressie, beroepen op het feit dat stille diplomatie effectiever zou zijn, maar staaft deze claim niet met feiten.
Continue publieke druk gewenst
Na de arrestatie en de marteling van vrouwenrechtenactivisten en de moord op journalist Jamal Khashoggi, kwam er in maart 2019 voor het eerst een gezamenlijke verklaring over Saudi-Arabië van de VN-Mensenrechtenraad, waarin onder andere werd opgeroepen tot de vrijlating van de vrouwenrechtenactivisten. Sindsdien werden er nog twee gezamenlijke verklaringen in de raad uitgebracht, die ook door Nederland werden ondertekend. Ook deelde minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok een aantal keren via Twitter zijn zorgen over de zaken van de vrouwenrechtenactivisten. Dit zijn zeer belangrijke publieke uitspraken, die Amnesty dan ook van harte verwelkomde. Het blijft echter bij deze enkele publieke uitspraken. Continue publieke druk, gekoppeld aan diplomatieke inzet achter de schermen, is essentieel.
Intensieve lobby
Na een intensieve Amnesty-lobby begon de Europese Unie in december 2013 met het sturen van waarnemers naar rechtszaken tegen mensenrechtenverdedigers. De VS-ambassade volgde. Dat geeft zowel de mensenrechtenverdedigers als de Saudische autoriteiten het gevoel dat de wereld meekijkt. Maar de volgende stap is dat de waarnemers ook iets met hun observaties doen. Amnesty dringt erop aan dat de EU en Nederland publieke uitspraken doen over de bevindingen en de waarnemingen bespreekt met de Saudische autoriteiten. Vanaf 2019 waren Europese diplomaten niet langer welkom bij rechtszaken.