Wetten tegen extremisme en terrorisme
Wetten die formeel bedoeld zijn om extremisme en terrorisme te bestrijden, worden in Rusland geregeld ingezet tegen mensenrechtenverdedigers en activisten. De straffen zijn fors en zijn sinds de oorlog in Oekraïne weer verhoogd: zo staat op lidmaatschap van wat de autoriteiten een ‘extremistische organisatie’ noemen tot 15 jaar gevangenisstraf.
Het begrip ‘extremisme’ is verruimd en kan inmiddels alles omvatten dat in strijd is met het aantasten van het vage begrip ‘Russische waarden’. Zo kan het gebeuren dat het in Rusland verboden is om Jehova’s getuige te zijn. Vanwege hun geloof beschouwen Russische autoriteiten hen als leden van een extremistische organisatie.
Ook de lhbtiq+-beweging is sinds december 2023 door het Hooggerechtshof bestempeld als ‘extremistisch’. Sinds de uitspraak kunnen organisatoren van lhbtiq+-activiteiten tot 10 jaar gevangenisstraf krijgen, en deelnemers 2 tot 6 jaar. Gebruik van regenbogen en andere lhbtiq+-symbolen is verboden. Word je verdacht van betrokkenheid bij ‘extremistische’ activiteiten, kun je je baan verliezen of toegang tot je bankrekening.
Sinds:
2016
Tot welke problemen leidt de wet?
Andere gevolgen van de inzet van anti-extremisme- en anti-terrorismewetgeving in Rusland:
- Door strenge internetwetgeving staan websites en blogs onder verscherpt toezicht van autoriteiten. Het is moeilijker om een kritisch geluid te laten horen.
- De autoriteiten krijgen gemakkelijker toegang tot gegevens van burgers. Er hoeft geen rechter meer aan te pas te komen.
- Door het etiket ‘extremisme’ vallen veel straffen hoger uit. Een steunbetuiging aan een (onterecht) opgepakte activist kan al als extremistisch gezien worden.
- Autoriteiten treden strenger op tegen aanhangers van andere religies dan het Russisch-orthodoxe christendom, de islam, het jodendom en het boeddhisme. Deze andere religies worden als een bedreiging voor de Russische waarden en daardoor als ‘extremistisch’ gezien. Er zijn bijvoorbeeld honderden rechtszaken gevoerd tegen Jehova’s getuigen en Krim-Tataren.
‘Extremistische’ Aleksei Navalny
Een van de bekendste zaken waarin de beschuldiging van ‘extremisme’ gebruikt is om een politieke tegenstander de mond te snoeren is die tegen politiek activist Aleksei Navalny en zijn aanhangers.
In augustus 2023 werd Navalny, die al sinds begin 2021 op valse aanklachten vastzat, tot nog eens 10 jaar extra strafkolonie veroordeeld op basis van verzonnen beschuldigingen van ‘extremisme’. Eerder al, in juni 2021, verklaarde de Russische rechter Navalny’s drie organisaties ‘extremistisch’, waarmee ze verboden werden. Het ging om de anti-corruptiestichting FBK, de Stichting Bescherming Burgerrechten en de campagnekantoren van Navalny. Volgens de aanklager zouden zij betrokken zijn bij ’het creëren van omstandigheden om de sociaal-politieke situatie te destabiliseren onder het mom van liberale slogans’. Uiteindelijk stierf Aleksei Navalny op 16 februari 2024 na 37 maanden onterechte gevangenschap en marteling in een van de zwaarste en meest afgelegen gevangenissen van Rusland. Amnesty International heeft opgeroepen op tot een direct, onafhankelijk en onpartijdig onderzoek naar de omstandigheden van zijn dood in hechtenis.
Dennis Christensen
Dennis Christensen is een Deense Jehova’s getuige die al meer dan 20 jaar in Rusland woont. In 2017 werd hij opgepakt. Hij zou lid zijn van een ‘extremistische’ organisatie en kreeg een gevangenisstraf van 6 jaar opgelegd. Dit betekent dat hij vrijkomt in 2022. Amnesty ziet Dennis als gewetensgevangene. Hij is enkel en alleen opgepakt omdat hij gebruik maakte van zijn recht op vrijheid van godsdienst.