Vrouwenrechten
Sinds eind 2020 is het bijna onmogelijk om in Polen legaal een abortus te ondergaan. Het land wil zich ook terugtrekken uit het Verdrag van Istanbul, dat geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld wil voorkomen en bestrijden.
Zeer strenge abortuswet
In Polen is een strenge abortuswet van kracht. Alleen als de zwangerschap het gevolg is van een verkrachting of incest of als het leven van de vrouw in gevaar is mogen Poolse vrouwen abortus plegen. Eerder mocht een vrouw ook een abortus ondergaan als de ongeboren baby ernstige afwijkingen heeft. Op 22 oktober 2020 oordeelde het Constitutioneel Hof echter dat dit in strijd is met de Grondwet, omdat de foetus geen kans op leven heeft.
Van alle abortussen wordt 96 procent uitgevoerd omdat de ongeboren baby ernstig ziek is en zal overlijden. Nu dit is verboden, zullen meer vrouwen naar het buitenland uitwijken of besluiten een illegale, onveilige abortus in eigen land te ondergaan. Dat brengt hun recht op leven en op gezondheid in gevaar en sluit vrouwen uit lagere inkomensgroepen uit van toegang tot abortus.
Geweld tegen vrouwen
Polen gaf in juli 2020 aan dat het zich wil terugtrekken uit het Verdrag van Istanbul van de Raad van Europa, dat geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld wil voorkomen en bestrijden. Volgens de Poolse regering worden vrouwen als gevolg van hervormingen voldoende beschermd en toont het verdrag geen respect voor religie. Regeringspartij PiS heeft nauwe banden met de katholieke kerk en voerde eerder campagne om de rechten van lhbti’ers in te perken.
Het verdrag verplicht scholen om voorlichting te geven over geweld tegen vrouwen. Eerder noemde minister Ziobro van Justitie het verdrag ‘een verzinsel, een feministische creatie met als doel het rechtvaardigen van een homo-ideologie’. Veertig landen hebben het Verdrag van Istanbul ondertekend, waaronder Nederland en België.