Vrijheid van meningsuiting
Door een reeks nieuwe wetten komt de vrijheid van meningsuiting in Polen steeds meer onder druk te staan. Onafhankelijke media verdwijnen, het demonstratierecht is ingeperkt en kritiek op de rol van het Poolse volk in de Holocaust is strafbaar.
Mediawet
In januari 2017 trad de nieuwe mediawet in werking. Deze wet geeft de regering de bevoegdheid de directie en hoofdredactie van de publieke omroep aan te stellen en te ontslaan. De regeringspartij PiS was van mening dat journalisten van de publieke media te vaak ‘anti-Poolse meningen’ verkondigden en het Poolse staatsbelang te weinig onder de aandacht brachten. Inmiddels zijn de directeuren van de publieke tv- en radiozenders vervangen en is een groot aantal journalisten ontslagen of gedwongen te vertrekken. De nieuwe mediawet betekent een aanslag op het recht op vrije meningsuiting, want het komt er in feite op neer dat de openbare omroepen onder druk kunnen worden gezet om de mening van de regering te verspreiden.
Nieuwe mediawet tegengehouden
Het Poolse parlement, de Sejm, stemde op 11 augustus 2021 in met een wijziging van de Wet voor radio en televisie. Het wetsvoorstel verbiedt bedrijven van buiten de Europese Unie een meerderheidsbelang te hebben in Poolse media. Volgens regeringspartij PiS is de wet nodig om buitenlandse inmenging te voorkomen. Tegenstanders zijn echter van mening dat de PiS de wet aanscherpt om critici het zwijgen op te leggen. Als de wetswijziging ook door de Senaat wordt goedgekeurd, kan dit het einde betekenen voor televisiezender TVN.
TVN is de enige onafhankelijke tv-zender in Polen en is voor een groot deel in handen van het Amerikaanse Discovery. Op 17 december 2021 stemde het Poolse parlement in met de omstreden mediawet. De stemming over de wet stond niet op de agenda van het parlement, maar werd op het laatste moment in slechts enkele minuten door de Sejm behandeld. In tientallen Poolse steden braken daarop protesten uit. Op 27 december 2021 sprak president Duda zijn veto uit tegen de mediawet.
Persvrijheid
De Poolse regering kondigde in februari 2021 een belasting aan op reclame-inkomsten van mediabedrijven. De regering zegt de inkomsten nodig te hebben voor het bestrijden van de coronacrisis. Mediabedrijven zien de maatregel als een nieuwe poging om de vrije pers het zwijgen op te leggen en vrezen dat veel media hierdoor moeten sluiten. De publieke omroep, de spreekbuis van de regering, kreeg juist flink extra geld.
Eind 2020 werd bekend dat Polska Press, een van de grootste Poolse uitgevers met nieuwssites die een groot bereik hebben, wordt overgenomen door het Poolse oliebedrijf PKN Orlen. De Poolse staat is daarvan de grootste aandeelhouder. Critici vrezen dat de persvrijheid in het geding komt. Het oliebedrijf wordt geleid door een prominente politicus van regeringspartij PiS.
De Poolse overheid spant regelmatig rechtszaken wegens smaad aan tegen onafhankelijke media als de Gazeta Wyborcza. Daardoor wordt de vrijheid van meningsuiting verder ingeperkt. Polen staat op de index van persvrijheid van Reporters without Borders op plek 64. In 2015, voordat de huidige regeringspartij PiS aan de macht kwam, stond Polen nog op plaats 18.
Holocaust-wet
President Duda ondertekende in februari 2018 een wet die daarna snel bekend werd als de Holocaust-wet. De wet maakt celstraffen tot 3 jaar mogelijk voor mensen die suggereren dat de Poolse staat of het Poolse volk medeschuldig is aan de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. De Holocaust-wet is in strijd met het recht op vrije meningsuiting. Op 27 juni 2018 stemde het parlement op verzoek van de regering in met een afzwakking van de Holocaust-wet. Dit gebeurde na kritiek van onder meer Israël, Amerika en Joodse organisaties. Volgens premier Morawiecki heeft de wet haar doel – ‘het verdedigen van de goede naam van Polen’- niet bereikt. Overtreders van de wet kunnen geen boete of gevangenisstraf meer krijgen.
Omdat tijdens de Tweede Wereldoorlog veel nazivernietigingskampen op het grondgebied van het huidige Polen stonden, komt het voor dat deze kampen worden aangeduid als ‘Poolse vernietigingskampen’. Onder de nieuwe wet mogen deze woorden niet meer worden gebruikt, en mag op geen enkele wijze Poolse medeplichtigheid aan de Holocaust worden gesuggereerd.
Demonstratierecht ingeperkt
Sinds de invoering van wetten die de Poolse rechtsstaat, de mediavrijheid en het recht op abortus uithollen, hebben tienduizenden mensen hier vreedzaam tegen gedemonstreerd. Zij werden daarna lastiggevallen en vervolgd, om nieuwe demonstraties te voorkomen. Daarmee schenden de Poolse autoriteiten het recht op vrije meningsuiting en vergadering op grove wijze.
In april 2017 werd een aanpassing van de Wet op vergadering van kracht, waardoor het verboden werd om tegendemonstraties te houden in het centrum van Warschau waar pro-regeringsbijeenkomsten plaatsvonden.
Vaak geven de autoriteiten voorrang aan nationalistische of pro-regeringsbijeenkomsten. Dit blijkt uit de wijze waarop demonstranten worden behandeld: gewelddadig optreden van ultrarechtse of nationalistische groeperingen tegen demonstranten die tegen het regeringsbeleid protesteren, wordt door de politie oogluikend toegestaan. De politie treedt echter hardhandig op tegen vreedzame demonstranten.
Politiebevoegdheden
Politieagenten en andere wetshandhavers hebben na wijziging van de Politiewet in 2016 meer bevoegdheden gekregen. Zo mogen wetshandhavers in het geheim toezicht houden op mensen, ook als er geen sprake is van een strafrechtelijk onderzoek. De ruimere bevoegdheden stellen de politie in staat om toezicht te houden op vreedzame demonstranten. In de wet zijn onvoldoende bepalingen opgenomen die misbruik van de bevoegdheden moeten voorkomen.
Telefoons afgeluisterd
Amnesty International heeft bevestigd dat Pegasus-spyware werd gebruikt om de Poolse senator Krzysztof Brejza te hacken toen hij de parlementaire verkiezingscampagne van 2019 leidde. Dit geeft aanleiding tot bezorgdheid omdat mogelijk ook het Poolse maatschappelijk middenveld kan worden gehackt.
Activisten en demonstranten zijn al regelmatig het doelwit van strafrechtelijk onderzoek in Polen, waardoor het recht op vrijheid van meningsuiting en op vreedzame vergadering werden aangetast. Ondertussen worden rechters en openbare aanklagers die hun bezorgdheid uiten over het gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, geconfronteerd met disciplinaire en zelfs strafrechtelijke onderzoeken.
Ondanks berichten in de media dat de Israëlische regering de export van Pegasus-spyware van de NSO Group naar een groep landen, waaronder Polen, heeft stopgezet, lijkt dit geen invloed te hebben gehad op bestaande licenties en het gebruik van Pegasus in Polen.
Pegasus is hoogwaardige spyware en is ontwikkeld door het Israëlische bedrijf NSO Group. Het mag alleen met goedkeuring van de Israëlische overheid verkocht worden aan regeringen van andere landen. De software kan via een bericht ongemerkt op een telefoon geïnstalleerd, en van daaruit al het e-mail- en chatverkeer volgen, de microfoon en videocamera van het toestel besturen en opnemen. Hoewel NSO Group beweert dat zijn spyware alleen wordt gebruikt voor legitiem onderzoek naar criminele en terroristische zaken, is het duidelijk dat zijn technologie misbruik mogelijk maakt. Het bedrijf schetst een beeld van legitimiteit, terwijl het profiteert van wijdverbreide mensenrechtenschendingen.