Inperking rechterlijke macht
In 2011 trad in Hongarije een nieuwe grondwet in werking. Nieuw daarin was dat zittende rechters op 62-jarige leeftijd met pensioen moeten en niet langer tot hun 70ste mogen doorwerken. In korte tijd werden honderden rechters met pensioen gestuurd. Zij werden vervangen door rechters die loyaal zijn aan Fidesz, de partij van president Viktor Orbán. Eind 2019 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat hier sprake is van discriminatie.
Inperking bevoegdheden Constitutioneel Hof
In 2013 keurde het Hongaarse parlement, waarin de partij van premier Orbán de meerderheid had, een verdere grondwetswijziging goed. Met die wijziging werden de bevoegdheden van het Constitutioneel Hof in belangrijke mate ingeperkt. Enerzijds kunnen eerdere uitspraken van het Hof over aangenomen wetten door de regering worden genegeerd en anderzijds kreeg het Hof minder bevoegdheden om nieuwe wetten te toetsen aan de grondwet. Bovendien maakte Orbán het mogelijk om meer (bevriende) rechters te benoemen bij het Hof. Hiermee werd de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht aangetast, met grote gevolgen voor de rechtsstaat.
Met de grondwetswijziging werd ook vastgelegd dat politieke campagnes alleen via staatsmedia mogen worden uitgezonden, wat de vrije meningsuiting inperkt en de kansen voor de oppositie minimaliseert. In een ander artikel staat dat traditionele familierelaties de voorkeur hebben en dat een huwelijk tussen twee mensen met hetzelfde geslacht niet is toegestaan.
Politieke druk op rechters neemt toe
Amnesty constateert dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht sinds 2021 wordt bedreigd door een reeks op centralisering van de macht gerichte hervormingen, en door het benoemen van regeringsgetrouwe mensen op sleutelposities. Rechters vinden dat de institutionele onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ernstig is uitgehold en dat de rechterlijke macht als onderdeel van de trias politica onder vuur ligt van het centrale bestuur van de rechtbanken en andere uitvoerende en wetgevende lichamen.
Het toewijzingssysteem van rechtszaken wordt gebruikt als instrument om te manipuleren. Dat tast het recht op een eerlijk proces ernstig aan, omdat de gemiddelde burger niet kan voorzien welke rechtbank en wel rechter zijn/haar zaak zal behandelen. Op deze manier komt de gerechtigheid in het geding.