Vreemdelingendetentie en isolatie te vaak toegepast
Nederland sluit ieder jaar duizenden onschuldige mensen op in een gevangenis. Niet omdat ze een strafbaar feit hebben gepleegd, maar omdat ze wachten op behandeling van hun asielverzoek of op uitzetting. Amnesty International maakt zich ernstige zorgen over de vanzelfsprekendheid van vreemdelingendetentie in Nederland en over de uitvoering ervan.
Het probleem
Vreemdelingendetentie is in Nederland geen uiterst middel
Het recht op vrijheid is een belangrijk mensenrecht. Iemand opsluiten mag daarom alleen met een goede reden. Volgens internationaal recht mag detentie van mensen zonder Nederlands paspoort alleen als uiterst middel. Dat houdt in dat het alleen mag als het niet anders kan en als er geen minder ingrijpende middelen mogelijk zijn. En altijd zo kort mogelijk. De maximale detentieperiode is 6 maanden, maar die periode kan verlengd worden tot 18 maanden. In Nederland is detentie nog lang geen uiterst middel. Herhaaldelijke opsluiting, soms periodes van meer dan een jaar, is in Nederland geen uitzondering.
Behandeling in vreemdelingendetentie is niet humaan
Mensen zitten niet vast voor het plegen van een strafbaar feit. Ze zitten echter wel vast onder vergelijkbare, of soms zelfs zwaardere, omstandigheden als veroordeelden. Zo verblijven ze zo’n 12 tot 16 uur per dag in hun cel. In tegenstelling tot strafrechtelijke gevangenen hebben ze geen recht op arbeid of onderwijs. Net als in strafrechtelijke detentie kunnen de mensen te maken krijgen met straf- en ordemaatregelen, zoals plaatsing in een isoleercel.
De onduidelijkheid over de duur van de detentie, de zware omstandigheden en de onzekere toekomst veroorzaken gevoelens van angst en depressie, met soms (pogingen tot) zelfmoord en zelfbeschadiging tot gevolg. Velen ervaren het als vernederend en spreken van verlies van eigenwaarde en identiteit.
In Nederland verblijven ook slachtoffers van marteling en mensenhandel, zwangere vrouwen, (psychisch) zieken en ouderen gedwongen in de gevangenis. Nog meer dan anderen hebben zij te lijden onder de detentie en lopen extra gezondheidsrisico’s.
Isoleercellen
Isolatie is een extreme vorm van opsluiting waarbij iemand geen contact mag hebben met anderen. Een isoleercel is een prikkelarme cel, waar iemand geen oriëntatie heeft, beperkt daglicht, en beperkte activiteiten. Deze omstandigheden versterken de impact die de detentie zelf al op mensen heeft. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat isolatie schadelijke effecten heeft op de gezondheid van veel mensen.
Mensen in vreemdelingendetentie kunnen voor straf in isolatie worden geplaatst maar bijvoorbeeld ook om medische redenen, wanneer gevreesd wordt voor iemands eigen veiligheid, zoals wanneer iemand aangeeft niet meer te willen leven.
Voor straf mag een persoon, bijvoorbeeld als hij een cel waarin meerdere personen verblijven weigert, volgens de wet maximaal 2 weken in isolatie geplaatst worden. Deze strafmaatregel kan telkens opnieuw worden opgelegd. Er zijn meerdere gevallen bekend van mensen die hierdoor een half jaar lang in isolatie zaten.
Samen met Dokters van de Wereld en Stichting LOS bracht Amnesty Nederland in maart 2015 een eerste rapport uit over het gebruik van de isolatiecel in vreemdelingendetentie. In 2020 schreef Amnesty samen met dezelfde organisaties een follow-up onderzoek, waarin geconcludeerd werd dat het gebruik van isolatie in vreemdelingendetentie sterk is toegenomen. Amnesty roept de regering op om te stoppen met isolatie in vreemdelingendetentie en om het voorstel voor de nieuwe Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring, dat de mogelijkheden voor isolatie zelfs uitbreidt, aan te passen.
Meer gebruikmaken van alternatieven voor detentie
Al jarenlang past het strafrecht alternatieven voor detentie toe. Gevangenen worden vanwege goed gedrag eerder vrijgelaten, er wordt gebruikgemaakt van borgsommen, enzovoort. Maar bij de bestuursrechtelijke vreemdelingenbewaring is de Nederlandse overheid daarin veel terughoudender. Als argument wordt gezegd dat het risico dat mensen onderduiken te groot is.
Toch kent de huidige vreemdelingenwetgeving meerdere alternatieve mogelijkheden om toezicht uit te oefenen op vreemdelingen, zoals:
- meldplicht;
- het opgeven van een verblijfsadres;
- garant- of borgstelling;
- het in beslag nemen van reisdocumenten;
- het onderbrengen van iemand op een toegewezen verblijfplaats, zoals een asielzoekerscentrum of de vrijheidsbeperkende locatie (VBL).
Het belangrijkste alternatief voor detentie is opvang en begeleiding, zodat met ondersteuning gewerkt kan worden aan een perspectief voor de toekomst: terugkeer of legaal verblijf in Nederland of een ander land.
Wat wil Amnesty?
Amnesty streeft het volgende na:
- Toepassing van vreemdelingendetentie zoveel mogelijk beperken en geen detentie van kwetsbare vreemdelingen.
- Een meer open en meer humaan regime in vreemdelingendetentie, waarin de mensenrechten worden gerespecteerd en mensen niet verder in hun vrijheid beperkt worden dan strikt noodzakelijk is.
- Opvang en begeleiding, zodat met ondersteuning gewerkt kan worden aan een perspectief voor de toekomst: terugkeer of legaal verblijf in Nederland of een ander land.
- Isolatie als strafmaatregel in vreemdelingendetentie schrappen.
- Naleving van de mensenrechten tijdens het traject van gedwongen terugkeer.
Hoe probeert Amnesty dit te bereiken?
- We hebben veel onderzoek gedaan naar de omstandigheden in vreemdelingendetentie, de gevolgen ervan en het gebruik van alternatieven.
- We volgen intensief de ontwikkelingen rond het wetsvoorstel ‘Terugkeer en Vreemdelingenbewaring.’
- We pleiten ervoor bij Kamerleden en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de mensenrechten van vluchtelingen en asielzoekers te waarborgen en wetgeving en beleid rond vreemdelingendetentie aan te passen. Daarnaast voeren we gesprekken met mensen die werkzaam zijn in de sector, onder wie ambtenaren en detentiepersoneel.
- We geven input aan toezichthoudende organen. Zo hebben we in juni 2021 een bijdrage ingediend over de implementatie van het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing door het Koninkrijk der Nederlanden bij het gelijknamig toezichthoudend comité.
Ontwikkelingen
Sinds de Schipholbrand in 2005 – waarbij elf mensen omkwamen die opgesloten zaten in het cellencomplex van Detentie- en Uitzetcentrum Schiphol-Oost – doet Amnesty International onderzoek naar de mensenrechtelijke aspecten van vreemdelingendetentie in Nederland. In 2008 publiceerde Amnesty haar eerste onderzoek naar de omstandigheden in vreemdelingendetentie. Daarmee, met vervolgonderzoeken, door lobbyen en door samenwerking te zoeken met andere maatschappelijke organisaties, zorgden we ervoor dat er veel meer aandacht kwam voor het onderwerp.
Desondanks is er na Amnesty’s eerste onderzoek maar weinig vooruitgang geboekt op het gebied van vreemdelingendetentie. Dat bleek uit twee onderzoeksrapporten van Amnesty uit februari 2018: ‘Het recht op vrijheid’ en ‘Geen cellen en handboeien!’. Het beeld dat opstijgt uit de rapporten is somber: detentie is meestal onnodig, duurt vaak veel te lang en de detentieomstandigheden hebben een strafrechtelijk karakter. Het opsluiten van vreemdelingen staat daardoor op gespannen voet met de mensenrechten.
Amnesty maakt zich zorgen over de intentie van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om meer mensen tijdens hun asielprocedure in detentie te plaatsen en over de inzet op sobere opvanglocaties waar vrijheid in verregaande mate worden beperkt, zoals de ‘Procesbeschikbaarheidslocatie’ (PBL) en de ‘Handhaving en Toezichtlocatie’ (HTL).
Wetsvoorstel ‘Terugkeer en Vreemdelingenbewaring’
Op 17 januari 2023 was het precies 10 jaar geleden dat de onterecht vastgezette Russische activist en asielzoeker Aleksandr Dolmatov in het detentiecentrum Rotterdam zelfmoord pleegde. Er werden tal van fouten gemaakt in zijn zaak. Zijn dood was aanleiding voor toenmalig staatssecretaris Fred Teeven om de ‘menselijke maat’ terug te brengen in het terugkeerbeleid.
Er zou een wet komen die het bestuursrechtelijke karakter van vreemdelingendetentie tot uitdrukking zou brengen. De Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring zou hét instrument moeten zijn om de (internationale) kritiek op het strafrechtelijke karakter van vreemdelingendetentie te laten verstommen. Maar Amnesty International constateert dat het tegenovergestelde is gebeurd: met de wijzigingen van het wetvoorstel wordt er juist meer ingezet op straffen en op eenzame opsluiting en wordt juist verder afgeweken van het bestuursrechtelijke karakter van vreemdelingenbewaring.
De wet is er ondertussen nog steeds niet. Verschillende staatssecretarissen en ministers brachten al meerdere wijzigingen in het wetsvoorstel aan. Op 18 augustus 2020 bracht Amnesty advies uit over het wetsvoorstel voor wijziging van de Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring. En in augustus 2023 uitte Amnesty haar zorgen over de nieuwe wijzigingen in het wetsvoorstel, zowel gezamenlijk met de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, het Nederlands Instituut van Psychologen en de Johannes Wier Stichting, als met een aparte reactie.
Amnesty blijft erop wijzen dat het recht op vrijheid als uitgangspunt moet worden genomen. Wij vragen de overheid zo min mogelijk gebruik te maken van vreemdelingenbewaring, alternatieven te ontwikkelen en te gebruiken, de vrijheid binnen de muren van de detentiecentra zo min mogelijk te beperken, en isolatie als strafmaatregel te schrappen.