© Kayla Kozlowski on Unsplash

Woordenlijst mensenrechten in China

Homepage China-informatieplatform

 

Academische vrijheid

In China wordt de academische vrijheid sterk beperkt door de controle van de Communistische Partij op onderzoek, publicaties, de toegang tot en het gebruik van binnenlandse en buitenlandse bronnen, buitenlandse reizen, onderwijs en contacten. Liu Xiaobo (Nobelprijs voor de Vrede 2010, overleden 2017) en Ilham Tohti (een Oeigoerse econoom) zijn twee voorbeelden van academici die voor hun werk tot lange gevangenisstraffen zijn veroordeeld. In de praktijk plegen veel wetenschappers zelfcensuur. De Chinese overheid heeft ook geprobeerd buitenlandse wetenschappelijke uitgevers, waaronder Cambridge University, te dwingen bepaalde artikelen van hun website te halen. Ook buitenlanders die in China studeren of onderzoek doen ondervinden beperkingen door de censuur; lees hier hoe je er als student zelf ook mee te maken kunt krijgen.

Advocaten

De internationale “Grondbeginselen betreffende de rol van advocaten” werden in 1990 aangenomen op het VN-congres ter voorkoming van misdaad. In China worden advocaten in politiek gevoelige zaken veelvuldig geïntimideerd en soms ook gearresteerd vanwege “ondermijning van het gezag van de staat” of “het openbaren van staatsgeheimen”. In de dagelijkse rechtspraktijk worden advocaten vooral geacht een proces soepel en zonder verzet van de verdachte te doen verlopen. “709” is de aanduiding van de repressieve acties tegen advocaten en mensenrechtenactivisten, die begonnen op 9 juli (7.09) 2015.

Belt and Road Initiative

In naam van het Belt and Road Initiative (BRI) wordt sinds 2013 flink geïnvesteerd in de aanleg en verbetering van wegen, spoorlijnen, havens, water- en elektriciteitsvoorziening en andere infrastructuur in Azië, Afrika, Europa en (Noord- en Zuid-)Amerika. Doel is vooral het vergemakkelijken van de handel, maar met deze investeringen en leningen wint China in veel landen ook aan invloed. Internationale waarnemers, waaronder de VN, waarschuwen voor de mogelijke consequenties van deelname aan het BRI. De financiering van sommige projecten loopt in de miljarden en de terugbetaling van deze leningen plus rente kan oplopen tot bedragen die niet in verhouding staan tot het bruto nationaal product van veel van de deelnemende landen. De infrastructuurprojecten in BRI-landen worden dikwijls uitgevoerd door Chinese (staats)bedrijven en er zijn gevallen bekend waar tientallen jaren van Chinese zeggenschap over de resulterende infrastructuur onder de voorwaarden valt.

Campagnes

Vanaf haar oprichting in 1921 heeft de Chinese Communistische Partij opeenvolgende “campagnes” gevoerd. Zo’n campagne is bedoeld om op of een of meerdere terreinen van de maatschappij een versnelde ontwikkeling te bewerkstelligen. Het doel is ook altijd het leiderschap van de partij te versterken. Campagnes gaan gepaard met verplichte ideologische lessen, arrestaties en soms ook grootschalige uitbarstingen van (staats)geweld. Historisch onderzoek naar de Grote Sprong Voorwaarts (1958-1961) en de Culturele Revolutie (1966-1976) – beide omstreden overheidscampagnes – wordt door de Chinese overheid maar heel beperkt toegestaan.

Communistische Partij

De Chinese Communistische Partij (CCP) is opgericht in 1921 en heeft sinds 1949 de controle over de Chinese staat en het nationale leger. De ideologie wisselde door de loop der jaren en nu is “het denken van Xi Jinping” van groot belang. In elk maatschappelijk orgaan van enige omvang, waaronder scholen en universiteiten, houdt een vertegenwoordiger van de CCP toezicht op naleving van de partijlijn. Hij of zij heeft in de praktijk het laatste woord bij beslissingen.

Confucius-instituut

Een Confucius-instituut is een instelling voor het bevorderen van de Chinese cultuur in het buitenland en is verbonden aan het ministerie van Onderwijs. Zo’n instituut werkt samen met een plaatselijke universiteit of onderwijsinstelling. Er is kritiek op de instituten omdat ze soms Chinese studenten en buitenlandse onderwijsinstellingen onder druk zetten om de Chinese partijlijn te volgen. In verscheidene landen zijn de instituten geweigerd of alsnog gesloten.

Corruptie

China staat op plaats 87 van de internationale corruptieranglijst van 180 landen, gelijk met Servië (Nederland staat op plaats 8). De overheid brengt vaak zaken in de publiciteit waarin corruptie wordt gestraft, maar daarin lijkt sprake van veel willekeur. De Toezichtwet (2018), die onderdeel is van de strijd tegen corruptie, maakt het mogelijk dat leden van de Communistische Partij en personeel in de publieke sector, inclusief ambtenaren, rechters en academici, willekeurig gevangengezet en ondervraagd kunnen worden door “toezichtcommissies”. Dit zonder aanklacht, proces, toegang tot een advocaat of kennisgeving aan de familie. Deze incommunicado detentie kan tot zes maanden duren. Door de complete isolatie van de buitenwereld is er vergrote kans op marteling en gedwongen “bekentenissen”. De toezichtcommissies staan buiten het formele rechtssysteem en worden gecontroleerd door de Communistische Partij.

Culturele Revolutie

In de Culturele Revolutie, een politieke campagne die begon met een oproep van voorzitter Mao Zedong in 1966 en doorliep tot zijn dood in 1976, zijn miljoenen mensen vervolgd. Doel van de campagne was in één klap de “oude ideologieën” op te ruimen en te vervangen door een revolutionair gedachtegoed waarin de traditie geen rol meer speelde. De vernielingen, pesterijen en het vaak dodelijk geweld kwamen vooral van de jeugdige Rode Gardisten, die met aanmoediging van Mao een revolutionaire hervorming van de maatschappij probeerden door te voeren. Volgens een conservatieve schatting lieten als gevolg van de campagne zo’n 400.000 mensen het leven; andere bronnen stellen het dodental op een veelvoud daarvan.

Detentie

  • Administratieve detentie is gevangenhouding zonder tussenkomst van een rechter, op grond van een beschikking door de politie of een overheidsinstelling. Administratieve detentie komt in China op grote schaal voor.
  • Arbitraire detentie verwijst naar gevangenhouding zonder legitieme reden of zonder rechtsproces.
  • Geheime detentie betekent dat de gevangene op een geheime plek vastgehouden wordt.
  • Bij incommunicado detentie mag de gevangene geen contact hebben met de buitenwereld, inclusief familie, advocaten, etc.

Chinese wetten zoals de Supervisiewet en de Strafproceswet voorzien in verschillende vormen van langdurige detentie, zonder tussenkomst van een rechter. Zo kunnen verdachten van corruptie volgens de Toezichtwet tot 6 maanden worden vastgezet voor onderzoek en ondervragingen zonder externe controle (liuzhi), en kunnen volgens de Strafproceswet verdachten van terrorisme en misdrijven tegen de nationale veiligheid tot 6 maanden worden vastgehouden (“residentieel toezicht op een aangewezen locatie”). Dit resulteert dikwijls in incommunicado detentie, met groot risico op marteling van verdachten.

Doodstraf

De doodstraf kan in China voor 46 misdrijven worden opgelegd. Hoe vaak dit ook daadwerkelijk gebeurt is onbekend, want cijfers over de doodstraf zijn in China staatsgeheim. De doodstraf wordt vaak opgelegd tijdens oneerlijke rechtszaken. De autoriteiten veroordelen mensen ter dood voor misdaden zoals drugshandel, verduistering, omkoping en brandstichting. Deze vergrijpen voldoen niet aan de internationale wettelijke normen van de “meest ernstige” misdrijven zoals omschreven in VN-verdragen. Er is wel sprake van verbetering. Zo moet het Volkshooggerechtshof sinds 2007 alle doodstraffen evalueren en zijn er in de afgelopen jaren een aantal economische en niet-gewelddadige misdaden uit de lijst van halsmisdrijven geschrapt. De doodstraf lijkt wijdverspreide steun te hebben in China, vooral voor gewelddadige misdaden.

Eerlijk proces

Een internationaal beginsel van een eerlijk proces stelt dat iemand voor onschuldig moet worden gehouden zolang het tegendeel niet is bewezen. Maar de Chinese rechtspraktijk toont grote vooringenomenheid in het vermoeden van schuld, vooral in spraakmakende of politiek gevoelige zaken.  Volgens officiële cijfers (2016) volgde slechts in 0,08 procent van de rechtszaken vrijspraak. Beroepsprocedures leiden zelden tot het terugdraaien van een veroordeling. In politiek gevoelige zaken worden de deuren van de rechtbank vaak gesloten voor de buitenwereld. Maar volgens de Chinese wet staan strafzaken echter open ​​voor het publiek, met uitzondering van zaken die betrekking hebben op staatsgeheimen, privacy-kwesties of handelsgeheimen. Autoriteiten gebruiken de vage bepaling van “staatsgeheim” echter vaak om de deuren te sluiten, zelfs voor familieleden van de verdachte. De autoriteiten verhinderen ook vaak dat buitenlandse diplomaten en journalisten (straf)processen kunnen bijwonen.

Gevangenisomstandigheden

Gevangenen kunnen in China vaak geen aanspraak maken op eerlijke behandeling, medische zorg, toegang tot advocaten en familie en andere internationaal erkende rechten voor gevangenen. Marteling komt veelvuldig voor. De Chinese wet kent verschillende rechten voor gevangenen, maar wordt dikwijls niet goed geïmplementeerd. Bovendien zijn er verschillende soorten onofficiële gevangenissen en detentiecentra, waar wettelijk niets geregeld is met betrekking tot de bescherming van gevangenen.

Gewetensgevangenen

Amnesty International gebruikt de term gewetensgevangenen voor mensen die zijn vastgezet vanwege hun politieke, godsdienstige of andere overtuiging, etnische afkomst, geslacht, seksuele oriëntatie, kleur of taal, en die geen geweld hebben gebruikt of gepropageerd. De bredere categorie van politieke gevangenen omvat ook degenen die wel geweld hebben gebruikt of gepropageerd. Voor gewetensgevangenen vraagt Amnesty onmiddellijke vrijlating, voor politieke gevangenen (ook degenen die wel geweld hebben gebruikt) een eerlijk proces binnen een redelijke termijn. Hoeveel mensen op grond van hun politieke werk of overtuiging in China gevangenzitten is niet bekend. Over lang niet alle processen wordt bericht; ook worden mensen zonder vorm van proces opgesloten. Honderdduizenden burgers worden vastgehouden in heropvoedingskampen in de provincie Xinjiang. Velen van hen zijn waarschijnlijk gewetensgevangenen die allen maar vastzitten omdat ze lid zijn van de Oeigoerse of een andere minderheid.

Grondwet

De huidige Chinese grondwet dateert uit 1982 en werd sindsdien verschillende keren aangepast. Dit gebeurde steeds na belangrijke politieke omwentelingen. Hoofdstuk 2 van de grondwet garandeert onder meer gelijkheid voor de wet, kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid van godsdienst en het briefgeheim. In 2004 werd aan artikel 33 van de grondwet toegevoegd: ‘De staat respecteert en beschermt de mensenrechten’.

Grote Sprong Voorwaarts

De grote politieke hervormingen en economische experimenten van de campagne “Grote Sprong Voorwaarts”, tussen 1958 en 1961, hadden als doel om China binnen luttele jaren om te vormen van een agrarisch tot een industrieel land. Zo werden er in talloze dorpen kleine hoogovens gebouwd, met als doel ook het platteland te laten bijdragen aan de industriële vooruitgang. De gevolgen waren desastreus. Er brak een hongersnood uit die resulteerde in vele miljoenen doden. Een lage schatting is 18 miljoen, andere ramingen houden het op meer dan het dubbele daarvan.

Handel met China

Volgens cijfers van de Observatory of Economic Complexity (OEC) bedroeg de handel tussen China en de rest van de wereld in 2017 ongeveer 4 biljoen dollar. De OEC vermeldt dat de Verenigde Staten in 2017 de belangrijkste exportbestemming van China was, en zet Nederland ook hoog op de lijst van belangrijke exportbestemmingen. De OEC vermeldt dat Nederland in 2017 ter waarde van 43,9 miljard dollar importeerde uit China, en ter waarde van 11,9 miljard exporteerde naar China. De omvang van import en export is in recente jaren voortdurend gestegen. In 2017 exporteerde Nederland vooral koolteerolie, maltextract en fotolab-apparatuur, en importeerde onder meer uitzendapparatuur, computers en onderdelen voor kantoormachines.

Internetcensuur

Internetcensuur komt in China op grote schaal voor. Op zoekmachines leveren veel zoektermen die door de overheid als riskant worden beschouwd (waaronder verwijzingen naar democratie, godsdienst, mensenrechten en internationale betrekkingen) een “foutmelding” op, of ze laten slechts geselecteerde websites zien. Onder andere westerse ondernemingen zoals Websense & Sun Microsystems, Cisco Systems, Nortel Networks, Microsoft, Google en Yahoo werkten mee aan censuur of de leverden de techniek voor het censuurapparaat. Van buitenlandse bedrijven eist de Chinese overheid dat zij een “belofte” ondertekenen waarin ze toezeggen ongewenste websites en e-mailverkeer tegen te houden. Wikipedia is geblokkeerd, evenals alle verwijzingen naar het bloedbad van 4 juni 1989, de dalai lama en de in 2017 overleden Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo. Op lijsten als deze worden verboden termen, onderwerpen en namen bijgehouden.

Klagers

Veruit de populairste manier om misstanden bij de overheid aan te kaarten heet xinfang: het systeem van klachtbrieven en -bezoeken, ook “petities” genaamd. Dit is een eeuwenoude praktijk, die reeds in de keizertijd bestond en ook onder Mao Zedong werd aangehouden. Via dit systeem kun je reageren tegen allerlei soorten overheidsbeslissingen en -acties, ook tegen vonnissen die door volksrechtbanken zijn uitgevaardigd. Op elk bestuursniveau moet de overheid zich bezighouden met klachtbrieven en -bezoeken. Bij lokale klachten moeten burgers zich eerst wenden tot de lokale petitiekantoren. Als ze niet tevreden zijn over het resultaat kunnen ze vervolgens naar petitiekantoren hogerop de ladder stappen, met als eindstop Beijing. Maar effectief is dat lang niet altijd. Deskundigen hebben geconstateerd dat de overheid de petities vooral gebruikt om informatie te verzamelen van burgers, en veel minder om klachten te verhelpen. In de straten van vooral Beijing zie je mensen die soms weken of maandenlang op straat bivakkeren in afwachting van een antwoord. Ook willen plaatselijke autoriteiten vaak verhinderen dat klagers naar de hoofdstad komen, en worden klagers vaak hardhandig verwijderd als er belangrijke gebeurtenissen (zoals een partijcongres) op stapel staan.

Marteling

China ratificeerde in 1988 het VN-Verdrag tegen Marteling. Hiermee zouden de autoriteiten inspanningen moeten leveren om marteling uit te bannen. Maar dat is in de praktijk niet het geval. Bij verdenking van terrorisme, omvangrijke omkoping of misdrijven tegen de staatsveiligheid kunnen mensen tot zes maanden op een geheime locatie worden vastgehouden en ondervraagd, zonder contact met de buitenwereld. Dat werkt marteling in de hand. Ook krijgen gevangenen geregeld geen medische verzorging. Talrijke voormalige gevangenen en gedetineerden hebben gemeld dat ze werden geslagen, verkracht, elektrische schokken kregen toegediend, urenlang op een kruk moesten blijven zitten, aan de polsen werden gehangen, niet mochten slapen, gedwongen werden medicatie in te nemen en op andere wijze slachtoffer waren van lichamelijk en psychisch misbruik. Naar verluidt krijgen politieke en religieuze dissidenten een extra harde behandeling. Er is een groeiende export uit China van materiaal dat wereldwijd door veiligheidstroepen gebruikt wordt om mensen te martelen, waaronder elektrische wapenstokken, wapenstokken voorzien van metalen pinnen, en been- en voetklemmen. Amnesty International publiceerde hierover een onderzoeksrapport.

Mao Zedong

Mao Zedong (1893-1976) was een Chinese communist en in de tweede helft van zijn leven de machtigste man van China. De geschiedenis van de Volksrepubliek China wordt door historici meestal verdeeld in het “Mao-tijdperk” en het “post-Mao-tijdperk”. Het Mao-tijdperk liep vanaf de oprichting van de Volksrepubliek op 1 oktober 1949 tot aan het moment dat Deng Xiaoping het beleid hervormde in december 1978. Mao’s regering voerde onder zijn bewind massale executies van landeigenaren uit, stelde collectivisatie in en voerde het systeem van werkkampen in. Deze maatregelen leidden tot miljoenen doden. Massale, soms openbare executies werden gebruikt om de bevolking angst aan te jagen. In latere jaren riepen de autoriteiten geregeld politieke campagnes uit, die resulteerden in (in totaal) tientallen miljoenen doden. Portretten en beelden van Mao zijn nu nog overal in China te zien. Het officiële oordeel over hem is dat hij “70 procent goed en 30 procent fout was”.

Mensenrechtenschendingen

In China komen onder meer de volgende mensenrechtenschendingen voor:

  • Willekeurige of onwettige beroving van het leven en executies zonder behoorlijke rechtsgang;
  • Buitengerechtelijke maatregelen zoals gedwongen verdwijningen;
  • Marteling en gedwongen bekentenissen van gevangenen;
  • Willekeurige detentie, waaronder strikt huisarrest en administratieve detentie;
  • Beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, pers, vergadering, vereniging, godsdienst en beweging (voor reizen binnen het land en overzee);
  • Het zonder legitieme reden gevangenzetten van journalisten, advocaten, schrijvers, bloggers, dissidenten, indieners van klachten, en hun familieleden;
  • Censuur en strenge controle op communicatie via internet en in gedrukte en andere media;
  • Het onderdrukken van organisaties en individuen die werken voor mensenrechten en publieke belangen;
  • Het discrimineren en grootschalig onderdrukken van etnische minderheden in regio’s zoals Tibet, Xinjiang en andere delen van China;
  • Het grootschalig onderdrukken van Falun Gong en christelijke en andere geloofsgemeenschappen;
  • Mensenhandel;
  • Strenge beperkingen van arbeidsrechten, waaronder een verbod op onafhankelijke vakbonden;
  • Grootschalige surveillancesystemen die geen effectieve bescherming van de privacy bieden.

NGO’s

Onder het Chinese staatssysteem is er weinig bewegingsruimte voor het maatschappelijk middenveld, waaronder voor ngo’s en mensenrechtenverdedigers. De Chinese partijstaat behoudt de algehele controle over de civil society en de ngo’s die zich daarin bewegen. Organisaties die zich inzetten voor maatschappelijke issues die de partijstaat belangrijk acht krijgen een behoorlijke ruimte om te groeien, organisaties die zich inzetten voor andere maatschappelijke issues die niet als gevaarlijk worden beschouwd kunnen rekenen op een zekere tolerantie, en organisaties die als bedreigend worden gezien worden streng vervolgd. De Wet op Buitenlandse NGO’s, van kracht sinds 2017, bevat strenge regels op het gebied van registratie, rapportering, bankzaken, communicatie en fondsenwerving. De wet wil voorkomen dat buitenlandse ngo’s “politieke activiteiten” uitvoeren of zich inlaten met activiteiten die worden beschouwd als “het in gevaar brengen van de nationale eenheid, nationale veiligheid of etnische eenheid, of het schaden van de nationale overheid van China”. De wet geeft geen verdere uitleg over welke activiteiten onder deze definitie vallen.

Oeigoeren

In Xinjiang, een grote provincie in het noordwesten van China, zijn de Oeigoeren de grootste etnische minderheidsgroep. Zij spreken een aan Turks verwante taal en zijn overwegend moslim. Andere etnische minderheidsgroepen in de regio zijn onder andere de Kazachen en de Kirgiezen. In Xinjiang hebben de autoriteiten met behulp van nieuwe technologie een veelomvattend systeem van bewaking ingevoerd. Er kwam een databank met DNA-gegevens van Oeigoerse bewoners ten behoeve van het “opsporen van criminelen”, waarvoor mensen verplicht hun gegevens moesten afstaan. Via een programma van “thuisverblijven” werden vele Oeigoerse families verplicht om (Han-Chinese) partijleden op te nemen in hun thuis, waar ze geregeld in één bed slapen met leden van de families.

Omstreeks 2016/2017 werd met de massale inrichting van “heropvoedingskampen” een nieuwe richting ingeslagen. Naar schatting tot een miljoen Oeigoeren en leden van andere etnische groepen worden er opgesloten zonder vorm van proces en zonder te weten wanneer ze vrijkomen. Het kampleven bestaat voor een groot deel uit “heropvoeding” door middel van gedwongen lessen over Chinees nationalisme, en voormalige kampbewoners getuigen van wrede praktijken, zoals marteling bij ongehoorzaamheid.

Olympische Spelen

Onder meer door de Olympische Spelen in China in 2008 ontstond discussie of het organiseren van prestigieuze sportevenementen een versterking van onderdrukkende regimes met zich meebrengt. Van verbetering van de mensenrechten in China was in de aanloop tot de Spelen geen sprake. Zo leidde de bouw van stadions en accommodatie tot gedwongen huisuitzetting zonder compensatie. Ook trad de Chinese overheid hard op tegen degenen die misstanden onder de internationale aandacht wilden brengen. Deskundigen voorspelden in 2008 dat de Olympische Spelen uiteindelijk zouden leiden tot opening en liberalisering van China, maar in feite gebeurde het tegenovergestelde. De Olympische Winterspelen zullen in 2022 plaatsvinden in Beijing. Mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Watch en de Sport and Rights Alliance spraken hun bezorgdheid hierover uit. Ook de beslissing van de FIFA om de 2021 Club World Cup toe te wijzen aan China werd hard op de korrel genomen door organisaties als Human Rights Watch.

Rechters en rechtssysteem

Vanaf de jaren zeventig is het Chinese rechtssysteem (her)opgebouwd. Er zijn op grote schaal rechters, aanklagers, politieagenten en advocaten opgeleid in het werken met een formele rechtsprocedure. Het Chinese rechtssysteem is echter sterk verweven met de politiek, en allesbehalve onafhankelijk. De afhankelijkheid is vooral voelbaar bij rechtszaken over politiek gevoelige onderwerpen, waaronder ook mensenrechten. Mensenrechten worden in China niet zelden neergezet als politieke belangenbehartiging, bedoeld als ondermijning van de formele rechtsgang. Zodoende worden mensenrechtenverdedigers en -advocaten beschuldigd van ondermijning van het systeem, waarmee ze kans lopen zelf doelwit te worden van een gerechtelijke procedure.

Religie

Religie is in China in opkomst. Volgens officiële regeringscijfers zijn er meer dan 200 miljoen gelovigen. Verschillende experts denken echter dat het aantal gelovigen veel groter is. De internationale ngo Freedom House schatte in 2017 het aantal gelovigen op meer dan 350 miljoen, en daarbovenop nog eens honderden miljoenen mensen die er verschillende volkstradities op nahouden. Vrijheid van religie is vastgelegd in de Chinese grondwet, maar deze stelt tegelijkertijd dat de staat enkel “normale” religieuze activiteiten beschermt. Nergens is vastgelegd wat “normaal” betekent, maar in de praktijk houdt dit in dat er alleen bescherming is voor activiteiten die georganiseerd worden door geregistreerde religieuze organisaties, die gecontroleerd worden door de staat en de Communistische Partij. Zowel niet-geregistreerde als geregistreerde religieuze organisaties worden nauwlettend in de gaten gehouden. Bovendien verbiedt de wet expliciet “sektes” (die vaag gedefinieerd worden), en vervolgt zo een groot aantal religieuze en spirituele groeperingen zoals de Falun Gong en “The Church of the Almighty God”.

Sociaalkredietsysteem

Het sociaalkredietsysteem is een verzamelnaam die verwijst naar de vele experimenten die gedaan worden met het versterken van sociale controle door het monitoren, beoordelen en bijsturen van individueel gedrag. In de overheidspilots op dit gebied wordt (online) gedrag centraal geregistreerd. Op basis daarvan krijgen burgers een “score” toebedeeld. Die score is gelinkt aan een straf- en beloningssysteem waarmee burgers gestimuleerd worden om “goed gedrag” te vertonen.

Tiananmen

In China staan ze bekend als “de incidenten van 4 juni” of “de politieke beroering van de lente en zomer van 1989”. In de internationale media ook als “de studentenprotesten van 1989” en “het bloedbad van het Plein van de Hemelse Vrede (of van Tiananmen)”. Veel van de bloedige gebeurtenissen tijdens het onderdrukken van de protesten van studenten en vele anderen uit de bevolking, speelden zich echter af buiten het plein en ook buiten Beijing. 4 juni 1989 is de belangrijkste dag geworden in de recente geschiedenis van de Volksrepubliek China. Het gewelddadig optreden tegen vreedzame demonstranten stelde tot op de dag van vandaag de grenzen van wat het Chinese leiderschap toelaatbaar acht. De gebeurtenissen zijn taboe in het huidige China: ze worden niet onderzocht of publiekelijk besproken. Het aantal doden rond die dagen in heel China is zeker enkele honderden; andere bronnen spreken van vele duizenden.

Transnationale repressie

Transnationale repressie houdt in dat er acties gedaan worden vanuit de overheid om mensen in het buitenland het stilzwijgen op te leggen, te controleren of om kritiek en andere meningen af te schrikken, in schending van hun mensenrechten. De betrokkenen zijn mensenrechtenverdedigers, journalisten, academici, activisten vanuit de oppositie en anderen – het gaat in het bijzonder (maar niet uitsluitend) over mensen uit het land zelf die in het buitenland wonen. Uit een rapport van Amnesty in 2024 blijkt dat studenten uit China en Hongkong die in het buitenland studeren ook daar te maken krijgen met intimidatie en worden lastiggevallen en in de gaten gehouden. De Chinese autoriteiten proberen te voorkomen dat deze studenten zich bezighouden met ‘gevoelige’ of politieke onderwerpen in het buitenland. Lees hier meer over de Chinese transnationale repressie bij buitenlandse universiteiten.

Verdwijningen

We spreken van verdwijning als de overheid geen informatie meer geeft over de verblijfplaats en omstandigheden van iemand die is opgepakt. In China zijn op grote schaal Oeigoeren, Kazachen en andere leden van etnische minderheidsgroepen uit de provincie Xinjiang opgepakt, zonder dat hun gezinnen informatie kregen over de lengte de gevangenschap of de locatie van de gevangenis. Ook mensenrechtenverdedigers en advocaten “verdwijnen” vaak, soms jarenlang. De Chinese regering heeft nog altijd geen duidelijkheid gegeven over alle doden, vermisten of gevangenen in verband met de gewelddadige onderdrukking van de Tiananmen-protesten begin juni 1989.

Xi Jinping

Xi Jinping (1953) kan sinds zijn aantreden als secretaris-generaal van de Communistische Partij in 2012 en zijn aantreden als president van China in 2013, bogen op een aantal wapenfeiten, zoals de verwezenlijking van aanspraken van China op de Zuid-Chinese Zee, een ingrijpende reorganisatie van het leger, een veel strenger beleid voor binnenlandse veiligheid en verregaande maatregelen voor “ideologische zuiverheid”. De meest opzienbarende ontwikkeling is het enorme infrastructuurplan met de naam Belt and Road Initiative. In de grondwet is in 2018 de termijn van het presidentschap afgeschaft. Zodoende kan Xi voor onbepaalde tijd aan de macht blijven. Ook zijn “Xi Jinpings gedachten over socialisme met Chinese kenmerken voor een nieuw tijdperk” toegevoegd aan de preambule van de grondwet. Sinds Mao Zedong (overleden in 1976) heeft geen enkel persoon in China zo veel macht gehad. In 2023 is de derde ambtstermijn van Xi Jinping als president ingegaan.

 

Homepage China-informatieplatform

Meer over dit onderwerp