Spoedcursus China
Deze ‘spoedcursus’ in tien onderwerpen geeft je een eerste korte indruk van China. Klik op de links in de tekst en verken de andere hoofdstukken van het Amnesty China-infoplatform voor meer informatie over dit complexe land.
De enorme macht van Xi Jinping
Xi Jinping (1953) werd in november 2012 gekozen tot secretaris-generaal van de Communistische Partij en voorzitter van de Militaire Commissie. Daarmee werd hij de machtigste persoon van het land. In maart 2013 werd hij ook president van de Volksrepubliek en in april 2016 opperbevelhebber van de strijdkrachten. In maart 2018 werd Xi’s ideologie (Xi Jinping gedachten over socialisme met Chinese karaktertrekken voor een nieuw tijdperk) officieel opgenomen in de Chinese grondwet en werden presidentiële ambtstermijnen afgeschaft. Sinds Mao Zedong, overleden in 1976, heeft geen Chinese leider zoveel macht gehad als Xi Jinping, die nu de rest van zijn leven aan de macht kan blijven (meer informatie over Xi Jinping kan je hier vinden).
Zeer streng toezicht
De Chinese overheid heeft overal ogen en oren. Voor surveillance wordt onder meer gebruik gemaakt van camera’s op straat. Er wordt geschat dat er 540 miljoen camera’s zijn geïnstalleerd in China in 2021. Ze zijn uitgerust met gezichtsherkenning, waarmee mensen ook uit de massa gepikt kunnen worden: verkeersovertreders, winkeldieven, spijbelende studenten en vanzelfsprekend ook mensen die verdacht worden van criminele of politiek onwelgevallige activiteiten. Ook de communicatie via computer of telefoon wordt dagelijks gevolgd. Zeker in streng gecontroleerde regio’s zoals Xinjiang kan de politie burgers op straat aanhouden om te zien wat ze met hun telefoon hebben gedaan. Providers moeten hun informatie delen met de Chinese autoriteiten als die hierom vragen. Bij nieuwe registratie van een simkaart voor je je verplicht registreren (door middel van het aanleveren van een kopie van je paspoort, en soms wordt er ook nog een gezichtsscan en vingerafdrukken van je gevraagd) (meer informatie over surveillance kan je hier vinden).
Censuur
Alle informatie wordt gecensureerd: televisie, radio, internet, kranten en tijdschriften, boeken, films, muziek. Voor internet zijn er ontelbare gecensureerde en/of gevoelige woorden. De toegang tot vele buitenlandse websites is onmogelijk gemaakt, waaronder de sites van Amnesty International, de New York Times, Facebook, Twitter, Instagram, YouTube, WhatsApp en Wikipedia (meer informatie over verboden woorden in China kan je hier vinden).
Geen academische vrijheid
Academische vrijheid wil zeggen dat academici, wetenschappers en studenten vrij zijn om te publiceren over de resultaten van onderzoek, hun onderbouwde opinies bekendheid te geven en kennis te nemen van de data en theorieën die voor wetenschappelijk werk nodig zijn. Universiteiten en onderzoeksinstituten staan in China echter onder sterke controle. De partij houdt toezicht op wat er gepubliceerd wordt en censureert waar mogelijk informatie die politiek niet welgevallig is. In 2017 kwam China Quarterly, het meest gezaghebbende tijdschrift over modern China, in opspraak, omdat bleek dat driehonderd artikelen van de website van het tijdschrift in China ontoegankelijk waren gemaakt. Vooraanstaande academici zijn vanwege hun onderzoek en opinies gevangengezet. Dat gold bijvoorbeeld voor dr. Liu Xiaobo, verbonden aan verscheidene Chinese en buitenlandse universiteiten, die vanaf 2008 gevangen zat, in 2010 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg en in 2017 in gevangenschap overleed. En voor Ilham Tohti, een Oeigoerse econoom die sinds 2014 gevangen zit. Meer informatie over Liu Xiabo, Ilham Tohti en andere mensenrechtenverdedigers kan je hier lezen.
Economische groei en ongelijkheid
De Chinese overheid beroept zich erop dat sinds 1979 meer dan 800 miljoen mensen uit extreme armoede zijn gehaald. Volgens cijfers van de Wereldbank groeide de Chinese economie (het BBP) in 2021 met 8,1 procent. Dit groeicijfer is hoger dan het groeicijfer in de VS (5,7) en in Nederland (5,0), maar lager dan dat van India (8,9 procent groei). Ook volgens cijfers van de Wereldbank, steeg het gemiddelde jaarinkomen per hoofd van de bevolking omgerekend naar koopkracht in China gestaag tijdens de laatste decennia, tot 19.338 dollar in 2021. China staat daarmee ruim onder Rusland, ongeveer gelijk met Thailand en ver boven bijvoorbeeld een aantal Afrikaanse landen. Tegelijkertijd is de ongelijkheid in China sinds 1990 enorm toegenomen en meer dan anderhalf keer zo groot (uitgedrukt in de Gini-coëfficiënt) dan in westerse landen en de rijkere landen van Azië. Dat is het gevolg van het economisch beleid. De inkomstenbelasting is in China erg in het voordeel van het welvarende deel van de bevolking en het staatsbudget leunt zwaar op belasting op consumptiegoederen, wat mensen met lagere inkomens verhoudingsgewijs veel harder treft. Meer informatie over de Chinese economie kan je hier vinden.
Arbeidsomstandigheden en sociale voorzieningen
De plaatsgebonden persoonsregistratie (hukou) is voor de Chinese burger een essentiële voorwaarde voor formele toegang tot nagenoeg alle voorzieningen zoals school, ziekenzorg, en huisvesting. Een relatief recent rapport geeft weer dat er in 2018 echter ongeveer 300 miljoen Chinezen buiten hun geregistreerde hukou-district verbleven als binnenlandse migranten of ‘drijvende bevolking’ van het platteland (nongmin’gong; luidong renkou). Deze massamigratie is het gevolg van een schaarste aan werk op het platteland en een toenemende vraag naar arbeidskrachten in de steden, alwaar arbeidsmigranten geen aanspraak kunnen maken op een stedelijke hukou. Zo hebben de arbeiders geen recht op sociale zekerheidsvoorzieningen in de steden. Wat de positie van deze arbeidsmigranten nog zwakker maakt, is het feit dat onafhankelijke vakbonden verboden zijn. Ondertussen is de kloof tussen stad en platteland aldoor gegroeid. Volgens hetzelfde rapport verdienen migranten gemiddeld ongeveer 3.700 yuan (470 euro) per maand. Dat is aanmerkelijk minder dan het bestaansminimum in de steden. Voor de grote meerderheid van de arbeidsmigranten duren de werkdagen gemiddeld 11 uur. Omdat ze weinig vrije dagen krijgen, gaan velen maar een keer per twee of drie jaar naar huis om familie te bezoeken. Slechts ongeveer 20 procent van de migranten heeft een ziektekostenverzekering of pensioen. Meer informatie over arbeidsomstandigheden in China kan je hier vinden.
Corruptie
China staat op plaats 76 van de internationale corruptieranglijst van 180 landen, gelijk met Servië (Nederland staat op plaats 8). Corruptie heeft een sterke invloed op mensenrechten. De eerlijke rechtsgang wordt gehinderd, misdrijven worden verhuld, de georganiseerde misdaad krijgt veel meer kansen, de ongelijkheid in toegang tot zorg en voorzieningen wordt groter, burgers verliezen het vertrouwen in de overheid. In China zijn er geregeld met veel publiciteit omgeven rechtszaken tegen (hoge) corrupte functionarissen. Corruptie is in China wellicht de grootste gedeelde zorg van de bevolking en is vaak onderwerp van petities, sociale onrust en demonstraties. De corruptie neemt in China de vorm aan van betalingen met steekpenningen, maar nog vaker gaat het om het hebben en misbruiken van guanxi, persoonlijke relaties, bijvoorbeeld met hogere partijkaders en mensen binnen de overheid. Meer informatie over corruptie kan je hier vinden.
De Olympische Spelen in 2008 en 2022
In 2008 vonden de Olympische Zomerspelen plaats. De Chinese regering zegde toe dat er gedurende deze Spelen vrijheid van demonstratie zou zijn. In de praktijk was dat alleen mogelijk in aangewezen parken, in aanwezigheid van veel politie. Er werd vrije toegang voor journalisten toegezegd, maar die toegang bleek meestal net zo moeilijk als voorafgaand aan de Spelen (en daarna). Een groot aantal protesten tegen de bouw van de infrastructuur van de Spelen, die onder meer leidde tot huisuitzettingen, werd onderdrukt en enkele demonstranten belandden in de gevangenis. Ook de beloften van het Internationaal Olympisch Comité werden geen werkelijkheid. Voorzitter Rogge beloofde verbetering van de mensenrechten tijdens de Spelen en sportbonden zegden toe dat mensenrechten een belangrijke rol zouden gaan vervullen bij het al dan niet toekennen van de Spelen. Maar de duidelijke verslechtering van de mensenrechtensituatie in China heeft niet verhinderd dat dat land de Winterspelen 2022 kreeg toegewezen.
De Winterspelen in 2022 werd door China gebruikt om zijn wereldwijde image te verbeteren, ook wel sportswashing genoemd. Het maakt gebruik van de glamour, het prestige en de publieke belangstelling van sport om zijn slechte staat van dienst op het gebied van mensenrechten te verdoezelen. Daarnaast wilde de Chinese overheid deze Olympische Winterspelen vooral gebruiken om de eigen almacht ten toon te spreiden. Zowel tegenover de buitenwereld als tegenover de eigen bevolking wilde de Chinese overheid laten blijken hoe machtig ze zijn en hoe belangrijk hun positie zal blijven in de toekomst. Meer informatie over de Olympische Spelen 2022 en sportswashing in China kan je hier vinden.
Het rechtssysteem
Advocaten zijn zwaar getroffen door de ‘709 crackdown’ (lees ‘hier’ meer over de crackdown), de arrestatie en ondervraging van honderden advocaten en mensenrechtenverdedigers in juli 2015. De uitkomst van strafprocessen wordt in China voor het overgrote deel van tevoren bepaald: in meer dan 99,9 procent van de strafzaken volgt een veroordeling. De onafhankelijkheid van rechtspraak, een van de focussen binnen de Verenigde Naties, is een antithema in China. Het aantal opgelegde doodstraffen en uitgevoerde executies is in China waarschijnlijk nog altijd groter dan in alle andere landen van de wereld tezamen. De Chinese overheid publiceert over het aantal executies geen cijfers. Meer informatie over het Chinese rechtssysteem kan je hier vinden.
Buitenlandpolitiek
China’s positie in internationale betrekkingen is niet erg hartelijk. Zo is de feitelijke betekenis van de EU-China-dialoog erg gering: de EU kan daarin nauwelijks betekenisvolle invloed uitoefenen. China is er in VN-organen zoals de Veiligheidsraad en de Mensenrechtenraad vooral op uit kritiek af te wenden of onmogelijk te maken, onder meer door sterke druk uit te oefenen op armere lidstaten die financieel van China afhankelijk zijn. China breidt de politiek en economische invloed uit door programma’s zoals het “Belt and Road Initiative“, waarbij meer dan 100 landen zijn betrokken. Meer informatie over de Belt and Road Initiative kan je hier vinden.