China en covid-19
In december 2019 werden in het Chinese Wuhan de eerste gevallen van het coronavirus covid-19 ontdekt en besproken onder een groepje lokale artsen. In plaats van hun zorgen serieus te nemen, werden de betrokken wetenschappers gesommeerd om de informatie geheim te houden.
Zo werd dr. Li Wenliang berispt voor het verspreiden van de bevindingen. Hij moest een brief ondertekenen die stelde dat hij op illegale wijze onware informatie had verspreid, en zo de sociale orde ernstig had verstoord.
Relatieve openheid en strenge censuur
Dr. Li Wenliang ging na zijn berisping weer aan het werk, maar raakte vervolgens zelf geïnfecteerd met het virus. Hij overleed in februari 2020 aan de gevolgen ervan. Na een storm van protest trokken de autoriteiten de beschuldigingen tegen dr. Li in, en boden ze officieel hun excuses aan zijn familie aan. Zijn dood, de aanhoudende censuur en nieuwe inzichten over de schaal van coronabesmettingen in China resulteerden echter in een storm van (online) kritiek. Dr. Li Wenliang’s Weibo (Chinese Twitter)-account veranderde in een virtuele ‘klaagmuur’, waar netizens hun steun betuigden en zich beklaagden over de overheidsaanpak. Hoewel er op sommige momenten een relatieve openheid was voor mensen om hun zorgen uit te drukken, haalde strenge censuur steeds de bovenhand. Burgerjournalisten die kritisch rapporteerden over de Covid maatregelen – zoals Chen Qiushi en Fang Bin – verdwenen van de radar of zijn gevangengezet, zoals Zhang Zhan. Activisten zoals Chen Mei, die zich inspanden om een archief op te bouwen van gecensureerde artikelen over covid-19, werden vervolgd en vastgehouden (lees hier meer over censuur in China).
Persvrijheid en het recht op onafhankelijke informatie zijn onmisbare mensenrechten in het effectief bestrijden van een pandemie. Eind december 2019 werden de eerste anti-coronamaatregelen getroffen, maar de Chinese autoriteiten lieten na om vitale informatie over de aard en verspreiding van het virus publiekelijk te verspreiden. Hierdoor ging kostbare tijd verloren. Op 30 januari verklaarde de Wereldgezondheidsorganisatie het virus een ‘global emergency’. Toen had het virus in alle Chinese provincies al zijn intrede gedaan. Wereldwijd heeft het coronavirus een belangrijke impact op de mensenrechten.
Inperking bewegingsvrijheid
China hield zich strikt vast aan het zero-covid-beleid, waarbij geen enkele besmetting in het land acceptabel was. Hiervoor werden er vergaande maatregelen genomen om de verspreiding van het virus te voorkomen, zoals reis- en uitgaansverboden, en lockdowns in de steden.
Shanghai is in het voorjaar 2022 ruim twee maanden in lockdown geweest, waarbij inwoners hun woning alleen mochten verlaten voor een PCR test of urgente medische hulp. Naar buiten gaan voor een wandeling of om boodschappen te doen was niet toegestaan. Ambtenaren en vrijwilligers brachten eten rond, maar vanwege de omvang en het hoeveelheid werk hebben mensen soms dagenlang geen eten gehad en hebben zij op hun laatste voorraad moeten teren. De opheffing van de lockdown betekende echter niet dat de bewoners weer helemaal vrij waren. Lokale lockdowns in de stad waren nog steeds aan de orde om de besmetting in te dammen. De lockdown in Shanghai heeft er echter ook voor gezorgd dat de economie het zwaar te verduren heeft gehad en het zal nog maanden duren voordat bijvoorbeeld de internationale distributie weer op orde is. Dit heeft ook tot gevolg gehad dat internationale bedrijven hebben overwogen om Shanghai te verlaten en hun bedrijf elders voort te zetten.
Zorgen om het imago
Naast de hierboven beschreven concrete maatregelen besteedden de autoriteiten ook veel aandacht aan China’s imago. De partijtop in Wuhan werd beschuldigd van nalatigheid en prompt vervangen. Internationaal voerde China stevige corona-propaganda. China spande zich in om schuld over de uitbraak en de globale verspreiding van het virus af te wenden, en gebruikte de pandemie om het eigen regeringssysteem te promoten en zijn imago in het buitenland te versterken.
Zo speculeerde China via verschillende diplomatieke kanalen over de oorsprong van het virus, en suggereerde het dat het virus mogelijk uit de VS kwam. De Chinese ambassade in Den Haag haalde fel uit naar de Volkskrant naar aanleiding van een artikel over de toedracht van en de Chinese respons op het virus. De autoriteiten belichtten ook steevast de hoeveelheid medische hulpgoederen die vanuit China naar andere landen vertrokken, maar waarschuwden tegelijkertijd dat gebreken die werden vastgesteld bij hulpgoederen ‘geen politiek issue’ mochten worden.
De Chinese overheid bleef lang vasthouden aan het zero-covid-beleid. Binnen China nam de kritiek van inwoners op deze aanpak toe. China gebruikte nieuwe covidtaal, waarbij er bijvoorbeeld niet meer van een lockdown wordt gesproken maar van een stille periode, in een poging om steun te blijven generen voor hun covidmaatregelen. Li Qiang, de partijsecretaris van Shanghai die de lockdown in deze stad overzag, kreeg via social media veel kritiek over zich heen. Ondanks de onvrede over zijn aanpak van de Covid situatie, is hij bij het twintigste Partijcongres benoemd tot lid van het Permanente Comité van het Politbureau.
Sinds december 2022 heeft de Chinese overheid het zero-covid-beleid losgelaten.