Sinds haar oprichting in 1961 zet Amnesty zich in voor het recht op vrijheid van meningsuiting. Dat deden – en doen we nog steeds – door op te komen voor gewetensgevangenen, die alleen maar vanwege hun mening vastzitten.
In tal van landen wordt de vrije meningsuiting beperkt door onderdrukkende wetten. Amnesty Nederland richt zich met name op een aantal landen waar het met de vrije meningsuiting slecht is gesteld: Rusland, China, Turkije, Saudi-Arabië en Indonesië. Met nieuwe wetten krijgen de autoriteiten steeds meer middelen in handen om critici van de regering monddood te maken. Door druk uit te blijven oefenen probeert Amnesty te bewerkstelligen dat die wetten aangepast worden.
Amnesty vindt het cruciaal dat in deze, en andere, landen de richtlijnen van de Europese Unie voor de vrijheid van meningsuiting worden nageleefd. Die richtlijnen geven diplomaten op ambassades een arsenaal aan mogelijkheden om de vrije meningsuiting te bevorderen.