Wat moeten de landelijke en lokale overheden doen?
Iedereen in Nederland moet gebruik kunnen maken van het recht om te demonstreren. Daarvoor is betere kennis over en begrip voor het demonstratierecht nodig. Bij de landelijke politiek, lokale ambtenaren én het bredere Nederlandse publiek.
Landelijke overheid
De landelijke overheid moet de wet- en regelgeving in lijn brengen met internationale mensenrechtenstandaarden. Dat betekent dat de Wet openbare manifestaties (Wom), die het recht op vergadering en betoging regelt, moet worden aangepast. Amnesty wil dat de bepaling die het mogelijk maakt een demonstratie te verbieden of te beëindigen enkel omdat deze niet (tijdig) is aangemeld, wordt geschrapt (in artikel 5 en 7). Amnesty onderschrijft het belang van het aanmelden van het protest; het stelt de gemeente immers in staat zich goed voor te bereiden op het protest en het zo maximaal te faciliteren. De burgemeester kan dan indien nodig tijdig wegen afzetten, het verkeer omleiden of extra politie inzetten om het protest veilig te laten verlopen. Het inperken van een protest enkel en alleen vanwege het ontbreken van een (tijdige) kennisgeving is echter in strijd met de mensenrechten.
Ook willen we dat het niet langer strafbaar is als iemand deelneemt aan een niet (tijdig) aangemeld protest. Amnesty pleit daarnaast voor het schrappen van de bepaling die stelt dat het verkeersbelang een zelfstandige grond vormt voor het inperken van een protest. Het feit dat het verkeersbelang in de Wom is opgenomen is strijdig met de mensenrechten, en op zijn best verwarrend voor lokale overheden én de burger.
Amnesty wil dat de politie niet langer vreedzame demonstranten om een legitimatiebewijs vraagt. De politie mag alleen een ID vorderen als dat ‘noodzakelijk is voor de redelijke taakuitoefening’, bijvoorbeeld bij verdenking van een strafbaar feit, of als de politie iemand later wil horen als getuige.
De overheid mag demonstranten niet monitoren of volgen met surveillancetechnologie, tenzij dat strikt noodzakelijk is en dit gebeurt in overeenstemming met de mensenrechten. De politie monitort activisten op sociale media en zet steeds vaker drones of andere camera’s in om demonstranten tijdens het protest te observeren. Het bewaren van beeldmateriaal van demonstraties door de politie kan in strijd zijn met het recht op privacy. Bovendien kan het fotograferen of filmen tijdens demonstraties, om op die manier inlichtingen te verzamelen, mensen ontmoedigen om te gaan demonstreren. De politie mag dit niet stelselmatig doen.
Amnesty wil dat de overheid beleid ontwikkelt voor het monitoren, fotograferen en filmen van demonstranten. Dit beleid moet in lijn zijn met de mensenrechten
Gemeenten
De gemeente moet het demonstratierecht beschermen. Toch werden in de afgelopen jaren diverse demonstraties onterecht verboden of ingeperkt. Burgemeesters beperkten demonstraties uit vrees voor ongeregeldheden, of vanwege overlast voor omstanders, winkelend publiek of het verkeer. Een demonstratie mag enige hinder veroorzaken.
Amnesty signaleert ook dat er nog veel praktische obstakels zijn om een demonstratie te organiseren; gemeenten vragen bijvoorbeeld veel gegevens op die niet per sé noodzakelijk zijn om een goed verloop van de demonstratie mogelijk te maken. Of eisen van een organisatie dat zij zelf verkeersregelaars of beveiligers inhuurt. Dit vormen allemaal onnodige drempels voor het organiseren van een protest.
Om het demonstratierecht op lokaal niveau beter te waarborgen heeft Amnesty het Manifest Demonstratierecht opgesteld. Lokale campagneteams gaan met hun gemeente in gesprek om verbeteringen aan te brengen, zodat iedereen die in die gemeente wil demonstreren op een eenvoudige manier gebruik kan maken van het demonstratierecht. Gemeenten die het Manifest Demonstratierecht ondertekenen zeggen toe de regels en de praktijk in lijn te brengen met de mensenrechten.
De 11 punten van het Manifest Demonstratierecht
De 11 punten van het Manifest Demonstratierecht
- De termijn en aanmeldprocedures voor de kennisgeving zijn laagdrempelig en toegankelijk voor iedereen.
- De kennisgeving is het startpunt voor een open dialoog. De wensen van de demonstranten/organisatie staan hierbij zoveel mogelijk voorop.
- Elke demonstratie is anders. De gemeente beoordeelt elke demonstratie apart.
- De gemeente spant zich in om elke demonstratie mogelijk te maken. Ook als deze niet of te laat is aangemeld. Geen kennisgeving, of een te late kennisgeving, is nooit de reden om een demonstratie te beperken, laat staan te verbieden.
- De gemeente legt alleen beperkingen op die strikt noodzakelijk zijn voor de openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
- De burgemeester motiveert eventuele voorschriften tijdig.
- De burgemeester geeft alleen in zeer uitzonderlijke situaties een noodbevel af.
- De politie beschermt elke vreedzame demonstratie.
- Na afloop van een demonstratie gaat de gemeente met alle betrokkenen in gesprek om het verloop te evalueren en te kijken waar het beter kan.
- De gemeenteraad evalueert het gevoerde beleid rond demonstraties.
- Medewerkers van de gemeente, inclusief de politie, zijn goed op de hoogte van de mensenrechten en wettelijke kaders van het demonstratierecht.
Gemeenten die het manifest hebben ondertekend
Sinds september 2022 lopen er in ruim vijftien gemeenten gesprekken over het demonstratierecht in de stad aan de hand van het manifest. Gemeente fracties hebben moties. In een aantal gemeenten heeft dit al geleid tot de ondertekening van het manifest door de gemeenteraad en de burgemeester. Deze gemeenten hebben hun handtekening gezet onder het manifest: Breda, Den Bosch, Eindhoven, Tilburg, Utrecht en Arnhem.