Dagmar: ‘Het mag gewoon niet. Punt.’
Dagmar Oudshoorn is de directeur van Amnesty International Nederland. Ze vertelt over haar ervaringen met etnisch profileren en haar strijd hiertegen.
Lees ook:
Amnesty voert campagne tegen etnisch profileren. Doe mee en teken de petitie!
‘Het is nog een slimme ook’
‘Een agent van de spoorwegpolitie vroeg op station Roosendaal naar mijn ID. Ik was vrij jong, studeerde nog, maar had meteen door dat er op dat moment geen goede reden was om naar mijn legitimatiebewijs te vragen. Toen ik hem om de reden vroeg antwoordde hij ‘Het is nog een slimme ook’. Dit was de eerste keer dat ik te maken kreeg met etnisch profileren.’
Vernederende ervaringen
‘Als persoon van kleur heb ik al vaak meegemaakt dat winkelpersoneel me in de gaten houdt. Dat iemand zijn tas steviger tegen zich aantrekt, als ik dichtbij kom zitten. Dat zijn vervelende, vernederende ervaringen. Het zijn individuen die misschien door een gebrek aan kennis, opvoeding of gewoon uit puur racisme mij op mijn huidskleur beoordelen. Dat is heel naar, maar ik ben er gewend aan geraakt. Wat deze individuen doen, mag de overheid absoluut niet doen. De overheid moet het goede voorbeeld geven en al haar burgers gelijk behandelen.’
Het is geen toeval
Het bleef niet bij die ene ervaring in Roosendaal. Dagmar vertelt hoe ze bijvoorbeeld na reizen naar Aruba en Curaçao, waar ze onderzoek doet voor Amnesty, op Schiphol steevast vragen krijgt. ‘Het gaat niet om de individuele ervaringen, het gaat om het patroon. Dat toont aan dat het geen toeval is dat ik er zo vaak word uitgepikt.’
Campagne tegen etnisch profileren
‘Ik heb als kind al geleerd om me uit te spreken tegen onrechtvaardigheid. En ik heb me lang geleden voorgenomen om in elke functie die ik heb te strijden tegen etnisch profileren. Nu kan ik als directeur van Amnesty echt een bijdrage leveren aan die strijd.’
Amnesty krijgt ook commentaar op de campagne tegen etnisch profileren. ‘Volgens sommige mensen besteden we alleen aandacht aan dit onderwerp, omdat een vrouw van kleur directeur is. Deze mensen weten misschien niet dat Amnesty 11 jaar geleden, ver voordat ik bij de organisatie kwam werken, al een rapport uitbracht over etnisch profileren door de politie. We komen nu wéér met een campagne omdat het nog steeds nodig is. Voorbeelden als het toeslagenschandaal tonen aan dat uitvoeringsdiensten van de overheid niet kleurenblind zijn.’
Lijst met potentiële fraudeurs
Mensen met een migratieachtergrond werden door de belastingdienst bovengemiddeld vaak verdacht van fraude met toeslagen. Toen het toeslagenschandaal uitkwam, werd ook het bestaan van de Fraude Signalering Voorziening-lijst bekend. Iedereen die op die lijst stond moest daarvan op de hoogte worden gesteld. Ook Dagmar kreeg een brief. ‘Ik was boos. Tot mijn verbazing stond ik al 14 jaar op een lijst met potentiële fraudeurs. Toen ik vroeg waarom, konden ze me dat niet vertellen. Ze hebben dus ook nooit bekeken of ze me van de lijst konden afhalen. Het doet pijn want ik vind belasting ontzettend belangrijk. Met ons belastingsysteem financieren we de verzorgingsstaat. Zolang als ik met mijn partner, een witte man, samenwoon, zijn we ook fiscaal partners. Hij stond niet op de lijst. Er is duidelijk sprake van onrechtvaardigheid. Deze ervaring, opgeteld bij alle keren dat ik er op Schiphol ben uitgepikt, schaden mijn geloof in de rechtsstaat.’
Rechtszaak tegen de staat
Dagmar was nauw betrokken bij de rechtszaak die Amnesty samen met Controle Alt Delete, RADAR en NJCM-PILP tegen de staat aanspande vanwege etnisch profileren door de Koninklijke Marechaussee. ‘We wonnen. De rechter oordeelde dat de Koninklijke Marechaussee niet mag etnisch profileren. De volgende stap zou moeten zijn dat de regering ervoor zorgt dat alle andere uitvoeringsorganisaties ook niet meer etnisch profileren. Maar die stap is nog niet gezet. Terwijl er nog zoveel voorbeelden zijn van diensten waar het misgaat. Het is gewoon triest dat artikel 1 van onze grondwet niet voldoende is. Dat er een rechter aan te pas moet komen om etnisch profileren te stoppen.’
‘Het mag gewoon niet’
Kritiek op alle aandacht voor etnisch profileren wuift Dagmar weg. ‘Ambtenaren of politici die etnisch profileren toepassen of goedkeuren doen hun werk niet goed. Het is ook niet nodig. Er zijn andere methodes om fraude op te sporen, om criminaliteit terug te dringen. Mensen die etnisch profileren niet ernstig vinden gaan voorbij aan de ervaringen van mensen die het dagelijks meemaken. Ik heb niets tegen controles, maar ze mogen niet selectief zijn. Controleer iedereen in de rij, of elke tiende auto.’
‘Als ik voor de zoveelste keer iets over etnisch profileren zie in de media of op social media stemt me dat zeker niet hoopvol over de toekomst. Maar ik voel dan ook de drang om nog harder te strijden. Ik ben blij dat ik een bijdrage aan die strijd kan leveren. Ik voel me geen slachtoffer. Ik ben het ook niet. Maar etnisch profileren maakt wel degelijk slachtoffers. En ik zal etnisch profileren nooit accepteren. Het mag gewoon niet, punt.’