Vijf vragen over de inzet van het waterkanon bij (vreedzame) demonstraties
1. Wat is een waterkanon?
Een waterkanon (waterwerper) is een geweldsmiddel dat in Nederland alleen bij optreden van de Mobiele Eenheid mag worden gebruikt. Het waterkanon is bedoeld om een groep mensen uiteen te drijven en of gewelddadig gedrag te stoppen.
Met een waterkanon kan op verschillende manieren gespoten worden. Het effect is afhankelijk van onder meer de pompkracht/waterdruk, het type spuitmond, en de richting en de afstand tot het doel. Ook de windkracht en -richting kunnen een rol spelen.
In wat de politie ‘nevelstand ’noemt, wordt het water als een regen over de groep gespoten. Deze nevelstand wordt gebruikt om mensen ‘een nat pak te bezorgen’ en ze zo te ontmoedigen op een bepaalde plek te blijven. Het water kan ook met grote kracht, in een gerichte straal, tegen een groep ingezet worden, de zogenaamde ‘jet stand’.
Aan het water kunnen chemische elementen toegevoegd worden, zoals kleurmiddelen of irriterende stoffen, maar in Nederland gebeurt dit niet.
2. Wat zijn de risico’s van een waterkanon?
Het waterkanon is een zwaar, potentieel gevaarlijk geweldsmiddel. Dat blijkt ook uit het feit dat in Nederland de Mobiele Eenheid (ME) het waterkanon alleen mag inzetten met expliciete toestemming van de burgemeester.
De inzet van het waterkanon heeft, afhankelijk van de spuitkracht verschillende serieuze risico’s. Met name een op een groep personen gerichte hogedrukwaterstraal, de ‘jet stand’, kan (onbedoeld) ernstig letsel toebrengen. In Eindhoven liep een omstander een schedelbasisfractuur op na gebruik van de jet straal. Het slachtoffer werd met hoge kracht tegen een muur gespoten. In Stuttgart is een demonstrant blijvend blind aan één oog, en in Zuid-Korea werd een activist gedood door de waterstraal.
Daarnaast zijn er serieuze risico’s op ‘secundaire’ verwondingen. Het wegdek kan glad worden waardoor mensen die proberen weg te komen uitglijden. Mensen kunnen door de kracht van de straal (over elkaar) vallen, of op een object terechtkomen. Losse objecten, bijvoorbeeld een terrasstoel, kunnen door de waterstraal de lucht in geslingerd worden als projectielen en zo (ernstige) verwondingen veroorzaken. Wanneer de waterstraal tegen het gezicht komt, bestaat het risico op hoofd- of oogletsel. Bij lage temperaturen lopen mensen bovendien het gevaar onderkoeld of in shock te raken.
3. Welke regels gelden er in Nederland?
In een Ambtsinstructie staat beschreven in welke situaties de politie een geweldsmiddel mag inzetten. Hierin staat dat de Mobiele Eenheid het waterkanon mag inzetten in het kader van openbare ordehandhaving. Voor zover Amnesty weet, is dit niet nader uitgewerkt in instructies of beleid over situaties waarin het waterkanon wel (of niet) mag worden ingezet, hoe het wapen mag worden ingezet, vanaf welke afstand en onder welke druk (aantal bar) het water gespoten mag worden, en onder welke weersomstandigheden (omgevingstemperatuur) inzet van het waterkanon nog veilig is. Duidelijke instructies verkleinen het risico op onprofessioneel en onrechtmatig gebruik, en daarmee het risico op schade en letsel. Transparante en duidelijke regels kunnen ook bijdragen aan het (vergroten van het) vertrouwen in het politieoptreden.
Hoe dan ook geldt dat de inzet van het waterkanon in alle gevallen in overeenstemming moet zijn met de mensenrechtenverdragen en standaarden voor politiegeweld. Meer daarover in het Amnesty en Omega rapport en in de door Amnesty opgestelde richtlijnen.
Het waterkanon blijft een serieus geweldsmiddel waar concrete gevaren aan kleven. Amnesty pleit dan ook voor terughoudendheid bij de inzet ervan.
4. Mag een waterkanon ingezet worden bij vreedzame demonstraties?
Een waterkanon is een zeer serieus geweldsmiddel. Zeker wanneer de hogedrukstraal wordt gebruikt is er een reëel risico op (ernstig) letsel. De politie kan niet zomaar een waterkanon inzetten, maar moet goed kijken naar de ernst van het strafbare feit en het doel dat ze willen bereiken. Ook moet ze dat geweldsmiddel inzetten dat het minst ingrijpend is. Het is vaak moeilijk om mensen die geweld plegen te onderscheiden van omstanders. Het waterkanon mag daarom alleen in situaties gebruikt worden waarin het geweld niet langer beheersbaar is door individuele geweldplegers te isoleren.
Tijdens volledig vreedzaam protest is het dan ook moeilijk voor te stellen dat de inzet van het waterkanon, in ieder geval wanneer dat in de ‘jet stand’ is, gepast zou kunnen zijn. Er is immers geen sprake van geweld.
Onder zeer strikte voorwaarden kan een vreedzaam protest worden beëindigd. De demonstranten moeten dan vertrekken. Of de politie dan een waterkanon zou mogen inzetten hangt af van verschillende factoren, waaronder de gebruikte stand, de afstand tot de demonstranten en of er voldoende gewaarschuwd is zodat mensen de mogelijkheid hadden weg te gaan.
5. Wat doet het waterkanon in de beeldvorming rondom vreedzaam protest?
De aanwezigheid van een waterkanon heeft een intimiderend effect op vreedzame demonstranten. Het kan mensen er van weerhouden in de toekomst deel te nemen aan vergelijkbare acties. Dit chilling effect zet het demonstratierecht verder onder druk. Het waterkanon kan bovendien een escalerende werking hebben; het zet de politie en demonstranten lijnrecht tegenover elkaar, terwijl de politie altijd de-escalerend moet optreden.
Ten slotte wijst Amnesty op het risico van verbloemend taalgebruik waarmee de inzet van het waterkanon beschreven wordt. Door de risico’s van het waterkanon te minimaliseren met termen als ‘nevelstand’ en ‘waterwerper’ minimaliseert de politie de mogelijke impact van dit geweldsmiddel.