Wat is er aan de hand?
In november 2019 gingen Iraniërs massaal de straat op toen bekend werd dat de benzineprijs fors zou stijgen. De politie trad keihard op tegen de demonstranten. Zeker driehonderd – maar mogelijk veel meer – mensen werden gedood, ten minste zevenduizend mensen werden gearresteerd. In januari 2020 braken nieuwe protesten uit, nu uit woede over het neerhalen van een Oekraïens passagiersvliegtuig dat werd aangezien voor een Amerikaanse raket. Dat gebeurde kort nadat generaal Soleimani op 3 januari tijdens een Amerikaanse droneaanval werd gedood. Soleimani stond sinds 1998 aan het hoofd van de Quds-brigade, een elite-eenheid binnen de Iraanse Revolutionaire Garde.
De Revolutionaire Garde werd opgericht in 1979, nadat de sjah was afgezet en was vervangen door de (sjiitische) geestelijk leider ayatollah Khomeini. Khomeini vertrouwde het leger niet en richtte de Garde op om hem te beschermen. De rol van de Revolutionaire Garde werd groter tijdens de oorlog tussen Iran en het door de soenniet Sadam Hussein geleide Irak (1980-1988). Daarna groeide de macht van de Garde op economisch gebied door investeringen in bedrijven en vastgoed. De Revolutionaire Garde telt nu zo’n 125 duizend soldaten. De speciale Quds-brigade is verantwoordelijk voor Iraanse militaire operaties in het buitenland. Zo vecht zij in Syrië aan de zijde van de sjiitische president Assad.
Na de dood van de profeet Mohammed in 632 raakten zijn volgelingen verdeeld. De sjiieten vonden dat Ali, de man van Mohammeds dochter Fatima, zijn opvolger moest worden. Stamhoofden vonden echter Mohammeds vriend en adviseur Abu Bakr de meest bekwame man om hen te leiden. De onenigheid over Mohammeds opvolging verdeelde de islamitische wereld in sjiieten, en aanhangers van de stamhoofden, de soennieten. Nu is in de Arabische wereld de meerderheid, zo’n 85 procent, soenniet. Alleen in Iran, Irak en Azerbeidzjan woont een sjiitische meerderheid. Het sjiitische Iran en het soennitische Saudi-Arabië zijn aartsrivalen. Beide landen zien zich als hoeder van de ware islam.
Iran steunt in Libanon de sjiitische Hezbollah met geld en wapens. Iran is een bondgenoot van president Assad van Syrië. De Iraanse generaal Soleimani speelde er een sleutelrol en stuurde er de milities en gewapende groepen aan. Na de val van de soennitische president Hussein steunt Iran ook Irak, waar de bevolking overwegend sjiitisch is. Die steun gaat naar milities die strijden tegen Islamitische Staat. Ook helpt Iran bij het neerslaan van burgerprotesten. In Jemen steunt Iran sjiitische Houthi-rebellen militair. En in de Palestijnse gebieden krijgt onder meer Hamas financiële steun. Deze militante beweging is weliswaar soennitisch, maar strijdt tegen Irans vijand Israël.
Veel Iraniërs haatten de sjah (1941-1979) die van Iran een politiestaat maakte. De VS steunden de sjah, waardoor de bevolking zich ook tegen dat land keerde. In 1979 namen geestelijken de macht in Iran over. Dat jaar bezetten Iraanse studenten de Amerikaanse ambassade uit angst voor een staatsgreep. De VS verbraken daarop de diplomatieke banden met Iran en legden het land economische sancties op waar de bevolking de dupe van is. Nadat president George Bush Iran in 2002 tot de ‘as van het kwaad’ rekende omdat het terroristen zou beschermen, nam de onderlinge haat toe. Door de moord op Soleimani, in opdracht van president Trump, lopen de spanningen verder op.
Beide landen bevechten elkaar op andermans grondgebied. In 2019 vielen door Iran gesteunde Jemenitische Houthi’s bijvoorbeeld olie-installaties in Saudi-Arabië aan. Ook in Jemen bestrijden beide landen elkaar. In 2012 werd daar president Saleh, een sjiitische Houthi, vervangen door de overwegend soennitische regering van president Al-Hadi. De Houthi’s kwamen in opstand, waarna een burgeroorlog uitbrak. Saudi-Arabië vecht met andere soennitische landen aan de zijde van Al-Hadi. Zo wil het land voorkomen dat de invloed van aartsvijand Iran, dat de sjiitische Houthi’s steunt, zich verder uitbreidt in de regio.
Amnesty roept de Iraanse autoriteiten op de vreedzame demonstranten te beschermen en hun recht op demonstratie te respecteren. Daders van gewelddadigheden tegen de demonstranten moeten worden berecht.