Spanje: arrestaties van Catalaanse politici

Wat vindt Amnesty van de beschuldigingen van rebellie, opruiing en misbruik van gemeenschapsgeld tegen Carles Puidgemont, de voormalige president van de Catalaanse regering, evenals tegen zijn voormalige ministers en enkele leden van het Catalaanse parlement?

Amnesty erkent dat de Catalaanse politici mogelijk een strafbaar feit hebben gepleegd en daarom mogelijk vervolgd kunnen worden. Amnesty kan, bij gebrek aan gedetailleerd bewijsmateriaal, geen standpunt innemen over de juistheid van de beschuldigingen.

Achtergrond

Op 30 oktober diende de Spaanse procureur-generaal een aanklacht in bij het  Hooggerechtshof tegen de voormalige president van de Catalaanse regering Carles Puidgemont, dertien voormalige ministers en verschillende voormalige leden van het Catalaans parlementsbureau, waaronder president Carme Forcadell.

Volgens de procureur-generaal zijn de politici allemaal strafrechtelijk aansprakelijk voor rebellie, opruiing en misbruik van gemeenschapsgeld. Het gerechtelijk onderzoek loopt nog, de aanklacht is voorlopig en de strafbare feiten zijn nog niet vastgesteld.

Amnesty heeft geen toegang tot alle relevante informatie. De respectievelijke rechtbanken moeten ervoor zorgen dat discretionaire vervolgingsbevoegdheden niet willekeurig of onredelijk worden uitgeoefend. Indien de rechtbank oordeelt dat de door het Openbaar Ministerie vastgestelde aanklachten niet voldoen aan de wettelijke vereisten voor een specifiek misdrijf, moeten ze worden afgewezen of herzien.

Op 7 september 2017 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat het referendum over de onafhankelijkheid van Catalonië van Spanje ongrondwettelijk was. En dat daarmee de acties van de gekozen en openbare politici die het referendum organiseerden en voor stemden onwettig waren.

Amnesty betwist de uitspraak van het Constitutionele Hof niet. Net als de mogelijkheid dat de Catalaanse politici, die betrokken waren bij de organisatie van het referendum, een ​​strafbaar feit hebben gepleegd.

Hoewel politici bij wet verplicht waren om zich te houden aan de uitspraak van het Constitutionele Hof (dwz hun handelingen werden niet beschermd door het recht op vrijheid van meningsuiting), hadden individuen en organisaties het recht om hun mening te uiten en openbare vergaderingen te organiseren en bij te wonen.

In dit verband heeft Amnesty haar bezorgdheid uitgesproken over de vervolging en voorlopige hechtenis van Jordi Cuixart en Jordi Sanchez, de voorzitters van twee maatschappelijke organisaties die de onafhankelijkheid van Catalonië nastreven. Als privépersonen hadden zij het recht om hun mening te geven en openbare vergaderingen te organiseren ter ondersteuning van het referendum. Op 20 en 21 september blokkeerden ze volgens de rechter een legale politieoperatie. Het tweetal is in voorlopige hechtenis genomen wegens opruiing. Een misdrijf dat onder Spaans recht tot een gevangenisstraf van tien jaar kan leiden. Volgens Amnesty vormt dit een onevenredige beperking van hun recht op vrijheid van vergadering.

Terwijl een klein aantal mensen in de menigte op 20-21 september 2017 geweld gebruikte tegen wetshandhavers en een legale politieoperatie belemmerde, maakten anderen gewoon gebruik van hun recht op vrijheid van vreedzame vergadering en vrijheid van meningsuiting.

Toen sommige mensen op 1 oktober een wettig politieoptreden probeerde tegen te houden die als doel had het referendum te voorkomen, documenteerde Amnesty meerdere gevallen van onrechtmatig/onwettig gebruik van geweld door wetshandhavers tegen vreedzame betogers. Naar aanleiding daarvan roepen we op tot een onpartijdig, grondig en onafhankelijk onderzoek.

Het gebruik van geweld is vereist om aan de kwalificatie ‘rebellie’ te voldoen. Veel openbare bijeenkomsten werden georganiseerd voor, tijdens en na het referendum. De Catalaanse regering riep mensen op om zich voor en tijdens het referendum te mobiliseren en vreedzaam te protesteren tegen verschillende legale politieoptredens.

Het lijkt er niet op, op basis van het bewijs dat Amnesty heeft, dat er sprake is geweest van rebellie.

Waarom aanvaardt Amnesty International het vonnis van het Constitutionele Hof van 7 september?

Amnesty neemt geen standpunt in over het recht op zelfbeschikking en dus over de vraag of de Catalaanse autoriteiten het recht hebben om de zelfbeschikking van Catalonië na te streven door een referendum over onafhankelijkheid te organiseren. Het Constitutionele Hof oordeelde dat het houden van het referendum ongrondwettig was. Amnesty betwist die beslissing niet.

Het recht op zelfbeschikking wordt erkend door internationale mensenrechtenverdragen. De exacte inhoud van dat recht is echter niet gedefinieerd. Er is geen erkende juridische definitie van zelfbeschikking of overeenstemming over de inhoud ervan. Het is dus onduidelijk of een etnische of linguïstische groep het recht heeft om controle te hebben over grondstoffen, autonomie hebben binnen een bestaande staat of zich kunnen afscheiden om een onafhankelijke staat te worden.

Het besluit van het Constitutioneel Hof is van toepassing op de acties van politici in Catalonië. Het recht op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering van niet-statelijke actoren die ideeën tot uitdrukking brengen die de onafhankelijkheid van Catalonië ondersteunen, moet echter worden gerespecteerd. Met name burgers moeten op elk moment individueel of gezamenlijk hun mening over het referendum en de onafhankelijkheid kunnen uiten. Amnesty is bezorgd dat de autoriteiten in sommige gevallen onevenredige beperkingen aan deze rechten hebben opgelegd.

Is Amnesty International tegen de voorlopige hechtenis van acht voormalige ministers van de Catalaanse regering?

Nee.

Op 2 november heeft een rechter van het Nationale Hof acht voormalige ministers vastgezet. Het hof rechtvaardigde het in voorlopige hechtenis nemen door te verwijzen naar de vereisten in de Spaanse wet. De politici zouden betrokken zijn bij misdrijven, kunnen mogelijk vluchten, nieuwe overtredingen begaan en bewijsmateriaal in gevaar brengen. Amnesty kan niet beoordelen of het vluchtrisico op andere manieren beperkt kan worden door bijvoorbeeld andere (beperkende) maatregelen te nemen.

Volgens internationaal recht is het gebruik van de voorlopige hechtenis echter alleen gerechtvaardigd als er geen alternatieve maatregel is die de belangen van justitie kan waarborgen. Bovendien moet de maatregel van voorlopige hechtenis regelmatig worden herzien door de rechtbanken.

Amnesty blijft de strafrechtelijke procedure volgen om te beoordelen of er een eerlijke rechtsgang plaatsvindt.

Is Amnesty tegen de uitlevering van Carles Puidgemont en andere voormalige ministers van de Catalaanse regering die zich momenteel in België bevinden?

Nee.

Carles Puidgemont en alle andere politici die momenteel worden vervolgd, hebben recht op een eerlijk proces dat voldoet aan de internationale mensenrechtenwetgeving. Hoewel wij elk geval apart beoordelen, heeft Amnesty op dit moment geen reden om aan te nemen dat ze geen eerlijk proces zouden krijgen, mochten ze worden uitgeleverd aan Spanje.