Djuna Josepa, peer educator bij Amnesty
© private

‘Het is goed om elkaar te leren begrijpen’

Djuna is een van Amnesty’s 32 ‘peer educators’: jongeren die op mbo-scholen workshops verzorgen voor (bijna-)leeftijdgenoten. Onderwerp: etnisch profileren. ‘Vaak is het een gevoelskwestie: kun je je inleven in anderen?’

Djuna Josepa gaat naar mbo-scholen door het hele land om voor Amnesty workshops te verzorgen voor de leerlingen. Het onderwerp is etnisch profileren, de praktijk waarbij de politie – zonder geldige reden – etnische minderheden vaker controleert. ‘Ik zat zelf op het mbo, dus het staat dicht bij me’, zegt Djuna. ‘En ik was al veel bezig met onderwerpen als identiteit, diversiteit en discriminatie, ook tijdens mijn hbo-studie Culturele en Maatschappelijke Vorming. Ik was op zoek naar iets maatschappelijks en dit is voor mij een belangrijk onderwerp.’

Hoe ging het de eerste keer dat je voor de klas stond?
‘We hadden twee dagen training gehad dus ik was goed voorbereid, maar toch behoorlijk zenuwachtig. Ik dacht: wat als het nou niet loopt? Maar het kwam eigenlijk vanzelf op gang en de studenten hadden behoorlijk veel te zeggen. We staan altijd met z’n tweeën voor de klas en we laten eerst de studenten óns profileren. Ze moeten raden: wat voor achtergrond hebben wij, wat voor kenmerken? Dat breekt het ijs en dan zit je meteen midden in het onderwerp. Vervolgens proberen we de studenten zo veel mogelijk zelf aan het woord te laten. En uiteindelijk blijkt het altijd heel leuk om te doen!’

Is etnisch profileren een onderwerp dat alle studenten direct aanspreekt?
‘Jazeker, hoewel het in grote steden meer speelt dan elders. Sommigen hebben er ervaring mee, maar soms hebben studenten geen idee dat het bestaat. Dan kan het wat lastiger zijn ze mee te krijgen. Wat goed werkt is een vertaalslag maken naar de eigen situatie. Want iedereen heeft weleens te maken gehad met vooroordelen. Vaak is het een gevoelskwestie: kun je je inleven in andere mensen, in andere situaties?’

Ontstaat er weleens spanning in de klas? Doordat studenten het onzin vinden bijvoorbeeld, of wanneer er onfrisse discussies worden gevoerd?
‘Eigenlijk heb ik dat nog niet meegemaakt. Maar studenten zeggen ook niet altijd wat ze echt bezighoudt natuurlijk. Als het gebeurt zou ik de boel even stilleggen en rust creëren, maar er wel op ingaan. Het is dan goed om wat van mijn eigen persoonlijke verhaal te delen, en dat van anderen. Zo breng je er wat diepgang in. Maar je moet het conflict natuurlijk niet groter laten worden.’

Waarom vind je het belangrijk om die workshops te geven?
‘Ik vind sowieso het thema discriminatie belangrijk, en dit is een goede manier om bij jongeren een zaadje te planten over wat vooroordelen en stereotyperingen kunnen doen. Wat voor effect het heeft op personen maar ook op de samenleving.’

Wat is het effect op de samenleving volgens jou?
‘In een van de filmpjes die we tonen komt een jongen aan het woord en die zegt iets als: “Als alle Nederlanders alle Marokkanen over één kam scheren, gaan wij dat ook omgekeerd doen. En dan loopt het niet goed af met de samenleving.” Je ziet in Nederland steeds meer een tweedeling, mensen worden tegenover elkaar gezet, er wordt gepolariseerd. Terwijl het goed is om elkaar juist wat beter te leren begrijpen.’

Hebben de workshops resultaat denk je?
‘Mijn rol is natuurlijk best minimaal: één workshop aan één klas. Maar je gaat wel het gesprek aan, waardoor ze erover gaan nadenken. Op het mbo is er niet veel aandacht voor dit onderwerp, dus hopelijk krijgen studenten door die workshops het gevoel dat ze erover kunnen praten en er zelf iets aan kunnen doen. Het is mooi als studenten zich er wat meer van bewust worden en in gesprek gaan met hun eigen omgeving, met hun vrienden, ouders, broers of zussen. En voor studenten die te maken hebben gehad met etnisch profileren, bieden de workshops hopelijk iets van bevestiging en de kans hun eigen verhaal te vertellen.’