Rusland
In 2016 werd in Rusland een aantal wetten aangenomen die de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering nog verder aan banden leggen. De lijst van organisaties die zijn geregistreerd als ‘buitenlandse agent’ groeide en de dreiging tegen het Amnesty-kantoor in Moskou nam toe. Amnesty verzet zich tegen deze ontwikkelingen door de positie van Russische mensenrechtenorganisaties te helpen versterken.
China
De Chinese autoriteiten lieten in 2016 opnieuw sterk blijken dat ze internationale inmenging niet tolereren, vooral op het gebied van mensenrechten. Anderen hebben de Chinese wet en soevereiniteit te respecteren, is het standpunt. Amnesty onderzocht het Nederlandse beleid ten aanzien van de bescherming van Chinese mensenrechtenverdedigers en voerde diverse acties voor hen.
Saudi-Arabië
Saudi-Arabië stond in 2016 aan het hoofd van een militaire coalitie die sinds maart 2015 bombardementen uitvoert in Jemen, met duizenden burgerslachtoffers tot gevolg. Volgens Amnesty-onderzoek pleegde de coalitie mogelijk oorlogsmisdaden, onder meer door gericht burgerdoelen aan te vallen. Amnesty’s politieke lobby richtte zich vooral op twee zaken: de Jemen-resolutie in de VN-Mensenrechtenraad en de onderdrukking van mensenrechtenverdedigers.
Turkije
De mensenrechtensituatie in Turkije verslechterde dramatisch na de mislukte coup op 15 juli 2016. Ruim 40 duizend mensen werden gearresteerd en meer dan 115 duizend ontslagen of geschorst. Tegen de meeste verdachten is geen aanklacht ingediend en velen kregen geen eerlijk proces. Amnesty Nederland zette zich samen met Amnesty Turkije in voor Turkse mensenrechtenverdedigers, en lobbyde namens hen om de aanwezigheid van EU-diplomaten bij rechtszaken te bewerkstelligen.
Indonesië
In Indonesië zaten in 2016 nog steeds tientallen gewetensgevangenen lange gevangenisstraffen uit, en werden onder meer leden van religieuze minderheden vervolgd. Vier mensen werden door de staat geëxecuteerd. Amnesty bleef zich inzetten voor waarheidsvinding en een einde aan de straffeloosheid rondom de grootschalige mensenrechtenschendingen in 1965 en de jaren daarna. In het rapport The Great Palm Oil Scandal bracht Amnesty grootschalige mensenrechtenschendingen op Indonesische palmolieplantages aan het licht, waaronder kinderarbeid.