‘Je wordt uitgedaagd met banken mee te denken’
Jeanet van der Woude over het Bankenconvenant.
In oktober 2016 was Amnesty Nederland een van de ondertekenaars van de Dutch Banking Sector Agreement on international responsible business conduct regarding human rights. Dit ‘Bankenconvenant’ moet mensenrechtenschendingen tegengaan door bedrijven waaraan banken leningen verstrekken. Jeanet van der Woude, Amnesty’s programmamedewerker Bedrijven en Mensenrechten, was betrokken bij de onderhandelingen. ‘Internationaal is dit uniek.’
Minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wilde met dertien ‘risicosectoren’ convenanten sluiten tussen bedrijven, ngo’s, vakbonden en overheid. Na de textielsector is de bankensector de tweede met een convenant. De ondertekenaars zijn, naast Amnesty, de Nederlandse Vereniging van Banken, de overheid, de vakbonden FNV en CNV, en de ngo’s Oxfam Novib en PAX. Tot nu toe zetten veertien banken hun handtekening onder een steunverklaring, waaronder ABN AMRO, ING en Rabobank. Hoewel de convenanten het hele spectrum moeten beslaan van de OESO-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen – die gaan over onder meer milieu, corruptiebestrijding en kinderarbeid – beperkt dit eerste bankenconvenant zich vooralsnog tot mensenrechten. Van der Woude: ‘Dat was op initiatief van de banken. Zij willen dit eerst goed doen en daarna uitbreiden. Voor ons als Amnesty was het logisch om dat te omarmen natuurlijk. Maar het is zeker de bedoeling dat het op termijn breder wordt getrokken.’
Hoe gingen de onderhandelingen?
‘Die hebben ruim een jaar geduurd. Met de ngo’s hadden we van tevoren gezamenlijke standpunten vastgelegd over onderwerpen als transparantie, genoegdoening voor slachtoffers en onafhankelijke monitoring. Voor ons was de inzet om voort te bouwen op de OESO-richtlijnen en de VN-principes voor bedrijven en mensenrechten. Overigens zijn die standaarden bedoeld voor bedrijven en niet altijd een-op-een te vertalen naar financiële instellingen. Een van de meest complexe onderwerpen tijdens de onderhandelingen was: heeft een bank een verantwoordelijkheid richting slachtoffers van schendingen als een zakelijke klant deze heeft veroorzaakt of ertoe heeft bijgedragen? Banken zeggen snel dat zij er te ver vanaf staan. Wij vinden dat ze die verantwoordelijkheid in sommige situaties wel hebben, bijvoorbeeld als ze bepaalde projecten mede financieren. Waar ligt die scheidslijn?
De uitkomst was dat een groep internationale experts samen met de partijen op basis van afzonderlijke cases bekijkt waar de verantwoordelijkheid ligt. Uiteindelijk moeten er criteria komen om dit grijze gebied te ontrafelen. Je kunt zeggen dat het frustrerend is dat er niet direct harde afspraken liggen, maar aan de andere kant: internationaal is het uniek dat dit in gang is gezet. De winst van het convenant is dat de banken nu hun handtekeningen hebben gezet onder deze afspraken. En als wij niet tevreden zijn over hun inspanningen, kunnen we een klacht indienen bij het klachtenmechanisme dat bij het convenant is ingesteld. Dat is een stok achter de deur. Die stok kan overigens ook richting ons worden gebruikt.’
Is die stok al gebruikt?
‘Nee, we starten nog op. Er zijn enkele werkgroepen ingesteld die specifieke onderwerpen nader uitwerken. Bijvoorbeeld over “increasing leverage”: hoe kun je gezamenlijk druk uitoefenen wanneer zakelijke klanten van de banken betrokken zijn bij schendingen? In die werkgroep staat het recente Amnesty-rapport op de agenda over schendingen bij de winning van palmolie in Indonesië. Alle partijen in het Bankenconvenant zijn betrokken bij die problematiek, ieder vanuit zijn eigen kanalen. Dat wordt een interessante testcase voor wat de gezamenlijkheid van het convenant in de praktijk kan opleveren.’
Interessant om te zien dat er coalities worden gesmeed, dat Amnesty en de banken samenwerken.
‘Samenwerking is de insteek inderdaad, maar ieder houdt wel zijn eigen verantwoordelijkheden. Amnesty is natuurlijk niet verantwoordelijk voor de problematiek bij de klanten van die banken. Die ligt bij de bedrijven, en ook de overheid heeft weer haar eigen verplichting om de mensenrechten te beschermen. Voor banken heeft de samenwerking onder meer als voordeel dat ze meer toegang krijgen tot lokale informatie van ngo’s. Banken worden best vaak verrast door berichten over misstanden on the ground. We gaan dus ook kijken hoe we de informatiepositie van de banken kunnen helpen verbeteren. Niet alleen informatie over schendingen, maar ook over risico’s op schendingen.’
Amnesty is onderdeel van de Eerlijke Bankwijzer, waarin de prestaties en het beleid van banken langs een mvo-meetlat worden gelegd. Hoe verhoudt die zich tot dit convenant?
De Bankwijzer en het convenant hebben verschillende functies. De Bankwijzer laat aan de maatschappij en de consument zien hoe banken scoren. In het convenant kijken we samen met banken naar de vraag: wat werkt er nu precies? Je wordt daar uitgedaagd om concreter mee te denken over oplossingen. En met dat mobiliseren van publieke druk gaan we onversneden door. De banken zullen wel moeten inzien dat een ngo, ook al zit deze in het convenant aan tafel, die kritische rol moet houden.’
Wat hoop je dat het Bankenconvenant over vijf jaar heeft opgeleverd?
‘Dat we nieuwe mensenrechtenschendingen hebben weten te voorkomen en vooruitgang op bestaande concrete cases hebben geboekt. De afstand van de financiële instellingen tot die concrete lokale problematiek is nog veel te groot. Ik wil die afstand verkleinen. En ik heb best goede hoop op vooruitgang. De Nederlandse bankensector is internationaal toch wel behoorlijk vooruitstrevend. Zo’n convenant zie je verder nergens ter wereld. Maar natuurlijk ben ik deels ook sceptisch. We moeten wel scherp blijven en niet verdwalen in werkgroepen en processen. We moeten goed het doel voor ogen houden. Van nature is Amnesty natuurlijk de waakhond, en dat blijven we ook.’