Indonesië
Ontwikkelingen in 2016
In Indonesië zaten in 2016 nog steeds tientallen gewetensgevangenen lange gevangenisstraffen uit, en werden onder meer leden van religieuze minderheden vervolgd. Activiteiten ter herinnering aan de mensenrechtenschendingen die in 1965-1966 plaatsvonden, werden door de autoriteiten verboden en de organisatoren geïntimideerd. De doodstraf was in Indonesië jarenlang niet uitgevoerd, maar sinds 2015 worden er weer executies voltrokken. Amnesty heeft geconstateerd dat de processen in deze doodstrafzaken vaak oneerlijk zijn. Bovendien gaat het om veroordelingen wegens drugsdelicten, terwijl volgens de Verenigde Naties de doodstraf alleen mag worden opgelegd voor ‘levensdelicten’.
Wat hebben we bereikt in 2016?
Lobbyen voor moratorium op de doodstraf
De EU en Indonesië zijn binnen de EU-Mensenrechtendialoog in gesprek over een moratorium op de doodstraf, iets waarop Amnesty al jarenlang aandringt. De Nederlandse regering blijft echter de doodstraf vooral zien als, zoals minister van Buitenlandse Zaken Koenders het in maart 2016 verwoordde, ‘een gespreksonderwerp waarover vrienden van mening kunnen verschillen’. In contacten met onder andere het ministerie van Buitenlandse Zaken drongen wij aan op een duidelijker standpunt hierover van de regering. Hetzelfde vroegen we in een brief aan premier Rutte in april, voorafgaand aan het bezoek van de Indonesische president Widodo aan Nederland, en in november voorafgaand aan een Nederlandse handelsmissie naar Indonesië. In 2016 werden in Indonesië vier doodvonnissen voltrokken. Resultaat: Van de veertien aangekondigde executies dit jaar werden er tien niet uitgevoerd. Deze tien terdoodveroordeelden blijven in de dodencel, maar mogelijk is hun uitstel van executie wel het gevolg van de internationale druk. Officieel werd ‘het slechte weer’ aangevoerd als reden voor de wijziging van de plannen.
Waarheidsvinding en straffeloosheid rond ‘1965’
We bleven ons inzetten voor waarheidsvinding en een einde aan de straffeloosheid rondom de grootschalige mensenrechtenschendingen in Indonesië in 1965 en de jaren daarna. Toen vermoordden het leger en burgermilities tussen de 500 duizend en 1 miljoen vermeende communisten, en werden tienduizenden mensen gemarteld, zonder proces opgesloten of verbannen naar kampen voor dwangarbeid. Op de website www.indonesia1965.org maakte Amnesty een groot deel van haar publieke documenten over ‘Indonesië 1965’ digitaal beschikbaar, om een bijdrage te leveren aan waarheidsvinding. De update van de website met alle relevante Amnesty-documenten werd in 2016 voltooid. Resultaat: Waarheidsvinding over de gebeurtenissen van 1965 komt langzaam uit de taboesfeer, hoewel het discours ook harder wordt en bijeenkomsten en documentaires erover vaak worden verboden. De digitaal beschikbare Amnesty-documenten speelden een rol in het vonnis van het International People’s Tribunal 65, een burgerinitiatief van tientallen wetenschappers, juristen en mensenrechtenverdedigers uit diverse landen, in november 2015 gehouden in Den Haag. In het vonnis, dat verscheen in juni 2016, wordt de Indonesische staat verantwoordelijk gesteld voor misdaden tegen de menselijkheid en worden aanbevelingen gedaan over waarheidsvinding, compensatie en berechting. Een ander symposium over ‘1965’ werd opvallend genoeg door de Indonesische regering ondersteund – iets wat niet eerder was gebeurd. Dit symposium was echter niet zozeer gericht op waarheidsvinding of rechtvaardigheid, als wel op een met de mond beleden ‘verzoening’. Hiermee blijft de straffeloosheid in stand.
Mensenrechtenschendingen op palmolieplantages
In november verscheen het rapport The Great Palm Oil Scandal, over grootschalige mensenrechtenschendingen, waaronder kinderarbeid, op Indonesische palmolieplantages. De palmolie die daarvandaan komt, wordt onder meer afgenomen door multinationals als Unilever en Nestlé. Resultaat: Naar aanleiding van het rapport stelde de PvdA in december Kamervragen aan minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ploumen noemde Amnesty’s bevindingen ‘zorgwekkend’ en zegde toe dat het kabinet met Unilever ‘het gesprek zal aangaan over kinderarbeid’.
Zwaaien met de Zuid-Molukse vlag
Het hele jaar door voerden we actie voor diverse individuele slachtoffers van mensenrechtenschendingen. In Indonesië zitten tientallen gewetensgevangenen lange celstraffen uit, vaak wegens hun vreedzame demonstraties voor meer autonomie. Tijdens Amnesty’s Schrijfmarathon 2016 werd bijvoorbeeld actiegevoerd voor Johan Teterissa, een leraar die een gevangenisstraf van vijftien jaar uitzit nadat hij tijdens een traditionele dans had gezwaaid met de Zuid-Molukse vlag, die in Indonesië verboden is. Behalve om zijn vrijlating vroegen we, zolang hij vastzit, om overplaatsing naar een gevangenis dichter bij zijn familie. In november voerde Amnesty actie voor intrekking van een aanklacht wegens ‘blasfemie’ tegen de gouverneur van Jakarta Basuki Tjahaja Purnama. Hij had, als christen, in een toespraak gerefereerd aan een Koranvers. In Indonesië is blasfemie strafbaar, maar wat het precies inhoudt kan van geval tot geval worden bepaald. Resultaat: In beide zaken konden we helaas geen vooruitgang boeken.
Reflectie
Indonesië lijkt zich te bewegen richting het kamp van landen die nationale soevereiniteit en eigen wetgeving belangrijker vinden dan internationale mensenrechtenprincipes. Indonesië laat een terugval zien in de toepassing van de rechtsstaat, door het beperken van vrijheid van meningsuiting en godsdienst en het vastzetten van gewetensgevangenen. Ook het hervatten van executies, in combinatie met een soms oneerlijke rechtsgang, is een zeer ongunstige ontwikkeling. Dit alles was reden om in 2016 nog sterker aan te dringen op druk vanuit de Nederlandse regering en de Europese Unie op de Indonesische autoriteiten, in combinatie met (publieks)acties voor individuen en steun aan de Indonesische mensenrechtenbeweging. Het was positief dat de discussie over de schendingen van ‘1965’, dankzij de moed van betrokkenen, langzaam uit de taboesfeer komt, ondanks felle weerstand ertegen. Amnesty blijft zich echter inzetten voor een einde aan de straffeloosheid, door waarheidsvinding, berechting van daders, en eerherstel en genoegdoening voor de slachtoffers.
Hoe gaan we verder in 2017?
Het werk met betrekking tot de mensenrechten in Indonesië is al jaren een kwestie van een lange adem. De kwesties van de afgelopen jaren – waaronder straffeloosheid en gewetensgevangenen – zijn nog lang niet opgelost, en we zullen ook in 2017 blijven vasthouden aan het recht op vrijheid van meningsuiting en godsdienst. Oneerlijke processen en dreiging van executies zullen onze aandacht blijven vragen. In mei 2017 ondergaat Indonesië het ‘mensenrechtenexamen’ van de Verenigde Naties. Amnesty levert daarvoor input en werkt daarin samen met Indonesische mensenrechtenverdedigers. Nieuw is dat we in 2017 zullen actievoeren tegen schendingen van mensenrechten en arbeidsrechten op palmolieplantages. Daarbij spreken we onder meer de bedrijven aan die de palmolie afnemen.