Academicus Ilham Tohti: levenslang gevangengezet
Dit is een gearchiveerde pagina. Voor meer actuele informatie over mensenrechten in China, ga naar het China Informatieplatform.
De Oeigoer Ilham Tohti was een gerenommeerde hoogleraar Economie aan de Minzu Universiteit in Beijing. Hij zette zich twee decennia lang in om begrip op te bouwen tussen Oeigoeren en Han-Chinezen. Hij kreeg een levenslange gevangenisstraf op beschuldiging van ‘separatisme’.
Amnesty International roept de Chinese autoriteiten op Ilham Tohti onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten. Door zijn visies naar buiten te brengen over het bereiken van harmonie tussen etnische bevolkingsgroepen in China, deed hij niets anders dan gebruikmaken van zijn recht op vrijheid van meningsuiting.
‘Separatisme’
Ilham Tohti verwierp consequent separatisme en geweld en probeerde de verschillen tussen de Oeigoeren en Han-Chinezen te overbruggen. Tohti was de oprichter en directeur van de tweetalige website ‘Uyghur Online’. Die rapporteerde over mensenrechtenschendingen tegen Oeigoeren en Han-Chinezen. De website werd meerdere keren door de autoriteiten geblokkeerd. De eerste keer gebeurde dit vóór de Olympische Spelen van 2008 in Beijing. Op 15 januari 2014 werd Tohti door de politie opgepakt. Gedurende 5 maanden wisten zijn familie en vrienden niet waar hij was.
Hij kreeg 10 dagen geen eten en zijn voeten werden tijdens zijn detentie 20 dagen lang vastgeketend. Ondanks dat de VN-werkgroep voor willekeurige detentie in maart 2014 oordeelde dat Tohti willekeurig werd gevangengehouden, werd hij op 23 september van datzelfde jaar, na een kort en oneerlijk proces, veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf op beschuldiging van ‘separatisme’. Ilham Tohti is een gewetensgevangene die uitsluitend gevangenzit vanwege het uitoefenen van zijn recht op vrijheid van meningsuiting.
‘Separatisme’ wordt door de Chinese autoriteiten vaak gebruikt om de vrijheid van meningsuiting te onderdrukken. In de ogen van de regering is elke kritiek op haar etnische beleid een poging om heimelijk separatistische ideeën te promoten.
Verzoener
In zijn werk besteedde Tohti veel aandacht aan beleidsmaatregelen van de Chinese regering die ontevredenheid en etnische spanningen aanwakkeren, zoals beperkingen op het gebruik van de Oeigoerse taal, beperkingen voor de Oeigoeren om hun eigen religie te belijden, beperkingen op werkkansen voor Oeigoeren en het stelselmatig aanmoedigen van migratie van Han-Chinezen naar Xinjiang, de regio waar de meeste Oeigoeren wonen.
Terwijl Ilham Tohti het onderdrukkende beleid bekritiseerde, beschreef hij uitgebreid hoe ongelijke behandeling tussen etnische groepen kon worden overwonnen door middel van dialoog en verzoening. Hij werkte vreedzaam aan het bouwen van bruggen tussen etnische gemeenschappen in overeenstemming met de Chinese wet. De Chinese autoriteiten juichten dit echter geenszins toe en straften hem voor zijn vreedzame activiteiten. Vanaf 2014 voerden ze ook een campagne op van gerichte onderdrukking van Oeigoeren en andere etnische moslim-minderheden in Xinjiang.
Oeigoeren steeds harder onderdrukt
Sinds 2014 is de politiemacht in Xinjiang sterk uitgebreid. De hele regio werd steeds nauwer in de gaten gehouden als onderdeel van China’s zelfverklaarde ‘People’s War on Terror’ en de strijd tegen ‘religieus extremisme’. In 2016 nam het aantal maatregelen om mensen te bewaken en sociale controle te kunnen uitoefenen toe. Als gevolg hiervan behoren de moslims in Xinjiang tot de meest gecontroleerde bevolkingsgroepen ter wereld.
In 2017 verslechterde de situatie van de Oeigoeren verder. Sinds dat jaar werden honderdduizenden mensen gevangengezet en honderdduizenden anderen – misschien zelfs een miljoen of meer – werden naar interneringskampen gestuurd. In deze zogenaamde heropvoedingskampen worden mensen onderworpen aan verschillende vormen van marteling en andere vormen van mishandeling, waaronder politieke indoctrinatie en gedwongen culturele assimilatie.
Amnesty heeft overtuigend bewijs verzameld dat er sprake is van een systematische, door de Chinese staat georganiseerde massale opsluiting, marteling en vervolging van Oeigoeren, Kazachen en andere etnische minderheden in Xinjiang, wat neerkomt op misdaden tegen de menselijkheid. China blijft de oproepen van de internationale gemeenschap voor onbelemmerd onderzoek in en toegang tot Xinjiang weigeren, ook al beweert de Chinese regering dat daar geen mensenrechtenschendingen plaatsvinden.
Academische vrijheid ingeperkt
Volgens internationale normen ‘omvat academische vrijheid de vrijheid van individuen om vrijelijk hun mening te uiten over de instelling of het systeem waarin ze werken, om hun functies te vervullen zonder discriminatie of angst voor onderdrukking door de staat of enige andere actor.’ De situatie van Ilham Tohti illustreert hoe de Chinese autoriteiten de academische vrijheid inperken. Geleerden, schrijvers en academici blijven belangrijke doelwitten voor vervolging in Xinjiang.
Maar ook in de rest van China wordt de academische vrijheid steeds meer ingeperkt. Een recent voorbeeld hiervan zijn de strenge beperkingen die in april 2020 werden opgelegd aan wetenschappelijke artikelen die de oorsprong van het coronavirus traceren. Die moeten eerst ter goedkeuring worden voorgelegd aan een werkgroep die door de Chinese Staatsraad is aangesteld. In juli 2020 werd universiteitsprofessor Xu Zhangrun, die kritiek uitte op de reactie van de regering op de coronacrisis, 6 dagen vastgehouden. Xu werd naar verluidt een dag na zijn vrijlating ontslagen.