Wat is er aan de hand?
Op 30 juni 2020 nam China de nationale veiligheidswet voor Hongkong aan, die meteen in werking trad. Die wet heeft verstrekkende gevolgen. Zij is uiterst vaag gedefinieerd en zeer breed: feitelijk kan alles als een bedreiging voor de ‘nationale veiligheid’ worden bestempeld. De wet werd kort van tevoren aangekondigd en de tekst van de wet werd geheimgehouden. Naar verluidt had zelfs de regering van Hongkong geen inzage in de tekst. Waarom moeten we ons zorgen maken over deze wet?
Onder de veiligheidswet kan een levenslange gevangenisstraf worden opgelegd vanwege ‘afscheiding’, ‘ondermijning’, ‘terrorisme’ en het ‘heimelijk samenspannen met buitenlandse strijdkrachten’. Deze strafbare feiten zijn zo ruim gedefinieerd dat alle strafbare vergrijpen eronder kunnen vallen, waardoor ze gemakkelijk kunnen worden gebruikt in politiek gemotiveerde processen. Het mensenrechtenbureau van de Verenigde Naties heeft al herhaaldelijk hun bezorgdheid geuit over de nationale veiligheidswet. Zij stellen dat de wet kan leiden tot het ‘ondermijnen van de mensenrechten’.
De regeringen van China en Hongkong beschuldigen individuen en maatschappelijke organisaties er al lang van dat ze worden aangestuurd door ‘buitenlandse mogendheden’ bij het organiseren en bijwonen van vreedzame protesten en het bekritiseren van de regering. Ook zouden ze geld uit het buitenland ontvangen. Iedereen die aan protesten deelneemt of kritiek uit, loopt nu mogelijk het risico te worden aangeklaagd vanwege het ‘samenspannen met buitenlandse mogendheden’ en andere nieuwe ‘misdrijven’.
Amnesty-onderzoek wees uit dat de Chinese regering op het vasteland van China routinematig journalisten, advocaten, wetenschappers en activisten gevangenzet vanwege ‘ondermijning’. In 2017 veroordeelde een rechtbank in China dissident Wu Gan tot acht jaar gevangenisstraf. Zijn online kritiek op de regering werd als bewijs aangevoerd van ‘ondermijning’ van de staatsmacht.
Onmiddellijk nadat de veiligheidswet was aangenomen, gebruikten de autoriteiten deze om vreedzame demonstranten te onderdrukken. Mensen werden gearresteerd omdat ze vlaggen, stickers of spandoeken met politieke leuzen bij zich hadden. Politie en andere ambtenaren hebben ook laten weten dat slogans, T-shirts, liedjes en witte vellen papier de nationale veiligheid in gevaar kunnen brengen en dus tot strafrechtelijke vervolging kunnen leiden.
Twee dagen nadat de wet was aangenomen verklaarde de regering van Hongkong dat met ‘Bevrijd Hongkong, de revolutie van onze tijd’, een veelgebruikte leus tijdens de protesten van afgelopen jaar, ‘Hongkongs onafhankelijkheid’ wordt bedoeld, ofwel afscheiding van Hongkong. Daarmee verbood zij het gebruik van de slogan.
Deze voorbeelden laten zien dat de wet en de toepassing ervan in strijd zijn met internationale mensenrechtenwetten en -normen. Volgens internationale normen is het op vreedzame wijze uiten van je mening over politieke systemen geen bedreiging van de nationale veiligheid.
In naam van de nationale veiligheid geeft de wet de regeringen van China en Hongkong meer macht om controle uit te oefenen op scholen, maatschappelijke organisaties, de media en het internet in Hongkong. De media uitten hun zorgen over de invloed van de veiligheidswet op de persvrijheid in Hongkong. De New York Times besloot bijvoorbeeld om medewerkers naar Zuid-Korea te verhuizen. Velen vrezen dat net als in China maatregelen genomen zullen worden om buitenlandse journalisten in de gaten te houden.
De regering van Hongkong heeft geprobeerd het recht van studenten op vrije meningsuiting sterk in te perken. Volgens de lokale secretaris van Educatie mogen studenten niet zingen, geen slogans scanderen en geen activiteiten uitvoeren waarbij politieke boodschappen worden geuit. Zelfs een politieke discussie in het klaslokaal brengt nu gevaren met zich mee.
De wet geeft ook wetshandhavers de macht om online berichten te verwijderen of gegevens van gebruikers te bemachtigen zonder gerechtelijk bevel. Als reactie op deze nieuwe en onbelemmerde bevoegdheden stopten grote online platforms als WhatsApp, Twitter, LinkedIn, Facebook en Google met de behandeling van verzoeken van de regering van Hongkong om gebruikersdata ter beschikking te stellen.
Journalisten die in China willen werken moeten eerst een accreditatie van de Chinese regering krijgen voor ze aan de slag kunnen.
Onder de veiligheidswet kunnen verdachten uit Hongkong in China volgens het daar geldende strafrecht berecht worden. Eerder al werd in Hongkong met succes geprotesteerd tegen een uitleveringswet. Daarmee zou Hongkong verdachten kunnen uitleveren aan landen zonder uitleveringsakkoord, waaronder – en vooral – China. Met de veiligheidswet wordt uitlevering naar China alsnog mogelijk.
Wie op het vasteland van China wordt aangeklaagd voor veiligheidsdelicten loopt het gevaar willekeurig of in het geheim te worden vastgezet. DE kans bestaat dat aangeklaagden geen contact kunnen opnemen met familie of hun advocaat als ze worden ‘bewaakt op een aangewezen locatie’ – een maatregel die onderzoekers in staat stelt personen gedurende maximaal zes maanden buiten het formele detentiesysteem te houden. Zoals vaak het geval is, lopen gedetineerden in die periode een groot risico op marteling en andere vormen van mishandeling. Zo werd mensenrechtenadvocaat Li Heping geslagen en gedrogeerd en kreeg hij stroomstoten toegediend toen hij in het geheim werd vastgehouden tijdens het harde optreden tegen advocaten in 2015.
De nationale veiligheidswet is ook van toepassing op mensen die niet in Hongkong wonen en er zelfs nooit zijn geweest. Technisch gezien kan iedereen op aarde, ongeacht zijn of haar nationaliteit of waar iemand zich bevindt, deze wet overtreden. Zij kunnen worden gearresteerd en vervolgd als ze zich in een Chinees rechtsgebied bevinden. Beschuldigde buitenlanders die niet permanent in Hongkong verblijven, kunnen worden uitgewezen nog vóór er een rechtszaak heeft plaatsgevonden of een vonnis is geveld.
De Chinese regering kan sociale mediabedrijven bijvoorbeeld vragen inhoud te verwijderen die zij onacceptabel vindt, ook als die inhoud buiten Hongkong online werd gezet of wanneer de kantoren van de bedrijven en de servers in andere landen staan.
Autoriteiten hebben meer bevoegdheden dankzij de nationale veiligheidswet. Ze mogen eigendommen doorzoeken, reizen beperken of verbieden, tegoeden bevriezen of in beslag nemen, online inhoud censureren en heimelijk toezicht uitoefenen, ook door communicatie te onderscheppen. Dit mogen zij doen zonder gerechtelijk bevel.
De autoriteiten kunnen bij organisaties en individuen informatie opeisen, ook als die informatie henzelf belast. Iedereen die niet aan het verzoek van de autoriteiten voldoet, kan een boete of gevangenisstraf krijgen. Hiermee wordt in wezen iemands zwijgrecht opgeheven als het gaat om zaken waar de nationale veiligheid in het geding is, een essentieel onderdeel van het uitgangspunt dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen.
Het recht om te zwijgen tijdens een verhoor en om niet gedwongen te worden om tegen jezelf te getuigen, wordt algemeen erkend in internationale mensenrechtenwetgeving en -normen. Dat vormt de kern van een eerlijk proces. Het geldt tijdens de ondervraging door de politie en tijdens de rechtszaak en het geldt voor elk misdrijf, ongeacht de ernst ervan. Ook verbiedt het elke vorm van dwang, direct of indirect, fysiek of psychologisch.
De Chinese regering richt in Hongkong een kantoor op voor de bescherming van de nationale veiligheid. Het kantoor en zijn medewerkers vallen niet onder de jurisdictie van Hongkong. Kantoorpersoneel kan niet worden aangehouden door wetshandhavers in Hongkong. Het kantoor en zijn personeel genieten in feite volledige immuniteit, ongeacht van welke misdrijven of mensenrechtenschendingen zij worden beschuldigd.
Dit betekent dat alles wat medewerkers van het kantoor ondernemen, niet kan worden beoordeeld door lokale rechtbanken en dat die medewerkers zich niet aan lokale wetten moeten houden. De volledige immuniteit die medewerkers van het kantoor voor de bescherming van de nationale veiligheid genieten, is in strijd met het recht dat slachtoffers hebben op gerechtigheid, op waarheidsvinding en op volledige herstelbetalingen.
Nationale veiligheidsagenten van het vasteland van China schenden routinematig de rechten van mensen die worden aangeklaagd in verband met de nationale veiligheid zonder daarvoor te worden gestraft. De agenten houden mensenrechtenverdedigers en dissidenten systematisch in de gaten, intimideren hen,vallen hen lastig en zetten ze gevangen. Er zijn bewijzen dat mensen zijn mishandeld en gemarteld.
De regering van Hongkong heeft ook een nieuw orgaan opgericht, de Commissie voor de Bescherming van de Nationale Veiligheid. Een afgevaardigde van de Chinese regering ‘adviseert’ dat orgaan. De commissie heeft de bevoegdheid om wetshandhavers te selecteren die nationale veiligheidszaken behandelen. De begroting en de aanstelling van personeel omzeilen ook de wetgevende controle. De directeur kan bijvoorbeeld rechters benoemen om nationale veiligheidszaken te behandelen. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht kan zo ondermijnd worden.
Op basis van de nieuwe wet hoeft de commissie haar werkzaamheden niet openbaar te maken. Beslissingen van de commissie kunnen niet door de rechtbanken worden getoetst.
Daarnaast heeft de politie van Hongkong een nieuwe nationale veiligheidsafdeling opgericht die zonder gerechtelijke controle heimelijk toezicht kan houden. Dit betekent dat burgers geen juridische procedures kunnen gebruiken tegen machtsmisbruik en wanneer Hongkong zijn wettelijke verplichtingen niet nakomt. Daartoe horen ook de verplichtingen op mensenrechtengebied zoals die zijn vastgelegd in het internationaal en nationaal recht.
De nationale veiligheidswet bevat de algemene garantie dat de mensenrechten worden gerespecteerd, waaronder fundamentele mensenrechtenverdragen zoals het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. Andere bepalingen in de wet daarentegen kunnen deze verdragen juist terzijde schuiven. De wet verleent immuniteit aan de nationale veiligheidsinstellingen en hun personeel. In feite worden Hongkongse wetten ondergeschikt aan de nieuwe veiligheidswet. Dit betekent dat de nationale veiligheidswet de bestaande bescherming van de mensenrechten uitholt.
China’s eigen nationale veiligheidswet heeft een vergelijkbare bepaling over het respecteren van de mensenrechten, maar die biedt weinig of geen bescherming voor de mensen op wie de autoriteiten het gemunt hebben. Advocaten, wetenschappers, journalisten, geestelijken en werknemers van ngo’s zijn veroordeeld omdat ze de nationale veiligheid in gevaar zouden hebben gebracht, terwijl ze niets anders deden dan gebruikmaken van hun recht op vrije meningsuiting en de mensenrechten verdedigden.
De Chief Executive van Hongkong heeft herhaaldelijk de beperking van de mensenrechten gerechtvaardigd in het belang van de nationale veiligheid.
Deze draconische wet is zo vaag dat niemand kan weten hoe en wanneer hij of zij deze misschien overtreedt. Dat heeft meteen al een verlammende werking gehad. Veel Hongkongers die sinds juni 2019 regelmatig online nieuws over de protesten deelden, sloten hun sociale media-accounts uit angst de wet te overtreden. Winkels en restaurants die eerder spandoeken en stickers hadden ter ondersteuning van de protestbeweging, verwijderden deze al voordat de wet van kracht was. Binnen enkele dagen verwijderden openbare bibliotheken boeken over ‘gevoelige’ kwesties of die werden geschreven door activisten die kritiek uitten op de regering.
Een uur nadat de wet was aangenomen, trok de prominente activist Joshua Wong zich terug uit Demosisto, de prodemocratische groep die hij leidde. Later kondigde Demosisto aan zich te ontbinden. Een ander prominent lid, Nathan Law, liet weten dat hij Hongkong had verlaten. Law vreesde dat het voortzetten van zijn mensenrechtenwerk in Hongkong te gevaarlijk is. Binnen een week na de inwerkingtreding van de wet zijn ten minste zeven politieke groeperingen ontbonden.
De nationale veiligheidswet van Hongkong slaagt er niet in de nationale veiligheid écht te beschermen en tegelijkertijd de mensenrechten veilig te stellen. De gevolgen zijn ernstig. Mensen in Hongkong zijn bang, aangezien niemand weet wat een overtreding is die de ‘nationale veiligheid in gevaar kan brengen’ op straffe van strafrechtelijk vervolging, overbrenging naar het vasteland van China of deportatie.
Elke regering heeft het recht en de plicht om haar burgers te beschermen. Ook is het zo dat sommige landen specifieke veiligheidsproblemen hebben. Maar deze mogen nooit als excuus worden gebruikt om mensen het recht te ontzeggen om hun politieke opvattingen te uiten of om gebruik te maken van andere mensenrechten. Het is duidelijk dat de nationale veiligheidswet van Hongkong een voorbeeld is van een regering die onder het mom van ‘nationale veiligheid’ de politieke oppositie onderdrukt.