Vrouwenbesnijdenis en mensenrechten
Vrouwenbesnijdenis is het wegnemen van de clitoris, vaak gecombineerd met het dichtnaaien van de vagina (ook: clitoridectomie, genitale verminking). Een vorm waarbij ook de schaamlippen worden weggesneden heet infibulatie.
Feitelijk is ‘meisjesbesnijdenis’ een betere naam, omdat de ingreep meestal op jonge leeftijd (zes tot twaalf jaar) plaatsvindt. Volgens de VN bestaat het in meer dan twintig landen in Afrika en Azië. Naar schatting zijn 200 miljoen meisjes en vrouwen ter wereld besneden. Drie miljoen meisjes per jaar lopen het risico te worden besneden.
Vrouwenbesnijdenis is verminking
Het gebruik wordt in de VN veroordeeld als een vorm van Female Genital Mutilation (FGM, verminking van vrouwelijke geslachtsdelen) en is bij wet verboden in diverse landen waar het gebruik voorkomt, zoals in Egypte. In de discussie over cultuurrelativisme wordt clitoridectomie aangevoerd als een van de gebruiken die door westerse culturen niet hard bestreden zou moeten worden, omdat ze een diepgewortelde traditie van de gemeenschap is. Op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag zijn staten echter verplicht om alle traditionele gebruiken die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen af te schaffen. In 1997 riepen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en andere VN-organen gezamenlijk op tot uitbanning van vrouwenbesnijdenis.
In diverse landen, waaronder Nederland en de VS, is vrouwenbesnijdenis een misdrijf; er kan echter nog niet effectief wettelijk worden opgetreden tegen ouders die hun dochter in het buitenland laten besnijden.
Vrouwenbesnijdenis: Amnesty’s visie
Amnesty beschouwt vrouwenbesnijdenis als een ernstige inbreuk op het recht van vrouwen en meisjes op lichamelijke en geestelijke onschendbaarheid. Daarbij is zowel het recht om niet onderworpen te worden aan folteringen in het geding als het recht op gezondheid. Amnesty komt in actie tegen vrouwenbesnijdenis wanneer de overheid te weinig onderneemt om de praktijk uit te bannen.
Amnesty vraagt van de overheid in ieder geval: ratificatie van alle relevante internationale verdragen die bijdragen aan de uitbanning van vrouwenbesnijdenis, een wettelijk verbod op vrouwenbesnijdenis, een publiekelijke veroordeling ervan, en een actief voorlichtingsbeleid.
Uitgebreide informatie over hulp is te vinden op de website over meisjesbesnijdenis van de Stichting Pharos.