Detentiecentrum Schiphol heeft meer dan 450 cellen voor onder meer aan asielzoekers in procedure en illegale of uitgeprocedeerde vreemdelingen.
© Amnesty International/Jorn van Eck

Vreemdelingen en vreemdelingendetentie

Een vreemdeling is een persoon die geen wettig ingezetene is van de staat waar hij verblijft.

In de oudheid werden vreemdelingen vaak beschouwd als criminelen, maar in het Romeinse recht verschafte het ius gentium (recht der volken) basis aan het principe dat ook vreemdelingen rechten hadden. Sinds de late middeleeuwen erkennen staten meestal een bepaalde diplomatieke bescherming van vreemdelingen.

De toelating van vreemdelingen is overwegend een zaak van nationaal vreemdelingenrecht. Dat is anders dan de opvang van vluchtelingen, waaraan het internationaal Vluchtelingenverdrag eisen stelt. Internationale verdragen bepalen dat vreemdelingen niet massaal mogen worden uitgezet. Een vreemdeling mag in de regel niet worden verplicht dienst te nemen in het leger.

Volgens het Europees verdrag mogen vreemdelingen beperkingen worden opgelegd inzake hun politieke activiteiten. Het toezicht op vreemdelingen berust in Nederland bij de Vreemdelingendienst; de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beoordeelt de toelating. Voor vreemdelingen bestaat in Nederland en België, zoals in de meeste landen, een identificatieplicht.

Vreemdelingendetentie

Asielzoekers die zijn afgewezen, en anderen zonder geldige verblijfsvergunning, kunnen in ‘vreemdelingendetentie’ worden geplaatst. In principe is dat in afwachting van uitzetting. Om praktische redenen komt die uitzetting er niet altijd van en kunnen mensen soms aanzienlijke tijd vastzitten. Amnesty stelt dat vreemdelingen alleen mogen worden gedetineerd voor zover en voor zolang dat strikt noodzakelijk is om redenen van veiligheid en handhaving van de orde. Kinderen horen niet in detentie.

Strafrechtelijke veroordeling kan, ongeacht de reden van de veroordeling, ernstige en zeer nadelige gevolgen hebben voor de vreemdeling. Iedereen die tot meer dan een maand gevangenisstraf is veroordeeld, kan worden gezien als een ‘gevaar voor de openbare orde’ en tot ongewenst vreemdeling worden aangemerkt. Een asielzoeker die met valse documenten naar Nederland komt, kan niet alleen veroordeeld worden tot twee maanden gevangenisstraf, maar ook tot ongewenste vreemdeling worden verklaard. Ook uitgeprocedeerde 1F-ers worden standaard ongewenst verklaard. Dat zijn mensen die zich in hun herkomstland schuldig zouden hebben gemaakt aan oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid. Volgens artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag hebben zij geen recht op bescherming als vluchteling.

Vreemdelingen: Amnesty’s visie

Amnesty ijvert voor bescherming van ongewenst verklaarde vreemdelingen, in het bijzonder als dat leidt tot feitelijke rechteloosheid van vreemdelingen op Nederlands grondgebied en als vormen van uitzetting of detentie de mensenrechten van vreemdelingen schenden. Het is geen straf in de zin van het strafrecht; de vreemdeling is geen verdachte.

Vreemdelingendetentie is niet verboden in mensenrechtenverdragen. Maar er moet een wettelijke basis voor bestaan. Het mag alleen als geen ander (lichter) middel beschikbaar is, en de bewaring dient zo kort mogelijk te duren. Uit Europese regelgeving volgt dat de detentie niet willekeurig mag worden toegepast en alleen kan plaatsvinden met het oog op uitzetting of ter voorkoming van illegale binnenkomst.

Schrijnende situatie in Nederland

De detentie van vreemdelingen in Nederland voldoet volgens Amnesty niet aan internationale standaarden. Amnesty doet sinds 2008 onderzoek naar vreemdelingendetentie in Nederland en publiceert daarover geregeld rapporten (zie de dossierpagina ‘Migranten zonder verblijfsrecht’). Het beeld dat opstijgt uit de rapporten is somber: detentie is meestal onnodig, duurt vaak veel te lang en de detentieomstandigheden hebben een strafrechtelijk karakter. Het opsluiten van vreemdelingen staat daardoor op gespannen voet met de mensenrechten.

Meer over dit onderwerp