VN (Verenigde Naties), Mensenrechtenraad en Hoge Commissaris voor Mensenrechten
In het Handvest van de in 1945 opgerichte Verenigde Naties wordt op verschillende plekken verwezen naar de rechten van de mens.
De Verenigde Naties worden meestal gezien als de opvolger van de Volkenbond, die na de Eerste Wereldoorlog in 1919 werd opgericht bij de Vrede van Versailles, op initiatief van de Amerikaanse president Woodrow Wilson. De Volkenbond moest een nieuwe wereldoorlog voorkomen, maar had nauwelijks middelen om de vrede te bewaren. Op het hoogtepunt waren 58 landen lid; de VS niet, omdat de Amerikaanse Senaat tegen had gestemd. Het gebrek aan gezag bleek onder andere toen Japan in 1931 Mantsjoerije binnenviel, Italië Ethiopië annexeerde en Duitsland Oostenrijk, en toen niet lang daarna de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Na de oorlog, in april 1946, kwam de Volkenbond nog een laatste keer bij elkaar, waarna de resterende bezittingen werden overgedragen aan de VN.
Die intergouvernementele organisatie werd al tijdens de Tweede Wereldoorlog bedacht, ook door een Amerikaanse president: Franklin D. Roosevelt. Terwijl de oorlog hevig woedde, in 1943, tekenden de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie en China er een gezamenlijke verklaring over. Twee jaar later werden de VN ook daadwerkelijk ingesteld door 50 staten in San Francisco. Het Handvest, de grondslag van de VN-organisatie, werd van kracht op 24 oktober 1945. De oprichting viel dus ongeveer samen met het einde van de Tweede Wereldoorlog.
VN: 193 leden
De VN tellen 193 leden. Zwitserland werd pas in 2002 lid en Montenegro trad toe in 2006. Taiwan is geen lid, omdat de Volksrepubliek China dat niet toelaat en het Vaticaan (de Heilige Stoel) heeft de status van waarnemer. Het laatste lid werd in 2011 toegevoegd: Zuid-Soedan. In 2001 kregen Kofi Annan en de VN gezamenlijk de Nobelprijs voor de Vrede.
Zowel in de preambule als in een aantal artikelen wordt verwezen naar de rechten van de mens. Artikel 1 spreekt van het ‘bevorderen en stimuleren van eerbied voor de rechten van de mens’. Artikelen 55 en 56 verplichten alle lidstaten tot ‘universele eerbiediging en inachtneming van de rechten van de mens’. Artikel 68 geeft de Ecosoc de bevoegdheid tot het instellen van commissies inzake de mensenrechten. Andere artikelen gaan over interventie (Hoofdstuk VII) en verzoening. De toepassing van het Handvest is op de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de VN Veiligheidsraad.
Verenigde Naties: organen
De VN heeft zes hoofdorganen: de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Ecosoc, de Mandaatsraad, het Internationale Hof van Justitie en het Secretariaat. Bovendien zijn verscheidene organisaties aan de VN geaffilieerd. Daaronder zijn de FAO, ILO, Unesco, Unicef, UNHCR, IMF en Wereldbank. De Algemene Vergadering omvat alle lidstaten van de VN, die elk een gelijke stem hebben. Zij komt eenmaal per jaar bijeen, in de regel van september tot december in New York. Eventueel kan zij door de Veiligheidsraad extra bijeen worden geroepen. Verdragen, verklaringen, resoluties en rapporten aangaande de mensenrechten worden in de regel voorbereid in commissies zoals de VN Commissie voor Mensenrechten en goedgekeurd door de Algemene Vergadering.
De Veiligheidsraad bestaat uit vijf permanente leden (China, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Rusland en de Verenigde Staten) en tien niet-permanente leden, die voor twee jaar worden gekozen. Ieder lid van de raad heeft één stem, maar de permanente leden hebben vetorecht. De Veiligheidsraad kan volgens hoofdstuk VI van het VN Handvest een vreedzame oplossing voor geschillen zoeken, zoals door onderzoek en aanbevelingen. Volgens hoofdstuk VII kan de raad bij bedreigingen van de vrede en daden van agressie maatregelen nemen variërend van het instellen van een embargo tot gewapende interventie. In 1957 stelde de Algemene Vergadering de International Law Commission in, die het internationaal recht verder moest uitbouwen.
Mensenrechtenraad en Hoge Commissaris voor Mensenrechten
De VN-Commissie Mensenrechten was een commissie van de Ecosoc, de VN-raad voor economische en sociale rechten, ingesteld in 1946. Ze is in 2006 opgevolgd door de VN-Mensenrechtenraad. Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) met raadgevende bevoegdheid, waaronder Amnesty International, hebben spreektijd in de vergadering. De Mensenrechtenraad telt 47 landen, bij toerbeurt gekozen, waarvan 13 uit Afrika, 13 uit Azië, 6 uit Oost-Europa, 8 uit Latijns-Amerika en 7 uit ‘West-Europa en overige’. Gekozen kunnen worden, in geheime stemming, de landen die ‘de hoogste normen van bevordering en bescherming van mensenrechten naleven’. Desondanks kwamen ook landen als China, Cuba, Saudi-Arabië, Syrië, Pakistan en Rusland in de raad. In 2006 en 2015-2017 werd Nederland in de Mensenrechtenraad gekozen.
De Mensenrechtenraad bespreekt ontwerpteksten van verdragen en verklaringen. Hij kan speciale rapporteurs, deskundigen en werkgroepen aanstellen. Het Centrum voor Mensenrechten is het secretariaat, gevestigd in Genève (met enkele stafleden in New York), voor diverse VN-organen op het terrein van de mensenrechten. Het verzamelt gegevens, bijvoorbeeld voor de speciale rapporteurs. Het heeft een eigen taak in het organiseren van seminars en cursussen.
Van 1977 tot 1982 was de Nederlander Theo van Boven directeur van het VN-Centrum voor Mensenrechten. Het instituut van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten werd ingesteld in 1993. De commissaris geeft leiding aan het Centrum voor Mensenrechten en voert besluiten uit van de Mensenrechtenraad. De functie werd van 1997 tot 2002 vervuld door de voormalige Ierse president Mary Robinson, daarna door Sergio Vieira de Mello (Brazilië), Louise Arbour (Canada), Navanethem Pillay (Zuid-Afrika) en Zeid Ra’ad Al Hussein (Jordanië). In 2018 trad Michelle Bachelet uit Chili aan als Hoge Commissaris.
Naast de Mensenrechtenraad zijn er ook comités voor mensenrechten die toezien op de naleving van diverse VN-verdragen.
Zijn de Verenigde Naties effectief?
Bij de oprichting in 1945 was er alom hoop dat de VN een einde zouden maken aan alle grote oorlogen. Kort daarna begon de Koude Oorlog, die de dreiging van een Derde Wereldoorlog in stand hield. De VN werden steeds meer gezien als een onmachtig orgaan van diplomaten, dat hooguit af en toe een succesje kon boeken. In de jaren 90, zoals ten tijde van de oorlog in voormalig Joegoslavië, steeg het aanzien van de VN, omdat er veel vredestroepen konden worden gestuurd. Maar tegelijkertijd faalde de organisatie in het voorkomen van het bloedbad in Srebrenica en de genocide in Rwanda, waar binnen drie maanden een half miljoen doden vielen.
Binnen de VN heeft elke lidstaat heeft één stem, dus alle staten zijn in principe gelijk. Maar de belangrijkste besluiten worden genomen door de Veiligheidsraad. Daarin hebben de vijf permanente leden (VS, Rusland, China, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) elk het recht een veto uit te spreken. In de praktijk is de stem van de VS verreweg de belangrijkste. De VS deinzen er ook niet voor terug zo nodig zonder toestemming van de Veiligheidsraad internationaal op te treden of troepen te sturen.
Er bestaat geen VN-politie die internationale misdadigers arresteert. Er is sinds 2002 wel een Internationaal Strafhof (in Den Haag), maar ook daar heeft de Veiligheidsraad behoorlijk wat te zeggen over wie wel of niet berecht mag worden. De VN produceren vooral veel papier: rapporten, verslagen van conferenties, nieuwe verdragen. Die kúnnen van betekenis zijn – als de lidstaten er iets mee doen.
Toch trekken regeringen van zowel de grootste als de kleinste landen zich wel iets aan van wat de VN zeggen. Een voorbeeld is het werk van de speciale rapporteurs voor mensenrechten. Zo’n rapporteur wordt aangesteld voor een bepaald land (bijvoorbeeld Congo of Colombia) of voor een bepaald thema (bijvoorbeeld marteling of de mensenrechten van vrouwen). Hij of zij probeert gegevens te achterhalen, vraagt toestemming een land te bezoeken, spreekt mensenrechtenactivisten en brengt jaarlijks een openbaar rapport uit.
Naleving van de aanbevelingen is niet af te dwingen. Maar regeringen hebben liever geen negatieve publiciteit. De VN hebben ook grote betekenis als organisatie voor hulp en ontwikkeling. Er zijn speciale deelorganisaties voor onder meer vluchtelingen, vrouwen, kinderen, onderwijs en wetenschap, en arbeidsrechten. Regeringen die kritiek op hun mensenrechtenbeleid liever niet van de VN horen, zijn vaak wel bereid om die hulporganisaties in hun land te laten werken.
Dus wat stelt de VN voor? Henry Cabot Lodge Jr. (in 1953-1960 de Amerikaanse vertegenwoordiger bij de VN) zei: ‘De Verenigde Naties zijn gemaakt om te zorgen dat we niet in de hel komen, niet om ons naar de hemel te brengen.’