VN-verdragen (1966), VN-verdrag (BuPo), VN-verdrag (EcSoCu)
De VN-verdragen voor Burgerrechten en Politieke Rechten (BuPo) en voor Economische, Sociale en Culturele Rechten (EcSoCu) werden in 1966 aanvaard.
De Verenigde Naties aanvaardden in 1966 twee verdragen, voor Burgerrechten en Politieke Rechten (BuPo) en voor Economische, Sociale en Culturele Rechten (EcSoCu). In 1976, na 35 ratificaties, werden ze van kracht. Ze zijn de bindende uitwerking van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. BuPo is door 150 staten bekrachtigd 173, EcSoCu door 171. Van beide is het eerste artikel, over de zelfbeschikking van volken, beheer van hulpbronnen en de plichten van staten, identiek.
VN-verdrag (BuPo)
Dit verdrag bevat 55 artikelen, over onder meer rechten en vrijwaringen met betrekking tot discriminatie, effectieve rechtsmiddelen, noodtoestand, gratie, marteling, slavernij, vervangende dienstplicht, eerlijk proces, compensatie, reclassering, bewegingsvrijheid, het verlaten van een land, gevangenen, rechtsbijstand, beroep, geweten, geloof, meningsuiting, opvoeding, vereniging en vergadering, gezin, huwelijk, kiesrecht en gelijkheid voor de wet. Enkele van deze rechten zijn niet-opschortbaar.
Bij dit verdrag behoort een eerste Facultatief protocol, dat voorziet in een klachtenprocedure voor individuen bij het VN Comité voor de Mensenrechten, en een tweede Facultatief protocol voor de afschaffing van de doodstraf. Het VN Comité voor Mensenrechten is een groep van 18 onafhankelijke deskundigen die driemaal per jaar bijeenkomt in het kader van het VN-verdrag (BuPo). Het comité geeft onder meer commentaar op de rapportages van de landen die partij zijn bij het verdrag. Onderdanen van staten die het Facultatief protocol hebben ondertekend kunnen ook individuele klachten bij dit comité indienen.
VN-verdrag (EcSoCu)
Dit verdrag bevat 31 artikelen, over onder meer discriminatie, gelijkheid van de geslachten, werk, keuze van arbeid, arbeidsomstandigheden, beloning, vakverenigingen, stakingsrecht, vereniging en vergadering, gezin, huwelijk, verlof bij zwangerschap, voedsel, gezondheid, onderwijs, culturele participatie en vooruitgang in de wetenschap.
De meeste van deze rechten zijn geformuleerd als aanbevelingen of streefdoelen, en daarom minder bindend dan die van het VN-verdrag (BuPo). Geen van de rechten is niet-opschortbaar. Bij dit verdrag hoort een VN Comité voor Economische, Sociale en Culturele rechten. Het is een groep van 18 onafhankelijke deskundigen, in 1987 ingesteld om toezicht te houden op de uitvoering van het VN-verdrag (EcSoCu), onder meer door bestudering van de rapportages van staten. Er is een facultatief protocol bij dit verdrag voorgesteld, dat moet voorzien in klachtrecht voor individuen.