Verkrachting en mensenrechten
Verkrachting is gedwongen seksueel verkeer, een vorm van seksueel geweld.
In gevangenissen is verkrachting een veel voorkomende vorm van seksueel geweld tegen vrouwen. In welke mate ook mannen slachtoffer worden van verkrachting in detentie is erg moeilijk vast te stellen, want er rust een groot taboe op het onderwerp. Verkrachting tijdens detentie kan zonder meer worden beschouwd als een vorm van marteling, een misdaad die gedefinieerd is als het toebrengen van hevige pijn of lijden.
Verkrachting in oorlogstijd
‘Na de Duitse inname van Luik, in het neutrale België, werden op het Place de l’Université, op 21 augustus 1914, vijftien tot twintig vrouwen op klaarlichte dag op tafels verkracht. Dit haalde de wereldpers. Het conflict werd door geallieerde propaganda sindsdien voorgesteld als een strijd tussen beschaving en barbaarsheid. De Duitsers zouden dit imago nooit meer kwijtraken.’ (Luc de Vos, De Eerste Wereldoorlog, Leuven, 2003)
Voor het misdrijf van verkrachting in oorlogstijd bestond lange tijd nauwelijks belangstelling, ook niet waar ze massaal was, zoals bij de Russische inval in nazi-Duitsland (1945) en de oorlog om Bangladesh (1971). In Nanking (China) zijn in 1937 en 1938 ten minste 20 duizend vrouwen verkracht door Japanse troepen, daartoe vaak aangezet door hun commandanten. In Duitsland zijn in 1945 naar schatting 2 miljoen vrouwen verkracht door Russische militairen. In de internationale tribunalen voor Joegoslavië en Rwanda werden voor het eerst door een internationaal strafhof aanklachten van verkrachting ingebracht. Ook het statuut van het Internationaal Strafhof noemt verkrachting uitdrukkelijk als een van de misdrijven waarover het kan rechtspreken.
Koeweit, Peru, India en Sudan
In Koeweit zijn na de inval van Irak (1990) naar schatting 5 duizend vrouwen door militairen verkracht. In Peru zijn veel vrouwen verkracht, zowel door paramilitairen als guerrillastrijders. In Kasjmir heeft het Indiase leger zich aan verkrachtingen schuldig gemaakt. Grootschalige verkrachting in de context van gewapend conflict deed zich verder voor in onder meer Liberia en Oost-Timor. Verkrachting was vanaf 2003 een belangrijk strategisch onderdeel van de oorlogsvoering in Darfur (Sudan): de verkrachtingen waren daar, net als in voormalig Joegoslavië, gericht op etnische zuivering en het angst aanjagen van de bevolking. Ook was het oogmerk van de verkrachters een kind van de ‘eigen groep’ te verwekken bij de vijand.
Rwandatribunaal en Joegoslaviëtribunaal
In 1998 veroordeelde het Rwandatribunaal de voormalige burgemeester Jean-Paul Akayesu, die uitdrukkelijk tot seksueel geweld had opgeroepen. Het was de eerste keer dat een internationaal tribunaal iemand wegens verkrachtingen veroordeelde. De verkrachtingen waren trouwens pas in de aanklacht komen te staan na protesten van organisaties tegen het ontbreken ervan in de oorspronkelijke aanklacht. Het Joegoslaviëtribunaal heeft 27 aanklachten behandeld waarin het misdrijf van verkrachting was opgenomen.
Verkrachtingen: Amnesty’s aanpak
Waar verkrachtingen worden begaan in gewapend conflict, in gevangenissen of als vorm van marteling door vertegenwoordigers van de overheid, zet Amnesty zich in voor het voorkómen van verkrachtingen, de berechting van daders en de hulp aan slachtoffers. Amnesty voert ook actie waar staten in gebreke blijven met wetgeving en beleid die verkrachtingen moeten tegengaan.
Het Nederlandse Fonds Slachtofferhulp biedt hulp, informatie en contacten met lotgenoten aan slachtoffers van verkrachting.