Srebrenica
De Bosnische stad Srebrenica was in de dagen vanaf 11 juli 1995 het toneel van de deportatie van 7500 tot 8000 moslimmannen en jongens, die later bijna allen zijn vermoord door Servische troepen.
Het wegvoeren gebeurde onder de ogen van Dutchbat, een Nederlands VN-bataljon. `Srebrenica’ was de grootste massamoord in Europa na de Tweede Wereldoorlog. Forensisch onderzoek bracht in de jaren daarna steeds nieuwe massagraven aan het licht. Medio 2006 kwamen de eerste verdachten van deze massamoord voor het Joegoslavië-tribunaal.
‘Srebrenica’ werd ook de meest besproken kwestie in het Nederlands beleid ten aanzien van internationale bescherming en vredesmachten. In april 2002 verscheen het omvangrijke NIOD-rapport waartoe de regering opdracht had gegeven. Hoewel Dutchbat geen rechtstreekse verantwoordelijkheid werd toegerekend en niet uitdrukkelijk werd gesproken van Nederlandse regeringsverantwoordelijkheid voor de massamoord, zag het tweede kabinet-Kok in het rapport reden om af te treden.
NIOD-rapport
Na een klacht van enkele nabestaanden oordeelde de rechtbank Den Haag in 2011 dat zij in aanmerking kwamen voor schadevergoeding van de Nederlandse staat, omdat Nederland (Dutchbat) in gebreke was gebleven bij de bescherming van hun familieleden. In 2015 kreeg het NIOD van de regering een nieuwe onderzoeksopdracht naar de omstandigheden rond de val van Srebrenica. Het onderzoek gaat over geheime afspraken waardoor niet met luchtaanvallen zou zijn ingegrepen. De resultaten werden in 2016 gepubliceerd. Hoewel er nieuw materiaal aan het licht kwam, bevatte dit geen feiten die leidden tot nieuwe of andere conclusies over het verlenen van luchtsteun en het bestaan van voorkennis.
Het Joegoslavië-tribunaal heeft, op basis van verklaringen van meer dan duizend getuigen, twintig mensen beschuldigd van betrokkenheid bij de massamoorden, die ze als ‘genocide’ heeft aangeduid. Van de beklaagden zijn er veertien veroordeeld, onder wie politiek leider Karadžić en legerleider Mladic.
Bosnische asielzoekers in Nederland
In 2005 – tien jaar na de massamoorden – constateerde Amnesty dat niet alle schuldigen waren berecht, dat veel weggevoerden nog altijd verdwenen waren en dat de nabestaanden geen compensatie hadden gekregen. De opvang van nabestaanden uit Srebrenica in Nederland verliep lange tijd niet goed. Honderden asielzoekers hebben jarenlang in onzekerheid geleefd of ze mochten blijven. Amnesty heeft sterk aangedrongen op een goede regeling voor hen.