Krijgsgevangenen en mensenrechten
Krijgsgevangenen zijn militairen die in tijd van oorlog gevangen worden genomen door de vijand.
In vroeger tijden werden krijgsgevangenen vaak tot slaaf gemaakt of gedood. Vooral vanaf de 17e eeuw kwam de gewoonte op ze te ruilen. Krijgsgevangenen mogen volgens de Geneefse verdragen niet worden gestraft, tot dwangarbeid gedwongen of ingezet bij oorlogshandelingen. In een binnenlands gewapend conflict gelden gevangen leden van de andere partij niet als krijgsgevangenen, in een bevrijdingsoorlog (volgens het Eerste protocol bij de Geneefse verdragen) wel.
Er is geen verplichting om krijgsgevangenen te berechten. Op die grond heeft de Amerikaanse regering vanaf 2001 verdachten van terrorisme vastgehouden in Guantánamo Bay; ze kregen geen proces, maar wel kon het Rode Kruis hen bezoeken. De Amerikaanse overheid bevestigde in 2004 dat ze deze gevangenen voor onbepaalde tijd en zonder een speciale status als die van krijgsgevangene wilde vasthouden. Na zijn arrestatie in december 2003 kreeg de Iraakse ex-dictator Saddam Hoessein wél de status van krijgsgevangene.
Geneefse verdragen
Op grond van de Geneefse verdragen zouden krijgsgevangenen het vaker beter hebben dan de soldaten van het land die hen krijgsgevangen heeft gemaakt. In de praktijk worden de regels dan ook vaak niet nageleefd.