Huisvesting en mensenrechten
Het VN-verdrag (BuPo) verbiedt willekeurige inmenging in privé-leven, huis en briefwisseling. Dat betekent dat landen die het verdrag hebben bekrachtigd, wetgeving moeten doorvoeren die onder meer duidelijke voorwaarden stelt aan huiszoeking. Het recht op een gepaste woning of huisvesting is vastgelegd als een van de sociaaleconomische rechten, in het VN-verdrag (EcSoCu).
Staten zijn verplicht om stappen te doen om het recht op huisvesting te verwezenlijken. Onder meer krakers beroepen zich op dit recht. Het moet dan worden afgewogen tegen het recht op eigendom. Frankrijk heeft als een van de heel weinige landen dat recht op een woning in de wet vastgelegd.
Huisvesting en dakloosheid
De VN riepen 1987 uit tot internationaal jaar van de daklozen. De doelstelling was het stimuleren van de internationale belangstelling voor en betrokkenheid bij het probleem van de verstedelijking in ontwikkelingslanden. Daartoe kwam er een gespecialiseerde organisatie, Habitat.
Volgens het VN-Comité voor Economische, Sociale en Culturele Rechten hebben meer dan een miljard mensen ter wereld geen adequate huisvesting en zijn meer dan honderd miljoen mensen dakloos. Zoals het comité zegt: ‘Zonder adequate huisvesting is het moeilijk om werk te vinden en te behouden, lopen de fysieke en geestelijke gezondheid gevaar, wordt onderwijs belemmerd, wordt makkelijker geweld gepleegd, wordt de privacy beperkt en staan relaties onder druk.’
Volgens het VN-Comité vallen onder het recht op adequate huisvesting: maatregelen die mensen beschermen tegen gedwongen uitzetting, willekeurige huisuitzetting, intimidatie en andere bedreigingen. Mensen moeten in de buurt van hun huizen schoon drinkwater hebben, evenals sanitair en energie. Huisvesting moet toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor de armen, en er moet voorrang worden gegeven aan de meest kwetsbaren. Volgens internationale normen moeten staten stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat woonhuizen in veilige gebieden staan, niet nabij militaire terreinen of bronnen van milieuvervuiling. Bovendien moet er in de buurt van huizen de mogelijkheid zijn van vervoer en werk.
Huisvesting: Amnesty’s visie
Amnesty stelt dat het recht op huisvesting wordt geschonden door onder meer gedwongen uitzetting, vernietiging van huizen, het ontzeggen van woon- en landrechten en discriminatie bij het toekennen van woonvoorzieningen. Amnesty voerde actie tegen onder meer:
- De huisvernietiging die Israël als straf oplegt in de bezette gebieden en die in Zimbabwe en Angola speciaal de tegenstanders van de regering treft.
- Het huisvestingsbeleid in landen als Slowakije, Albanië en Italië, dat sterk discriminerend is voor groepen zoals de Roma.
- De vernietiging van sloppenwijken in landen als Cambodja, Nigeria en Kenia. Die moesten plaats maken voor winstgevender projecten zoals kantoren of winkelcentra, zonder dat de bewoners een alternatief of schadeloosstelling werd geboden.
- Het willekeurig ontzeggen van het recht op land aan inheemse volken, in onder meer Canada en een reeks Zuid-Amerikaanse landen.