Godslastering (blasfemie)
Godslastering (blasfemie) is in de meeste landen nog altijd bij wet verboden, maar de praktijk verschilt sterk en wereldwijd worden steeds meer blasfemiewetten afgeschaft.
In het debat over wat godslastering is, gaat het vaak over het recht van vrijheid van meningsuiting. Zo zijn in de VS romans geweerd uit bibliotheken en films uit bioscopen omdat plaatselijke groepen, soms onder dreiging met geweld, bezwaar maakten tegen godslasterlijke passages. Zo’n beslissing kan worden teruggedraaid als de rechter oordeelt dat de vrijheid van meningsuiting wordt geschonden.
Godslastering wordt in westerse landen zelden door een rechter bestraft, hoewel soms in civiele procedures compensatie wordt afgedwongen voor belediging van bepaalde religieuze groeperingen. In andere landen is er een grotere religieuze onverdraagzaamheid, waarin godslastering als een ernstig misdrijf wordt gezien. Het rechtsstelsel van de islam (sharia) stelt op godslastering de doodstraf, een straf die daadwerkelijk is voltrokken in onder meer Pakistan, Iran en Afghanistan.
Blasfemie is in de meeste landen nog altijd bij wet verboden, maar de praktijk verschilt sterk en wereldwijd worden steeds meer blasfemiewetten afgeschaft. In Nederland is op 1 maart 2014 het verbod op smadelijke godslastering (artikel 147) uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt. In de decennia ervoor is niemand in Nederland voor blasfemie veroordeeld. Het Verenigd Koninkrijk schafte de strafbaarheid van blasfemie af in 2008.
Godslastering: de Mohammed-cartoons
In 2009 nam de VN-Mensenrechtenraad met kleine meerderheid een resolutie tegen de ‘belastering van godsdiensten’ aan. Het initiatief daarvoor was genomen door islamlanden, die toenemende belediging van de islam constateerden. Tegenstanders, waaronder de EU-landen, zagen in de resolutie een aanmoediging om kritiek op godsdienstige praktijken in de kiem te smoren.
In recente jaren was vooral de islam aanleiding voor publiek debat over de vrijheid van meningsuiting in Nederland. In een Deense krant verschenen in 2005 cartoons met afbeeldingen van Mohammed. Drie weken later verzochten elf ambassadeurs van islamlanden om ingrijpen van de overheid; de Deense premier weigerde. Diverse prenten werden ook in Nederland gepubliceerd. Veel moslims vonden de afbeeldingen blasfemie, maar in Nederland zijn de cartoons niet verboden.
Parlementariër Geert Wilders heeft gepleit voor een verbod op de Koran, dat hij een fascistisch boek noemde (2007). Begin 2009 ging het Openbaar Ministerie over tot vervolging van Wilders, niet vanwege godslastering maar wegens het aanzetten tot haat en discriminatie tegen moslims en hun geloof. Uiteindelijk oordeelde de Hoge Raad in 2021 dat alleen van groepsbelediging sprake was. Er volgde geen straf.