Gewetensgevangenen, politieke gevangenen en rechten van gevangenen
Gevangenschap is het vasthouden van mensen na een arrestatie, voor of na berechting. Voorarrest wordt ook wel detentie of voorlopige hechtenis genoemd.
Gevangenschap: geschiedenis
In de oudheid kwam gevangenschap vooral voor als slavernij. Later werden mensen gevangen genomen in afwachting van executie, als gijzelaar of om hen te dwingen hun schulden te voldoen. Gevangenschap als wettelijk opgelegde straf kwam sporadisch voor vanaf de vroege middeleeuwen en werd pas vanaf de 16e eeuw algemeen.
Volgens auteurs als Michel Foucault (1926-84) is de moderne gevangenisstraf het resultaat van een voortschrijdende disciplinering van lichaam en geest, die lijfstraffen, marteling en dergelijke in feite overbodig heeft gemaakt. Gevangenschap vanwege materiële schulden is nu verboden volgens het VN-verdrag (BuPo). Door de vele garanties voor de behandeling van gevangenen geldt gevangenschap in het Westen nu als een humane straf.
Gevangenschap: gewetensgevangenen en politieke gevangenen
Amnesty International gebruikt de term ‘gewetensgevangenen’ voor mensen die
- gevangen worden gehouden of in hun bewegingsvrijheid worden beperkt vanwege hun politieke, godsdienstige of andere overtuiging, etnische afkomst, geslacht, seksuele oriëntatie, kleur of taal;
- geen geweld hebben gebruikt of gepropageerd.
De bredere categorie van politieke gevangenen omvat ook degenen die wel geweld hebben gebruikt of gepropageerd. Voor gewetensgevangenen vraagt Amnesty onmiddellijke vrijlating, voor alle politieke gevangenen (ook degenen die wel geweld hebben gebruikt) een eerlijk proces binnen een redelijke termijn. Een bekend voorbeeld van een politieke gevangene was Nelson Mandela. Hij kon niet gelden als gewetensgevangene, omdat hij had opgeroepen zo nodig geweld te gebruiken tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsbewind.
Het aantal gewetensgevangenen is sinds de jaren negentig afgenomen, doordat veel landen een democratische hervorming doormaakten en gewetensgevangenen vrijlieten. Maar gewetensgevangenen zijn er nog altijd in tientallen landen en enkele landen houden grote aantal gewetensgevangenen vast. Die landen zijn onder meer China, Rusland, Iran, Saudi-Arabië, Syrië, Egypte en Turkije. Gewetensgevangenen zijn veelal te vinden onder schrijvers, journalisten, advocaten, leden van de vakbeweging en mensenrechtenverdedigers.
Amnesty heeft geen mening over de vraag of geweld als middel van politieke acties soms gerechtvaardigd kan zijn, maar stelt ook dat overheden personen juridisch mogen vervolgen die geweld gebruiken of propageren. Amnesty keert zich niet tegen optreden van de staat tegen sommige andere vormen van politieke actie die het VN-Verdrag (BuPo) omschrijft als ‘het propageren van op nationale afkomst, ras of godsdienst gebaseerde haatgevoelens die aanzetten tot discriminatie, vijandigheid of geweld’.
Gewetensgevangenen zitten overigens niet altijd in de gevangenis. Sommigen zijn onder huisarrest geplaatst of gedwongen opgenomen in een psychiatrische inrichting. Amnesty keert zich ook tegen het gedwongen in ballingschap sturen van mensen vanwege hun geweldloos uitgedragen politieke opvattingen.
Informatie over gewetensgevangenen per land is te vinden in Amnesty’s Jaarboek (Amnesty International Annual Report) op de internationale website.
Gevangenschap: rechten van gevangenen
Gevangenen hebben dezelfde mensenrechten als iedereen, behoudens de beperkingen die door de wet zijn gemaakt. Zo zijn beperkingen in bewegingsvrijheid, correspondentierecht, keuze van werk, politieke rechten, vergadering en vereniging, en leven als gezin mogelijk. Het VN-verdrag (BuPo) bepaalt echter wel dat gevangenen recht hebben op een behandeling met respect en waardigheid.
Een gevangene heeft het recht de wettigheid van zijn detentie aan te vechten, bijvoorbeeld in een procedure van habeas corpus. Hij heeft recht op compensatie bij onwettige detentie. Hij mag in detentie worden gedwongen tot werkzaamheden, hetgeen niet als dwangarbeid geldt. Sommige rechten, zoals die op vrijheid van geweten en vrijwaring van marteling, gelden als niet-opschortbare rechten, ook in gevangenschap. In het VN-verdrag (BuPo) staan enkele richtlijnen voor de behandeling van gevangenen, zoals het gescheiden houden van veroordeelde en nog niet veroordeelde gevangenen en van jongeren en ouderen.
De VN ‘Standaardminimumregels voor behandeling van gevangenen’ (1955) geven een uitgebreide opsomming van richtlijnen aangaande onder meer kleding, voeding en medische verzorging. Het ‘Pakket van grondbeginselen voor de bescherming van alle personen in enige vorm van detentie of gevangenschap’ is een systematische verzameling van internationale normen ter voorkoming van willekeurige arrestatie en gevangenschap. Het pakket werd in 1988 door de VN aanvaard. Het pakket is een weerslag van de Standaardminimumregels, maar minder gedetailleerd en daarom breder geaccepteerd.
Gevangenschap: levenslange gevangenisstraf
In Nederland is de gevangenisstraf levenslang of tijdelijk (maximaal 30 jaar). Niet als straf maar als ‘maatregel’ geldt de terbeschikkingstelling van de regering (tbs), waarin de overheid met behulp van psychiatrische diensten de bewegingsvrijheid kan beperken. Gevangenisstraf kan in Nederland en België worden opgelegd tot maximaal levenslang; in België bestaat altijd de mogelijkheid tot een verzoek om voorwaardelijke invrijheidstelling.
Voorstanders van de doodstraf hebben aangevoerd dat levenslange gevangenisstraf ten minste even wreed is. Geleidelijk wint de opvatting terrein dat levenslange of langdurige gevangenisstraf een wrede straf is, waarvan bovendien geen corrigerende werking uitgaat. De doorslaggevende reden voor (levens)lange straf is dan de afweging dat de maatschappij voor de veroordeelde persoon beschermd moet worden. In landen van West-Europa is de tendens langdurige gevangenisstraffen alleen bij uitzondering op te leggen. In 2013 oordeelde het Europese Hof voor de Mensenrechten dat ook bij levenslange gevangenisstraf er altijd een perspectief op vrijlating moet zijn.
Levenslange gevangenschap, ook echt voor het leven, komt in Nederland weinig voor. Tussen 1945 en 2015 is die straf aan 38 mensen opgelegd. In de latere jaren waren dat er meer dan in de eerdere. Na twintig jaar gevangenschap kan gratie worden aangevraagd.
Gevangenschap: asielzoekers
Asielzoekers mogen niet gevangen worden gehouden, omdat asiel vragen geen strafbaar feit is. Wel mag hun bewegingsvrijheid worden beperkt. Een afgewezen asielzoeker mag als ongewenste vreemdeling worden gedetineerd.