Armeense genocide
Onder de Armeense genocide wordt verstaan de massale moordpartijen onder Armeniërs in Turkije in de periode 1895-1923. Volgens veel historici bedroeg het aantal slachtoffers meer dan een miljoen.
In Turkije ontkent de overheid de ‘Armeense genocide‘. Ze zegt dat er misdrijven zijn gepleegd, ook door militairen, maar dat van een vooropgezet plan tot uitroeiing geen sprake was. Verschillende Turkse historici en Turkse activisten die pleitten voor openlijke discussie over de genocide, zoals Taner Akçam en Akin Birdal, zijn juridisch vervolgd. Voor hen heeft Amnesty actie gevoerd.
De Turks-Armeense journalist Hrant Dink (1954-2007) werd bij het kantoor van zijn krant in Istanbul vermoord, waarschijnlijk op bevel van nationalistische leiders. Voor zijn artikelen waarin hij de Armeense genocide aan de kaak stelde was hij meermalen vervolgd op grond van artikel 301 van de Turkse Strafwet, dat ‘belediging van het Turks zijn’ strafbaar stelt.
‘Historische massamoorden zijn genocide’
De historische massamoorden zijn door veel regeringen en internationale wetenschappelijke organisaties uitdrukkelijk als genocide aangemerkt, omdat beschikbare documentatie wijst op directe betrokkenheid van toenmalige kabinetsleden en legerleiding bij gewelddadige acties die een massale sterfte van de Armeense bevolking beoogden.
Ten minste 33 regeringen en parlementen hebben inmiddels de massamoorden als genocide erkend. Dat gebeurde onder meer in België, Frankrijk, Duitsland en Rusland. In Nederland nam het parlement in 2004 met algemene stemmen een motie tot erkenning aan. De Amerikaanse president Joe Biden erkende de genocide in 2021.
In Zwitserland werd begin 2007 een Turkse journalist veroordeeld die de Armeense genocide ontkende; Zwitserland heeft wetgeving die ontkenning van genocide strafbaar stelt. Het Franse parlement aanvaardde eind 2006 een wetsvoorstel dat ontkenning van de Armeense genocide strafbaar stelt, maar het Constitutioneel Hof hield de invoering van de wet tegen. In 2008 sprak de Internationale Vereniging van Genocidedeskundigen (IAGS) in een resolutie uit dat de massamoorden op de Armeniërs genocide waren.
Positie van Amnesty
Amnesty is tegen wetgeving die ontkenning van de Armeense genocide strafbaar stelt. Dergelijke wetten kunnen leiden tot beperkingen aan de vrijheid van meningsuiting en informatie. Amnesty spreekt zich er niet over uit of de massamoorden op Armeniërs als ‘genocide’ kunnen worden aangemerkt. De term bestond nog niet ten tijde van deze massamoorden: hij dateert van 1944. (Wel werd op 24 mei 1915, in een verklaring van de geallieerden aangaande de Armeniërs, voor het eerst de term ‘misdrijven tegen de menselijkheid’ gebruikt.)
Een omvangrijk en voortdurend geactualiseerd overzicht van feiten en discussie met betrekking tot de Armeense genocide is te vinden op deze website van de New York Times.