Abortus en mensenrechten
Abortus: Amnesty’s standpunt
Hoewel de christelijke kerk abortus altijd had afgekeurd, begon de strenge juridische vervolging van de praktijk pas in de 19e eeuw. De praktijk en wetgeving per land verschillen nu sterk. Er is geen eenduidige norm in het internationaal recht die voorschrijft dat abortus wel of juist niet is toegestaan. Duidelijk is wel dat het criminaliseren of onmogelijk maken van abortus een schending kan zijn van de autonomie, het recht op leven en gezondheid en de privacy van mensen die zwanger kunnen worden.
Amnesty International actualiseerde in 2020 haar beleid over abortus. Amnesty International erkent het recht van elke persoon die zwanger kan worden op abortus, op een manier die hun rechten, autonomie, waardigheid en behoeften respecteert. Daarom roept Amnesty op tot volledige decriminalisering van abortus. Dat wil zeggen: het schrappen van abortus uit strafwetten, andere wetten, beleid en praktijken. Ook pleit Amnesty voor universele toegang tot abortus. Daarnaast dringt Amnesty aan op post-abortuszorg en op bewijs gebaseerde abortusgerelateerde informatie. Niemand mag worden mishandeld of vernederd, het risico lopen op geweld of sociale uitsluiting bij het zoeken naar of uitvoeren van abortus.
Volgens de internationale mensenrechtenwetgeving heeft iedereen recht op leven en gezondheid, het recht om gevrijwaard te zijn van geweld, marteling of wrede behandeling. De mensenrechten stellen dat beslissingen over je lichaam alleen aan jou zijn. Dwang, laat staan met geweld, is verboden en abortus tot een misdrijf maken is een schending van mensenrechten. Iemand dwingen een ongewenste zwangerschap te voldragen is een schending van het recht op privacy en lichamelijke autonomie. Evenmin mag iemand gedwongen worden om abortus te laten uitvoeren. In navolging van de uitspraak van de Verenigde Naties stelt Amnesty dat het recht op leven begint bij de geboorte. De beslissing over een abortus is bijna altijd zwaar en wordt niet lichtzinnig genomen. Debat over de toelaatbaarheid van abortus valt onder de vrijheid van meningsuiting.
Onveilige abortus: 25 miljoen gevallen per jaar
Onveilige abortussen zijn wereldwijd een van de belangrijkste doodsoorzaken voor zwangere personen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vinden er jaarlijks 25 miljoen onveilige abortussen plaats, waarvan de overgrote meerderheid in ontwikkelingslanden. Wanneer regeringen de toegang tot abortus beperken, zijn mensen gedwongen hun toevlucht te nemen tot clandestiene, onveilige abortus. Vooral degenen die het zich niet kunnen veroorloven om te reizen of privézorg te zoeken worden hierdoor geraakt. In landen met beperkte legalisering van abortus staat de wet doorgaans uitzonderingen toe op de wetgeving die abortus criminaliseert. Zoals wanneer zwangerschap het gevolg is van verkrachting of incest, in gevallen van ernstige en fatale gebreken van de foetus, of wanneer er een risico is voor het leven of de gezondheid van de zwangere persoon. Slechts een klein percentage van de daadwerkelijk uitgevoerd abortussen valt onder deze bepalingen.
Ondanks de wereldwijde trend om wetten te hervormen om sterfgevallen te voorkomen, handhaven sommige landen waaronder Nicaragua en El Salvador draconische en discriminerende wetten. De wetten die abortus onder vrijwel alle omstandigheden nog steeds verbieden. In andere landen is sprake van activisme om het eerder vastgelegde recht op abortus aan banden te leggen. Het geld wat naar de anti-abortuslobby gaat is tussen 2009 en 2018 verviervoudigd.
Het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten besloot in 2022 het landelijk recht op abortus, dat volgde op de uitspraak Roe versus Wade, terug te draaien. Een enorme klap voor gendergelijkheid. Verschillende staten van de Verenigde Staten voerden direct een verbod op abortus door.
Abortus toegestaan in steeds meer landen
In Nederland is het aantal abortussen relatief laag: 8,5 op elke duizend vrouwen tussen 15 en 44 jaar. Het merendeel van deze vrouwen – zo’n 80 procent – is op het moment van de abortus minder dan acht weken zwanger. Er wordt geen abortus uitgevoerd als iemand langer dan 20 weken zwanger is. In de afgelopen zestig jaar hebben meer dan dertig landen hun wetten gewijzigd. Het is inmiddels in 75 landen [2023] mogelijk om een abortus te krijgen, na een bepaalde bedenktijd en soms niet later dan 12 weken in de zwangerschap. In de meeste Europese landen is abortus onder voorwaarden legaal en in de praktijk verkrijgbaar. Maar zo heeft bijvoorbeeld Polen een strenge abortuswetgeving. In Ierland was er in 2018 in een langverwacht referendum een grote meerderheid voor het intrekken van het grondwettelijke verbod op abortus. Sinds 2019 is het mogelijk om abortus te krijgen tot 12 weken zwangerschap.
Abortus en de Verenigde Naties
De toelaatbaarheid van abortus, als een van de reproductieve rechten, is wereldwijd een twistpunt. Het VN-comité voor de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) heeft consequent verklaard dat restrictieve abortuswetgeving discriminatie van vrouwen inhoudt. In 2018 deed het VN-comité de uitspraak dat het ‘kennis had genomen van voorstellen om het recht op leven zoals vastgelegd in het VN-verdrag voor Burgerrechten en Politieke Rechten ook toe te kennen aan ongeborenen, maar die voorstellen niet overnam’. Het recht op leven begint volgens het comité dus bij de geboorte. Het comité verwijst ook naar de Universele Verklaring waarvan artikel 1 zegt dat ‘alle mensen worden geboren in vrijheid en gelijk in waardigheid en rechten’.
In 2018 deed het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties een uitspraak over abortus en het recht op leven. Daarin staat:
- Staten mogen maatregelen nemen om vrijwillige abortus te reguleren. De dergelijke maatregelen mogen niet leiden tot schending van het recht op leven of van andere mensenrechten van zwangere vrouwen.
- Beperkingen op de toegang tot abortus te zoeken mogen er niet toe leiden dat het leven van zwanger vrouwen in gevaar komt of dat ze worden onderworpen aan lichamelijk of geestelijk lijden, discriminatie of schending van de privacy.
- Staten moeten ervoor zorgen dat regelingen aangaande abortus niet in strijd zijn met hun plicht om ervoor te zorgen dat vrouwen geen onveilige abortussen hoeven te ondergaan.
- Staten mogen geen maatregelen nemen zoals het criminaliseren van zwangerschappen. Bijvoorbeeld door ongehuwde vrouwen, of het opleggen van strafrechtelijke sancties tegen vrouwen en meisjes die abortus ondergaan, of sancties tegen medische hulpverleners die hen daarbij helpen. Want dergelijke maatregelen leiden ertoe dat vrouwen hun toevlucht nemen tot onveilige abortus.
Niet alleen cisgender vrouwen en meisjes hebben een abortus nodig
Niet alleen cisgender vrouwen en meisjes kunnen toegang tot abortusdiensten nodig hebben, maar ook intersekse personen, trans mannen en jongens en mensen met andere genderidentiteiten die in staat zijn zwanger te worden. Een van de belangrijkste belemmeringen voor de toegang tot abortus voor deze personen en groepen is het gebrek aan toegang tot gezondheidszorg. Bovendien kunnen degenen die wel toegang hebben tot gezondheidszorg te maken krijgen met stigmatisering en vooringenomenheid bij de verstrekking van gezondheidszorg. Dit kan bestaan uit de veronderstelling dat zij geen toegang tot anticonceptie en abortus gerelateerde informatie en diensten nodig hebben.
Van de trans mensen en non-binaire personen meldt 28 procent dat zij in een medische omgeving worden lastiggevallen. 19 procent meldt dat hun medische zorg wordt geweigerd vanwege hun trans zijn. Onder mensen van kleur zijn deze cijfers nog hoger. Dit is het gevolg van de vele verweven factoren van armoede en ras en de daarmee samenhangende intersectionele discriminatie. Sommige mensen ervaren niet alleen discriminatie op basis van één kenmerk , maar op basis van meerdere kenmerken. Als individu kun je tot meerdere achtergestelde groepen tegelijk horen, waardoor je een unieke vorm van discriminatie ervaart. Dit heet intersectionele discriminatie, een begrip dat voor het eerst werd genoemd door hoogleraar en activiste Kimberlé Crenshaw.
Voorvechters van seksuele en reproductieve rechten en activisten voor lhbti+-rechten voeren campagne om het bewustzijn hierover te vergroten. De abortusdiensten moeten beschikbaar, toegankelijk en inclusief worden. Zonder discriminatie op welke grond dan ook en voor iedereen die daar behoefte aan heeft.