© Emile van Aelst

Demonstraties op onderwijsinstellingen

Veruit de meeste demonstraties vinden plaats op straat, op een plein of in een park. Dat is ook één van de bepalende kenmerken van een demonstratie: dat zij plaatsvindt op een openbare plaats. Het recht op vreedzaam protest omvat ook het recht van demonstranten om zelf het tijdstip, de plaats en vorm van hun demonstratie te kiezen.

Scroll down for statement in English

Daarbij hebben zij het recht om binnen gezichts- en geluidsafstand van het doel van hun demonstratie te zijn. Demonstreren mag dus in principe ook op wat in de Wet openbare manifestaties ‘andere dan openbare plaats’ genoemd wordt: in een overheidsgebouw, op de universiteit of in het publiek toegankelijke deel van een Belastingkantoor.

Een demonstratie op ‘andere dan openbare plaats’ kan vele vormen aannemen. En zoals altijd geldt: elke demonstratie moet op basis van de specifieke omstandigheden beoordeeld worden. Zo mag een demonstratie van een beperkt groepje studenten in een grote hal van het universiteitsgebouw, of buiten op de campus minder snel worden ingeperkt dan een bezetting van een collegezaal of bestuurskamer, of het luidruchtig verstoren van colleges van grote groepen studenten.

Voor elke vorm van vreedzaam protest geldt: ingrijpen mag, maar alleen wanneer dat strikt noodzakelijk en proportioneel is. Het feit dat een demonstratie binnen plaats vindt, of op het terrein van een particuliere instelling, maakt dit niet anders.