Wit-Rusland: politie moet verantwoording afleggen voor gebruik van geweld
Amnesty International roept de Wit-Russische autoriteiten op om onmiddellijk op te houden met het gebruik van geweld tegen vreedzame demonstranten. Ook moeten zij de mensenrechtenschendingen die op grote schaal plaatsvinden onderzoeken.
‘De Wit-Russische autoriteiten hebben tot nu toe geweigerd een dialoog aan te gaan met de demonstranten. Ook hebben zij geen stappen gezet om het grootschalige politiegeweld van de eerste dagen na de verkiezingen te onderzoeken’, zegt Marie Struthers, directeur Oost-Europa en Centraal-Azië van Amnesty International.
Martelende politie niet vervolgd
‘Volgens onze informatie is er geen enkele strafzaak geopend tegen de politie, terwijl die honderden mensen martelde. Wel zijn er tientallen strafrechtelijke onderzoeken gestart tegen demonstranten. Meestal is er geen geloofwaardig bewijs dat zij iets hebben misdaan. Wit-Russen vragen op vreedzame wijze aan de autoriteiten om verantwoording af te leggen en het ontstaan van een cultuur van straffeloosheid te voorkomen.’
‘Anders dan zij die regeren, hebben de Wit-Russen zich enorm ingehouden. Zij demonstreerden vrijwel uitsluitend vreedzaam. Tienduizenden demonstranten ruimden na afloop zelfs het vuilnis op en deden hun schoenen uit als ze op een bankje gingen staan.’
Achtergrond
Wit-Russen die zich verzetten tegen het al 26 jaar durende bewind van President Alexander Loekasjenko hielden op 30 augustus een van de grootste protestmanifestaties in de moderne geschiedenis van het land. In Minsk en andere steden vroegen meer dan 100.000 mensen om het vertrek van de president en om een onderzoek naar mensenrechtenschendingen.
In de aanloop naar 30 augustus werden meer dan vijftig journalisten gevangengezet. De persaccreditaties van een aantal journalisten werden ingetrokken. Ook werd een aantal journalisten het land uit gezet. Op 30 augustus zelf werden ten minste 140 vreedzame demonstranten gearresteerd. Een aantal leden van de Coördinatieraad van de oppositie werd gearresteerd op dubieuze gronden.
Gedurende de eerste drie dagen na de verkiezingen, tussen 9 en 12 augustus, reageerden de autoriteiten op de demonstraties met het arresteren, lastigvallen en intimideren van talloze mensen. Zij gebruikten daarbij rubberkogels, stungranaten, traangas en waterkanonnen. Meer dan 6.700 mensen zijn gevangengenomen. Honderden van hen verklaarden dat er in politiebureaus en detentiecentra op grote schaal sprake was van mishandeling en marteling.