Demonstranten houden oude Georgische vlaggen vast tijdens een protestbijeenkomst buiten het Georgische parlement in Tbilisi, Georgië.
© APGraphicsBanks

Georgië trekt voorstel ‘Buitenlandse agenten’-wet in (update)

Het parlement van Georgië heeft laten weten het onderdrukkende ‘buitenlandse agenten’-wetsvoorstel in te zullen trekken. Er was felle kritiek op het wetsvoorstel dat de vrije meningsuiting zou inperken. Nadat het wetsvoorstel was ingediend, braken er massale protesten uit die met harde hand werden tegengegaan.

Twee dagen lang werd in de hoofdstad Tbilisi geprotesteerd. De autoriteiten probeerden de demonstranten uiteen te drijven met waterkanonnen, traangas en verdovingsgranaten. Een aantal demonstranten meldde dat de politie vluchtroutes blokkeerde, terwijl ze tegelijkertijd demonstranten achtervolgden, arresteerden en sloegen. De politie arresteerde ten minste 77 mensen, onder wie vreedzame demonstranten en journalisten. Amnesty International roept de Georgische autoriteiten op om iedereen vrij te laten die vastzit en die vreedzaam gebruikmaakte van het recht om te demonstreren.

In veel gevallen was het gebruik van geweld door de politie buitensporig. Waterkanonnen mogen alleen worden gebruikt wanneer het strikt noodzakelijk is om menigten in bedwang te houden of uiteen te drijven, of wanneer het geweld een niveau heeft bereikt dat niet met vreedzamere middelen kan worden bestreden. Ook mag traangas niet in buitensporige hoeveelheden worden gebruikt. Het grootschalige gebruik van traangas en waterkanonnen kan neerkomen op marteling of andere vormen van mishandeling en moet grondig worden onderzocht.

[einde update]

Op 8 maart berichtte Amnesty International over haar oproep aan het parlement van Georgië om twee wetsvoorstellen te verwerpen omdat deze de vrijheid van meningsuiting beperken. Deze voorstellen zouden individuen, maatschappelijke organisaties en media verplichten zich bij het ministerie van Justitie te laten registreren als ‘agenten van buitenlandse invloed’ als zij minstens 20 procent van hun financiering uit het buitenland ontvangen. Als de wetsvoorstellen worden aangenomen, zullen er ook aanvullende belastende rapportagevereisten, inspecties en administratieve en strafrechtelijke aansprakelijkheid worden opgelegd, waaronder maximaal 5 jaar gevangenisstraf voor overtredingen. Deze wetsvoorstellen zijn in strijd met de internationale mensenrechtenwetgeving en de normen die de rechten op vrijheid van meningsuiting en vereniging beschermen. 

‘De de voorstellen voor de ‘buitenlandse agent’-wetten zijn bedoeld om onafhankelijke, door het buitenland gefinancierde groepen en media die het algemeen belang dienen in Georgië, te marginaliseren en in diskrediet te brengen’, aldus Hugh Williamson van Human Rights Watch. ‘Ze zijn duidelijk bedoeld om kritische groepen en belangrijke media te beperken, schenden de internationale verplichtingen van Georgië en zullen een ernstig afschrikkingseffect hebben op groepen en individuen die werken aan de bescherming van de mensenrechten, democratie en de rechtsstaat.’  

Op 2 maart 2023 vonden er verbale en fysieke confrontaties plaats tussen parlementsleden van de regeringspartij en oppositiepartijen tijdens een gezamenlijke sessie van de parlementaire commissies om de wetsvoorstellen te bespreken. Er waren ook vreedzame protesten tegen de wetsvoorstellen buiten het parlementsgebouw, waarbij 36 mensen werden gearresteerd. Zij werden aangeklaagd voor administratieve overtredingen van vandalisme en het niet gehoorzamen van de politie en later vrijgelaten. van hen moeten er 22 terechtstaan vanwege administratieve aanklachten. 

Nieuw wetsvoorstel

Op 14 februari stelde een fractie in het parlement, gevormd door leden die de regerende Georgische Droom-partij hadden verlaten maar wel in de parlementaire meerderheid bleven, het wetsvoorstel ‘over de transparantie van buitenlandse invloed’ voor, dat non-gouvernementele groepen en print- en online-media en omroepen en  die 20 procent of meer van hun jaarlijkse inkomsten – in financiële steun of bijdragen in natura – ontvangen van een ‘buitenlandse macht’, vereist om zich te registreren als ‘agenten van buitenlandse invloed’ bij het ministerie van Justitie. Het wetsvoorstel definieert ‘buitenlandse machten’ als buitenlandse overheidsinstanties, buitenlandse burgers, rechtspersonen die niet onder de Georgische wetgeving zijn opgericht, en stichtingen, verenigingen, bedrijven, vakbonden en andere organisaties of verenigingen onder internationaal recht. 

Organisaties en mediakanalen die geregistreerd zijn als ‘agent van buitenlandse invloed’ zouden verplicht zijn om een financiële verklaring in te dienen, inclusief volledige gegevens over de bron, het bedrag en het doel van elk ontvangen en uitgegeven geldbedrag en andere materiële voordelen. Dit verdubbelt sommige rapportageverplichtingen aan belasting- en andere instanties en zou de privacy van degenen die gelinkt zijn aan de vereniging verder in gevaar brengen. Het ministerie van Justitie zou gemachtigd zijn om onderzoek te doen en om aanvullende informatie, inclusief persoonsgegevens, te vragen en te bestuderen. De voorstanders van het wetsvoorstel hebben niet uitgelegd hoe deze dubbelende en belastende rapportage de transparantie of verantwoording vergroot, maar eerder een flagrante poging lijkt te zijn om de mogelijkheid van verenigingen en media om vrij en onafhankelijk te opereren te beperken en onafhankelijke groepen te stigmatiseren, aldus Human Rights Watch en Amnesty International. 

Het wetsvoorstel schrijft een boete voor van iets meer dan 9.000 euro voor ontduiking van registratie of het niet indienen van de volledige financiële verklaring. 

Gevangenisstraf

Op 22 februari hebben dezelfde leden van het parlement een andere versie van het wetsvoorstel geregistreerd, dat de reikwijdte van ‘agenten van buitenlandse invloed’ uitbreidt naar individuen en de straffen voor het niet naleven ervan verhoogt van boetes tot maximaal 5jaar gevangenisstraf. Het wetsvoorstel zegt dat een fysieke persoon of een rechtspersoon, op basis van de ‘belangen van buitenlandse macht’, als ‘agent van een “buitenlandse macht”‘ zou worden beschouwd als ze deelnemen aan lopende politieke activiteiten in Georgië, optreden als public relations-adviseur, reclame-agent, werknemer bij een nieuwsdienst of politiek adviseur,  of verschillende organisaties in Georgië financieren, geld lenen of andere eigendommen vertegenwoordigen, en de belangen van een buitenlandse macht in Georgië vertegenwoordigen in relatie tot overheidsinstanties. Veel van deze vage begrippen, waaronder ‘politieke activiteiten’, zijn niet duidelijk gedefinieerd in de wet en kunnen het recht op vrijheid van vereniging verder beperken. 

Op 27 februari besloot het parlementaire bureau om beide wetsvoorstellen naar de relevante commissies te sturen ter overweging. De regerende Georgische Droompartij heeft publiekelijk steun uitgesproken voor de wetsvoorstellen. 

De wetsvoorstellen hebben tot sterke kritiek geleid van Georgische burgergroeperingen, multilaterale organisaties en bilaterale partners. In een gezamenlijke verklaring zeiden ongeveer 400 lokale niet-gouvernementele groepen en media dat de goedkeuring van de wetten zou neerkomen op ‘een aanval op de kernwaarden van Georgië van waardigheid, onafhankelijkheid en solidariteit’ en de bevolking van Georgië zou schaden. 

Diepe bezorgdheid

De Verenigde Naties in Georgië uitten op 26 februari ‘diepe bezorgdheid’, waarbij ze opmerkten dat de wet, indien aangenomen, ‘waarschijnlijk het werk van de VN om haar programma voor duurzame ontwikkeling uit te voeren zou belemmeren’. De Amerikaanse en EU-ambassadeurs, woordvoerders van de EU-hoge vertegenwoordiger Josep Borrell, en het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken hebben ook kritiek geuit op de wet, waarbij ze zeiden dat deze onverenigbaar is met de Euro-Atlantische aspiraties van Georgië. In een open brief van 28 februari zei de Mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, Dunja Mijatović, dat de wet een ernstig afschrikkend effect zou kunnen hebben op het werk van maatschappelijke organisaties in Georgië. 

President Salome Zurabishvili heeft verklaard dat zij het wetsvoorstel zal vetoën, omdat ze “dergelijke wetgeving en vervolging van nieuwe agenten niet kan steunen.” 

De regerende partij, die de parlementaire meerderheid heeft om het veto te overwinnen, beweert dat het wetsvoorstel alleen tot doel heeft de transparantie van non-gouvernementele organisaties en media te waarborgen. De voorstanders van het wetsvoorstel hebben beweerd dat het vergelijkbaar is met de Foreign Agent Registration Act (FARA) van de Verenigde Staten, en de auteurs stellen dat de tweede versie van het wetsvoorstel een directe vertaling is van de FARA. 

Oneerlijk en misleidend

Maatschappelijke organisaties hebben deze vergelijking veroordeeld als oneerlijk en misleidend, omdat de Amerikaanse wet voornamelijk lobbyisten reguleert en niet dient als een mechanisme om maatschappelijke organisaties en media te verzwakken. Het gelijkstellen van het ontvangen van buitenlandse financiering, gedeeltelijk of geheel, met het oner leiding en controle staan van een buitenlandse leider is hierin ook niet opgenomen. Verschillende verklaringen van de initiatiefnemers van het wetsvoorstel en leiders van de regerende partij, die steeds kritischer worden op maatschappelijke organisaties en media die de oppositie in het land steunen, vormen een sterke indicatie van het tegendeel. 

Diverse uitspraken van de initiatiefnemers van het wetsvoorstel en de leiders van de regeringspartij, die steeds kritischer zijn geworden op burgerorganisaties en media die de oppositie in het land steunen, suggereren sterk dat, als de wet wordt aangenomen, de autoriteiten deze wet gebruiken om onafhankelijke groepen en media-uitingen die kritisch zijn over de regering verder te stigmatiseren en te bestraffen. 

De leider van de Georgische Droompartij, die de regerende parlementaire coalitie voorzit, zei in een interview met de pro-regerings-tv-zender Imedi op 2 maart dat het wetsvoorstel een ‘preventief effect’ zou hebben in de omgang met de ‘radicale oppositie en burgerorganisaties die daarmee verbonden zijn’ en dat ‘donoren zouden afzien van het financieren van polarisatie’. 

De regeringscoalitie beschouwt groepen die kritisch zijn over regeringsbeslissingen als ‘radicaal’ en beschuldigt hen van het unilateraal aanwakkeren van polarisatie in het land. Uitspraken zoals deze geven een afschrikwekkende boodschap voor mensen die kritisch zijn op de staat, en die mogelijk worden afgeschrikt om vrij hun mening te uiten uit angst voor vergelding.  

Wetsvoorstellen in strijd met verplichtingen van Georgië

Het wetsvoorstellen zijn in strijd met de verplichtingen van Georgië onder de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten (IVBPR), die Georgië heeft ondertekend. Hoewel bepaalde beperkingen van de rechten op vrijheid van meningsuiting en vereniging toegestaan zijn onder internationaal recht, moeten ze worden voorzien van een duidelijke en toegankelijke wet en noodzakelijk en evenredig zijn met een wettelijk doel. De huidige wetsvoorstellen voldoen hier niet aan, aldus Human Rights Watch en Amnesty International, en zouden onredelijke beperkingen opleggen aan deze rechten. 

Het recht om middelen te zoeken, te ontvangen en te gebruiken van nationale, internationale en buitenlandse bronnen is een inherent onderdeel van het recht op vrijheid van vereniging. Dit is vastgesteld door tal van internationale en regionale mensenrechtenmechanismen, waaronder het Comité van Ministers van de Raad van Europa in de aanbeveling uit 2007 ‘over de juridische status van niet-gouvernementele organisaties in Europa’. 

Ongerechtvaardigd

In 2022 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat de ‘buitenlandse agenten’-wet van Rusland, die vergelijkbaar is met de Georgische wetsvoorstellen, in strijd was met artikel 11 van de Europese Conventie die het recht op vereniging beschermt. Het Hof oordeelde dat het instellen van een speciale status en juridisch stelsel voor organisaties die financiering ontvangen van internationale of buitenlandse bronnen niet gerechtvaardigd was en dat de beperkingen hun legitieme functies verstoorden. 

‘De wetsvoorstellen schenden het recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging en zijn in strijd met de mensenrechtenverplichtingen van Georgië en zouden daarom nooit moeten worden aangenomen’, zegt Marie Struthers van Amnesty International. ‘In plaats van wetten aan te nemen die duidelijk het werk belemmeren van onafhankelijke stemmen die de regering niet bevallen, moeten de autoriteiten manieren bespreken voor het garanderen van een veilige en bevorderlijke omgeving voor de civiele samenleving.’

Meer over dit onderwerp