Wetsontwerpen Irak vormen bedreiging voor vrije meningsuiting en demonstratierecht
De Iraakse regering heeft opnieuw twee wetsontwerpen bij het parlement ingediend die, als ze worden aangenomen, de rechten op vrijheid van meningsuiting en vreedzame vergadering ernstig inperken. Dat zeggen Amnesty International en de INSM Foundation for Digital Rights in Iraq.
De herintroductie van deze wetsontwerpen valt samen met een golf van vervolging van mensen die kritiek hebben op regeringsfunctionarissen. Ook uiten zij kritiek op een campagne van het ministerie van Binnenlandse Zaken tegen het online verspreiden van ‘onfatsoenlijke inhoud’. Tussen januari en juni 2023 hebben de autoriteiten zeker twintig mensen vervolgd vanwege het vreedzaam uitoefenen van hun recht op vrije meningsuiting. Zes mensen kregen gevangenisstraf maar zijn inmiddels vrijgelaten.
Minachting voor demonstratierecht
‘De poging van de Iraakse autoriteiten om de vrijheid van meningsuiting te onderdrukken, toont hun grote minachting voor de offers die Irakezen tijdens de opstand van 2019 hebben gebracht om hun vrijheden veilig te stellen’, zegt Bissan Fakih van Amnesty International. ‘De Iraakse regering moet deze onderdrukkende wetsontwerpen onmiddellijk intrekken. Het parlement mag geen wetten goedkeuren die de mensenrechten van Irakezen onterecht inperken.’
‘De Iraakse bevolking heeft het recht om kritiek te uiten op hun leiders en religieuze figuren, en om vreedzaam te protesteren zonder angst voor gevangenisstraf en hoge boetes. Deze rechten zijn vooral belangrijk in een tijd waarin het Iraakse volk de regering verantwoordelijk probeert te houden voor beschuldigingen van systematische corruptie en mensenrechtenschendingen.’
Dekmantel voor willekeurige vervolging
Het wetsvoorstel over de vrijheid van meningsuiting en vreedzame vergadering zou de Iraakse autoriteiten de dekmantel geven van een democratisch aangenomen wet. Daarmee kan iedereen willekeurig worden vervolgd die in het openbaar opmerkingen maakt die de ‘openbare zeden’ of de ‘openbare orde’ schenden. Het wetsontwerp over cybercriminaliteit stelt mensen strafbaar die online inhoud plaatsen om de vaag gedefinieerde ‘hoogste economische, politieke, militaire of veiligheidsbelangen van het land’ te ondermijnen. Ze kunnen worden veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf en een boete van zo’n 34.000 euro.
Vervolging van critici
Mensenrechtenverdedigers uitten tijdens ontmoetingen met Amnesty International in Bagdad hun zorgen over het feit dat de wetsontwerpen de autoriteiten in staat zouden stellen om mensen met een vreedzame afwijkende mening verder te onderdrukken. Zeker gezien de recente golf van vervolgingen van critici.
Zo wordt journalist Haidar al-Hamdani berecht voor laster door de gouverneur van Basra. Deze beschuldigde de journalist van corruptie in een video op Facebook waar hij meer dan een miljoen volgers heeft.
Voorzitter van het parlement Mohammed al-Halbousi kan op elk moment oproepen tot een algemene stemming over de wet. Wijzigingen op beide wetsontwerpen worden privé besproken door parlementsleden. Hun amendementen zijn niet openbaar gemaakt en het is onduidelijk of deze voorafgaand aan een mogelijke stemming openbaar worden.
Burgers buitenspel gezet
Hayder Hamzoz van INSM Foundation for Digital Rights in Iraq: ‘Het is onaanvaardbaar dat we nu in Irak kampen met een gebrek aan toegang tot informatie over wetsontwerpen waar het parlement zich over buigt. Toegang tot informatie is een mensenrecht en het is een belangrijke pijler van de rechtsstaat om burgers mondiger te maken. Zo zijn in staat te stellen effectief deel te nemen aan het politieke leven en de strijd tegen corruptie.’
Zware straffen
Het wetsontwerp verbiedt ‘belediging van religies, religieuze autoriteiten, sekten’. Ook verbiedt het ‘ondermijning’ van religieuze figuren of symbolen. Op dit ‘misdrijf’ staat een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar en een boete van maximaal 6.700 euro.
Aangezien religieuze figuren een prominente rol spelen binnen de belangrijkste politieke partijen van Irak, beperkt het verbieden van kritiek op hen het recht op vrijheid van meningsuiting. Volgens het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (BuPo) mag een staat het recht op de vrijheid van meningsuiting niet in gevaar brengen.
Demonstratierecht aan banden gelegd
Het wetsontwerp stelt de autoriteiten in staat om openbare bijeenkomsten te verbieden, tenzij ze ten minste 5 dagen van tevoren toestemming hebben gekregen van de autoriteiten. Het vermeldt niet welke criteria de autoriteiten zouden hanteren bij het goedkeuren of verbieden van protesten, waardoor ze in feite de bevoegdheid krijgen om alle protesten te verbieden.
Het VN-Mensenrechtencomité stelt in zijn Algemeen Commentaar nr. 37 over artikel 21 van het BuPo-verdrag over de vrijheid van vergadering dat het vereisen van toestemming voor een openbare bijeenkomst ‘het idee ondermijnt dat vreedzame vergadering een grondrecht is. Als dit soort vereisten blijven bestaan, zouden ze in de praktijk niet meer dan een kennisgeving moeten zijn waarbij toestemming vanzelfsprekend wordt verleend, tenzij er dwingende redenen zijn om anders te doen’.
Demonstranten in Irak worden al onderdrukt door veiligheidsdiensten en dit risico wordt groter wanneer de autoriteiten een protest als ‘ongeautoriseerd’ beschouwen, zeker gezien het feit dat ze al regelmatig geweld gebruiken om dit soort protesten uiteen te drijven. Amnesty International documenteerde eerder hoe tijdens de landelijke protesten tegen de regering in 2019 ten minste 600 demonstranten werden gedood. Duizenden anderen raakten gewond door het buitensporig geweld van de veiligheidstroepen.
Online vrijheid van meningsuiting
De regering heeft het wetsontwerp over cybercriminaliteit in november 2022 opnieuw aan het parlement voorgelegd. Het wetsontwerp is vaag geformuleerd. Iedereen die schuldig wordt bevonden aan ‘het aanwakkeren van sektarische spanningen of onrust’ of ‘het ondermijnen van de onafhankelijkheid, eenheid en veiligheid van het land, of economische, politieke, militaire of veiligheidsbelangen’ kan worden veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf en een boete van maximaal 34.000 euro.
‘In april 2023 bevestigde de Iraakse regering haar belofte aan Amnesty International dat ze het recht op vrijheid van meningsuiting in acht neemt en beschermt, maar wat het nu doet in het parlement komt hiermee niet overeen’, zegt Bissan Fakih van Amnesty International.