Wereldwijde actie nodig tegen stijgend dodental Iran
Ondanks de gewelddadige reactie van de Iraanse veiligheidsdienst op protesten na de dood van Jina Mahsa Amini, blijven moedige demonstranten in Iran de straat op gaan. Hieruit blijkt de grote verontwaardiging onder mensen over de verplichte hoofddoek, het onwettig doden van mensen, en de wijdverbreide onderdrukking.
Uit bewijs dat Amnesty International de afgelopen dagen verzamelde bij nieuw geweld in twintig steden en tien provincies in Iran, blijkt een patroon van opzettelijk en onwettig geweld: de Iraanse veiligheidsdiensten schieten doelgericht op mensen. Ten minste 30 mensen zijn omgekomen, onder wie vier kinderen. Amnesty International blijft oproepen tot een directe wereldwijde actie en waarschuwt voor verder bloedvergieten mede nu internet aan banden is gelegd.
Stijgend dodental
In de nacht van 21 september 2022 vielen ten minste 19 doden, onder wie ten minste drie kinderen. Amnesty International onderzocht foto’s en video’s waarop dodelijke slachtoffers staan met gruwelijke wonden in hun hoofd, borst en buik.
‘Het stijgende dodental is een alarmerende aanwijzing voor de meedogenloze aanval van de Iraanse autoriteiten op mensenlevens. Een “onafhankelijk onderzoek” bestaat niet in Iran. De VN-lidstaten moeten verder gaan dan het afleggen van loze verklaringen en moeten luisteren naar de roep om gerechtigheid van slachtoffers en mensenrechtenverdedigers in Iran. Er moet snel een onafhankelijk VN-onderzoek worden ingesteld’, zegt Heba Morayef van Amnesty International.
‘De woede die we zien, toont ook hoe de Iraniërs denken over de zogenaamde “zedenpolitie” en de wet die het dragen van een hoofddoek door vrouwen verplicht stelt. Het is de hoogste tijd dat deze discriminerende wet en de veiligheidsdiensten die hen opleggen compleet worden verwijderd uit de Iraanse maatschappij.’
Amnesty International heeft de namen van 19 mensen gedocumenteerd, die werden doodgeschoten door de veiligheidsdienst op 21 september. Op 22 september werden nog twee doden, onder wie een 16-jaar oude omstander, bevestigd. Amnesty International doet onderzoek naar andere dodelijke slachtoffers.
Met scherp schieten
Volgens ooggetuigenverslagen waren verschillende veiligheidsdiensten betrokken bij de dodelijke schietpartijen: agenten van de Revolutionaire Garde, paramilitairen van de Basij-strijdkrachten, en veiligheidsagenten in burger. Deze agenten schoten met scherp op demonstranten met het doel hen uiteen te drijven, te intimideren en te straffen, of om te voorkomen dat ze regeringsgebouwen binnengingen. Dit is verboden onder internationale wetgeving, waarin staat dat het gebruik van vuurwapens beperkt is tot gevallen waarin dit een antwoord is op een doodsbedreiging of het risico op ernstige verwondingen, en slechts wanneer andere minder extreme middelen niet voldoende zijn.
Jina Mahsa Amini
De landelijke protesten in Iran kwamen op gang na de dood in hechtenis van de 22-jarige Jina Mahsa Amini. Zij werd gearresteerd door de Iraanse ‘zedenpolitie’ omdat ze haar hoofddoek niet goed gedragen zou hebben.
Sinds haar dood heeft Amnesty International de namen van 30 mensen gedocumenteerd die door de veiligheidsdiensten werden gedood. Onder hen 22 mannen, vier vrouwen en vier kinderen. Amnesty denkt dat het werkelijke dodental hoger ligt en blijft onderzoek doen. Dodelijke slachtoffers werden bevestigd in de provincies Alborz, Isfahan, Ilam, Kohgilouyeh en Bouyer Ahmad, Kermanshah, Koerdistan, Manzandan, Semnan, Teheran, West-Azerbeidzjan.
Lees meer informatie en details in het volledige Engelse bericht.