Wereldwijde actie nodig tegen dodelijk ingrijpen protesten Iran
Wereldleiders die nu bijeen zijn op de Algemene Vergadering van de VN moeten oproepen steunen voor onafhankelijke internationale onderzoeksprocedures die zorgen voor verantwoording in de voortdurende crisis van straffeloosheid in Iran. De urgentie hiervan wordt weer benadrukt door de dood in hechtenis van de 22-jarige Mahsa (Jina) Amini, en het geweld dat veiligheidstroepen loslieten op demonstranten.
Ten minste acht mensen zijn overleden als gevolg van dit geweld en honderden mensen raakten gewond.
Op 16 september overleed Mahsa (Jina) Amini – Jina is haar Koerdische naam, Koerdische namen zijn verboden in Iran. Een aantal dagen eerder werd ze met geweld gearresteerd door de ‘zedenpolitie’ omdat ze zich niet zou hebben gehouden aan de discriminerende verplichte hijab-wetten. Amnesty International verzamelde bewijs van het onwettige gebruik van geweld door de veiligheidstroepen, zoals hagel en andere metalen kogeltjes, traangas, waterkanonnen, en wapenstokken.
‘De wereldwijde woede en sympathie over de dood van Mahsa Amini moeten worden opgevolgd door concrete stappen door de internationale gemeenschap om de crisis van systematische straffeloosheid aan te pakken. Door de straffeloosheid blijven marteling, buitengerechtelijke executies door de Iraanse autoriteiten plaatsvinden, zowel achter de gevangenismuren als tijdens protesten‘, zegt Diana Eltahawy van Amnesty International.
Het harde ingrijpen van de Iraanse autoriteiten tijdens demonstraties valt samen met de speech van de president Ebrahim Raisi bij de VN. Hij heeft een platform gekregen op het wereldpodium, ondanks overduidelijk bewijs van zijn betrokkenheid bij misdaden tegen de mensheid. De VN-lidstaten zijn er nog niet in geslaagd om de straffeloosheid voor ernstige misdrijven in Iran aan te pakken.
Doden tijdens protesten
Amnesty International heeft het overlijden gedocumenteerd van zes mannen, een vrouw en een kind. Zij kwamen om het leven tijdens demonstraties op 19 en 20 september in de provincies Kurdistan (4), Kermanshah (2) en West-Azerbaijan (2). Ten minste vier van deze mensen overleden aan verwondingen veroorzaakt door metalen kogeltjes die van dichtbij waren afgevuurd.
Ten minste twee andere mensen hebben zicht in een of beide ogen verloren. Honderden anderen, ook kinderen, zijn gewond geraakt door het onwettige gebruikt van hagel en andere kogels.
Met scherp schieten
Amnesty International heeft ooggetuigenverslagen verzameld en foto’s en video’s van protesten geanalyseerd. Daaruit blijkt dat de Iraanse veiligheidstroepen onwettig en herhaaldelijk met metalen kogels direct op demonstranten schieten.
Volgens ooggetuigen zijn ten minste drie mannen (Fereydoun Mahmoudi in Saqqez, Kurdistan; Farjad Darvishi in Urumieh, West-Azerbaijan; en een niet-geïdentificeerde man in Kermanshah), en een vrouw (Minou Majidi in Kermanshah) overleden als gevolg van dodelijke verwondingen door hagelschoten tijdens demonstraties op 19 en 20 september. Vier andere slachtoffers, Reza Lotfi en Foad Ghadimi in Dehgolan, Kurdistan; Mohsen Mohammadi in Divandareh, Kurdistan; en de 16-jarige Zakaria Khial in Urumieh, werden gedood. Volgens mensenrechtenactivisten ter plekke werden ze doodgeschoten door leden van de veiligheidstroepen.
De Iraanse autoriteiten hebben de dood bevestigd van drie mensen in de provincie Kurdistan op 19 september, en twee mensen in de provincie Kermanshah op 20 september. Maar, zoals gebruikelijk, ontkennen de autoriteiten vaak hun betrokkenheid en schreven ze deze doden ook toe aan ‘vijanden van de Islamitische Republiek’.
Uit ooggetuigenverslagen en videobeelden blijkt echter geen twijfel: degenen die tijdens demonstraties wapens afvuurden waren leden van de Iraanse veiligheidsdienst. Ook blijkt dat de meeste demonstranten in de provincies Kurdistan, Kermanshah en West-Azerbaijan vreedzaam waren. Op sommige plekken gooiden demonstranten met stenen en beschadigden ze politiewagens. Maar dit rechtvaardigt niet de inzet van kogels, wat onder alle omstandigheden verboden is.
Gruwelijke verwondingen
Een belangrijke bron die werd geïnterviewd door Amnesty International laat weten dat op 16 september, de eerste dag van de protesten, veiligheidstroepen hagel afschoten op de 18-jarige Nachirvan Maroufi, op een afstand van ongeveer 10 meter. Hij verloor hierdoor het zicht in zijn rechteroog. Ook schoten ze hagel op een andere jonge man, de 22-jarige Parsa Sehat, die in beide ogen blind werd.
Op 19 september verspreiden demonstraties zich van Saqqez naar andere steden in Iran waar veel mensen van de onderdrukte Koerdische minderheid wonen, zoals Baneh, Dehgolan, Divandareh, Kamyaran, Mahabad en Sanandaj. Die dag alleen al raakten honderden mannen, vrouwen en kinderen gewond door het herhaaldelijk afvuren van metalen kogels op hun hoofden en borst, van dichtbij, wat aangeeft dat de agenten uit waren op het veroorzaken van maximale pijn.
Een ooggetuigen uit Kamyaran vertelde Amnesty International: ‘De oproerpolitie bleef maar op mensen schieten van een afstand van ongeveer 100 meter… Ik zelf zag dat ten minste 10-20 mensen werden geraakt door metalen kogeltjes… De meeste van hen werden in hun rug geraakt terwijl ze wegrenden.’
Een demonstrant uit Mahabad beschreef een vergelijkbaar patroon. Hij zei: ‘In antwoord op mensen die leuzen riepen als “Vrouwen, Leven, Vrijheid” en “Dood aan de dictator” vuurden de veiligheidstroepen metalen kogels af, vaak van een afstand van 20-30 meter… Ze mikten specifiek op de hoofden van mensen.’
Een journalist uit Baneh vertelde Amnesty International: ‘Veiligheidstroepen schoten mensen direct in hun buik en rug van dichtbij… Veel van deze mensen waren vrouwen omdat vrouwen vooraan stonden bij de protesten.’
Uit gruwelijke beelden en ooggetuigenverslagen die Amnesty kreeg, blijkt ook dat in Divandareh, Saqqez en Dehgolan, de veiligheidstroepen schoten met ongeïdentificeerde munitie. Demonstranten hadden open wonden op hun benen, borst en buik.
Onder hen de 17-jarige Zana Karimi, die ernstige verwondingen opliep aan zijn benen nadat hij in Divandareh werd neergeschoten. Zijn been moet wellicht worden geamputeerd. Ehsan Ghafouri liep ernstige verwondingen aan de nieren op na neergeschoten te zijn in Dehgolan.
De meeste demonstranten en omstanders die gewond raken gaan niet naar het ziekenhuis voor medische hulp omdat ze bang zijn gearresteerd te worden. Hierdoor lopen ze meer risico op infecties en andere complicaties.
Honderden demonstranten werden met geweld opgepakt, onder hen ook kinderen. Een ooggetuige vertelde groepen arrestanten te hebben gezien in Kamyaran, met hoofdwonden, gebroken neuzen, armen en bebloede lichamen.
Amnesty’s oproep
‘De veiligheidstroepen van Iran zullen demonstranten en gevangenen blijven doden of verwonden, ook vrouwen die worden gearresteerd voor het niet naleven van de verplichte wetten voor lichaamsbedekkende kleding, als ze niet ter verantwoording worden geroepen. Deze verantwoording zal er vanuit het land zelf niet komen. Daarom moet de VN Veiligheidsraad een duidelijke boodschap aan de Iraanse autoriteiten geven dat de verantwoordelijken voor misdrijven onder internationaal recht niet ongestraft zullen blijven’, zegt Diana Eltahawy.
Mahsa Amini
Op 13 september 2022 werd de Iraans-Koerdische Mahsa Amini in Teheran gearresteerd door de zogenoemde ‘zedenpolitie’ van Iran. Deze religieuze politie pakt vrouwen en meisjes op en zet hen gevangen, martelt hen en mishandelt hen voor het niet naleven van de discriminerende wetten op het gebied van de hoofddoek.
Volgens getuigen werd Mahsa Amini geslagen terwijl ze gedwongen werd overgebracht naar het Vozara-detentiecentrum in Teheran. Uren daarna werd ze overgebracht naar het Kasra-ziekenhuis nadat ze in een coma was geraakt. Drie dagen later stierf ze. De Iraanse autoriteiten kondigden aan onderzoek te gaan doen, maar ontkenden tegelijkertijd iets fout te hebben gedaan. Het beloofde onderzoek voldoet niet aan de verplichtingen van onafhankelijkheid omdat het zal worden uitgevoerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Dit bericht focust zich op de provincies Kurdistan, Kermanshah en West-Azerbaijan waar demonstranten zijn gedood. Amnesty International doet onderzoek naar het neerslaan van protesten in andere steden in Iran sinds 19 september, zoals Hamedan, Rasht, Shiraz, Tabriz en Teheran.