Wat NOC*NSF gaat doen en minister Koenders zou moeten doen
De teerling is geworpen. De Europese Spelen van 2019 zijn toegewezen aan Nederland. Een felicitatie voor NOC*NSF is op zijn plaats. Niet alleen vanwege de toewijzing van de Europese Spelen maar ook met een belangrijke toezegging. In de Volkskrant van 28 april geeft de sportkoepel aan dat zij tijdens de eerste Europese Spelen in Bakoe een bijeenkomst over mensenrechten wil organiseren. NOC*NSF ziet in dat sport en mensenrechten geen gescheiden werelden zijn en wil zich inzetten voor mensenrechten. Volgens Geert Slot, woordvoerder van NOC*NSF in de Volkskrant, maakt de Nederlandse politiek het de sportkoepel echter niet makkelijk.
‘Dat er naar de sport wordt gekeken als vooruitgeschoven post, dat automatisme kennen we. Maar als in dezelfde week in Maastricht onze minister van Economische Zaken met zijn collega van Azerbeidzjan spreekt over handelscontacten; dat maakt de zaak voor ons ingewikkeld.’
Wat doet Nederland eigenlijk om de mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan te verbeteren? De Nederlandse aanpak is het best te illustreren aan de hand van een recent voorbeeld. Intigam Aliyev (advocaat die honderden zaken naar het Europees hof voor de rechten van de mens heeft gebracht) en Rasul Jafarov, mensenrechtenactivist, werden kort geleden onterecht veroordeeld tot respectievelijk 7,5 jaar en 6,5 jaar cel.
Een vertegenwoordiger van de Nederlandse ambassade in Bakoe was aanwezig bij de rechtbankzittingen van Jafarov en Aliyev. Nu zij zijn veroordeeld is er alle reden om op te roepen tot hun vrijlating. Toch heeft Nederland dat tot nu toe niet gedaan. Hoe dat komt? Dit is ongeveer wat Buitenlandse Zaken daarover zegt. Stille diplomatie is beter, schreeuwen heeft geen nut. En ten tweede, Nederland wil in EU verband samenwerken, verklaringen van de EU hebben meer effect. Nederland geeft aan dat er hard is gewerkt aan een gezamenlijke EU verklaring waarin wordt opgeroepen tot vrijlating van politieke gevangenen. Dat is niet gelukt.
Het is niet het Azerbeidzjaanse regime of de EU die Nederland de handen bindt. Nederland doet dit zelf en lijkt daarmee handel en vriendschap boven mensenrechten stellen. Het is natuurlijk niet zo dat Nederland zich niet kan uitspreken omdat andere EU landen dat niet gezamenlijk willen doen. Nederland laadt de verdenking op zich openlijke kritiek te mijden omdat dit de economische relatie met Azerbeidzjan kan verstoren.
Niet zo lang geleden had de Zweedse minister Wallström kritiek op schendingen van vrouwenrechten in Saudi-Arabië. Zij noemde de Saudische regering ‘een dictatuur’. Zweden heeft het geweten. Er werden geen visa meer afgegeven door Saudi-Arabië en de ambassadeur werd teruggeroepen naar Riyad. Er was in de media veel aandacht voor de reactie van Saudi-Arabië, maar de moedige houding van Wallström legde misschien wel iets veel belangrijkers bloot namelijk het totale gebrek aan solidariteit van haar EU collega’s. Hier was een minister die ervoor kiest om mensenrechten voorop te stellen. Haar Europese collega’s, waaronder minister Koenders beantwoordden haar moed met stilzijgen. Wallström bewees dat je ook als relatief klein land kan kiezen voor principes. Die keuze verdient steun en navolging.
Nu wil het geval dat minister Koenders volgende week in Riga in het kader van de EU-top over het Oostelijk Partnerschap zijn collega uit Azerbeidzjan ontmoet. De minister hem dan rechtstreeks, maar ook publiekelijk oproepen tot de vrijlating van alle gewetensgevangenen in Azerbeidzjan. Daartoe oproepen zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn, maar zou voor een Europees land een unicum blijken
Kom in ieder geval in actie en teken de petitie voor de vrijlating van alle gewetensgevangenen in Azerbeidzjan