Protest in Parijs tegen de klimaatverandering
© Benjamin Girette / Hans Lucas

Belangrijke uitspraak VN voor slachtoffers door klimaatverandering

In een baanbrekende asielzaak heeft het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties bepaald dat regeringen bij het uitzetten van asielzoekers rekening moeten houden met mensenrechtenschendingen die worden veroorzaakt door de klimaatcrisis.

Ioane Teitiota, een man uit Kiribati, een eiland in de Stille Oceaan, vroeg in 2013 als ‘klimaatvluchteling’ asiel aan in Nieuw-Zeeland. Het land wees in september 2015 zijn asielaanvraag af en zette hem uit. In februari 2016 legde hij zijn zaak tegen de regering van Nieuw-Zeeland voor aan het VN-Mensenrechtencomité. Het comité heeft nu geoordeeld dat Teitiota’s uitzetting niet onwettig was, omdat zijn leven niet direct in gevaar was. Wel erkende het dat klimaatverandering een bedreiging kan vormen voor het recht op leven en dat de autoriteiten hiermee rekening moeten houden bij hun besluit om iemand uit te zetten.

Voorbeeld rest van de wereld

Teitiota zegt dat hij als gevolg van de zeespiegelstijging te maken kreeg met conflicten over vruchtbare stukken grond en dat er steeds minder veilig drinkwater was. Daarom werd hij gedwongen om met zijn gezin naar Nieuw-Zeeland te migreren, waar hij de vluchtelingenstatus aanvroeg nadat zijn visum in 2010 was verlopen.

‘De beslissing schept een wereldwijd precedent,’ zegt Kate Schuetze van Amnesty International. ‘Het zegt dat een staat zijn mensenrechtenverplichtingen zal overtreden als het iemand terugstuurt naar een land waar door de klimaatcrisis zijn leven in gevaar is of hij wanneer hij het gevaar loopt op een wreed, onmenselijk of onterend bestaan.’

Recht op bescherming

Teitiota’s asielverzoek werd afgewezen waarna hij zijn zaak voorlegde aan het VN-Mensenrechtencomité. Hij vindt dat Nieuw-Zeeland zijn recht op leven, zoals dat is vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (BuPo-verdrag), had geschonden door hem naar Kiribati te terug te sturen.

Het vluchtelingenrecht voorziet niet in het beschermen van slachtoffers van klimaatverandering. De beslissing van het comité suggereert echter wel dat toekomstige claims succesvol kunnen zijn wanneer kan worden bewezen dat ‘de effecten van klimaatverandering mensen kunnen blootstellen aan een schending van hun rechten’.

Achtergrond

Het VN-Mensenrechtencomité verklaarde dat ‘zonder krachtige nationale en internationale inspanningen, de effecten van klimaatverandering in landen die het treft, individuen kunnen blootstellen aan een schending van hun rechten zoals vastgelegd in artikelen 6 of 7 van het BuPo-verdrag, waardoor staten verplicht worden zich te houden aan non-refoulement.’ Non-refoulement betekent dat mensen niet mogen worden teruggestuurd naar landen waar hun leven gevaar loopt.

 

 

Meer over dit onderwerp