Vijftig landen ratificeren wapenhandelverdrag
De bescherming van miljoenen mensen van wie de levens worden verwoest door de slecht gereguleerde wapenhandel, is een flink stuk dichterbij gekomen. Vandaag wordt waarschijnlijk de magische grens bereikt van vijftig landen die het verdrag hebben geratificeerd.
Met het ratificeren is het verdrag in hun nationale wetgeving geïmplementeerd. Door het overschrijden van deze grens wordt binnen negentig dagen (vermoedelijk op 25 december 2014) het wapenhandelverdrag omgezet in bindende internationale regelgeving.
Amnesty lobbyt sinds de jaren negentig voor een verdrag dat de handel in wapens reguleert. Door het ontbreken van duidelijke regels voor de handel in wapens, sterven jaarlijks ten minste een half miljoen mensen. Ook raken miljoenen gewond of worden gedwongen hun huizen te verlaten.
In het wapenhandelverdrag staan regels die de aanvoer van conventionele wapens naar landen verbiedt als bekend is dat ze gebruikt zullen worden voor genocide, misdaden tegen de menselijkheid, of oorlogsmisdaden. Ook mogen dergelijke wapens niet worden geëxporteerd als er een substantieel risico bestaat dat deze zullen bijdragen aan ernstige schendingen van de mensenrechten.
Naar verwachting ronden vandaag Argentinië, de Bahama’s, Tsjechië, Portugal, Saint Lucia, Senegal en Uruguay landen hun ratificatieprocedure af.
Vijf van de tien grootste wapenexporteurs (Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en Groot-Brittannië) hebben het verdrag al geratificeerd. De Verenigde Staten tekenden het wel, maar ratificeerden het nog niet. Een aantal andere grote wapenexporterende landen verzetten zich tegen de ratificatie, waaronder China, Canada, Israël en Rusland.
Nederland is bezig met de ratificatie en heeft deze procedure waarschijnlijk binnen een half jaar afgerond. Ons land behoorde tot een van de eerste ondertekenaars van het verdrag.
Op 2 april 2013 stemden 155 landen voor het aannemen van een internationaal verdrag dat de handel in wapens reguleert. Hiervan ondertekenden 118 landen het verdrag, wat hun bereidheid toont om het verdrag in hun eigen wetgeving op te nemen.