Vijf vragen aan…. Josette Barten Quinet
Te oud om actie te voeren? Voor Josette Barten Quinet (90) vormt leeftijd geen belemmering. Josette komt oorspronkelijk uit Franstalig België en verhuisde voor de liefde naar het Brabantse Drunen. Ze raakte al snel betrokken bij twee lokale Amnesty-groepen. Tientallen jaren later is zij nog steeds actief: op haar IPad zet zij trouw haar handtekening onder elke online spoedactie. Op een grijze decemberdag vertelt zij onder het genot van een kopje thee over haar inzet voor Amnesty.
Wanneer en waarom bent u begonnen met uw werk voor Amnesty?
In de jaren tachtig werd ik benaderd door de Amnesty-groep in Drunen en zo ben ik begonnen met mijn vrijwilligerswerk voor Amnesty. Waarom juist ik werd benaderd, weet ik niet meer precies, maar het had wellicht iets te maken met mijn lokale maatschappelijke inspanningen in die tijd. Ik werkte als maatschappelijk werker en in 1967 richtte ik een stichting op, met het doel om activiteiten en faciliteiten voor ouderen te organiseren, zoals het langsbrengen van warme maaltijden door vrijwilligers.
Mensenrechten zijn heel belangrijk voor mij. Ik zet mij graag in voor het lot van gevangenen en ik hoop met mijn inzet voor Amnesty mijn steentje bij te dragen aan een rechtvaardigere wereld, waarin iedereen gelijk is. Ik kan niet tegen oneerlijkheid en voeg graag de daad bij het woord. Als het gaat om de rechten van de ander, ben ik ook zeker niet bang om te ‘zeuren’. Dat kan in kleine dingen zitten. Zo heb ik mij bijvoorbeeld hardgemaakt voor betere toegankelijkheid voor ouderen in de openbare ruimte. Omdat ik merkte dat daar nog wel het een en ander te verbeteren viel, ondernam ik actie en ging ik met de gemeente in gesprek om de stoepranden te verlagen.
Dat opkomen voor de rechten van de ander doe ik trouwens niet om waardering te krijgen, maar puur omdat ik een rechtvaardig doel wil bereiken. En dat zit blijkbaar in de genen: mijn twee dochters werken allebei in de ontwikkelingssector en mijn kleindochter werkt voor Amnesty International in Londen. Ik was zo blij toen ik hoorde dat ze daar ging werken!
U zette zich tientallen jaren in als vrijwilliger. Wat deed u precies?
Ik deed mee met de maandelijkse schrijfavonden in de lokale bibliotheek van Drunen. De voorbereidingen daarvan vonden wisselend plaats bij een van de acht leden thuis. Al snel was ik erg actief betrokken en voorzag ik de schrijfgroep maandelijks van genoeg voorbeeldbrieven en ander materiaal. Soms zorgde ik ervoor dat de relevante artikelen uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werden meegezonden met de brieven aan de autoriteiten. Daarnaast hielp ik ook mee met de collecte.
In 1982 vroeg de Amnesty-groep in Waalwijk mij of ik kon helpen met het vertalen van brieven naar het Frans, mijn moedertaal. Ze wilden de brieven graag aanbieden in de taal van het land waarnaar geschreven werd. Zo werd ik, naast mijn werkzaamheden voor de groep in Drunen, ook onderdeel van een clubje vertalers voor de groep in Waalwijk. Behalve ikzelf waren er ook vrijwilligers die brieven vertaalden naar het Engels en Spaans en zelfs het Russisch en Arabisch. In 1984 bracht ik een bezoek aan Nicaragua, waar mijn twee dochters destijds werkten. Bij terugkomst verzorgde ik een goed bezochte lezing over de mensenrechtensituatie in dat Midden-Amerikaanse land. Deze lezing kreeg plaatselijke publiciteit, dat was heel erg leuk. De krantenartikeltjes heb ik nog bewaard.
Na een tijdje werd het combineren van mijn ‘gewone’ werk met het vrijwilligerswerk voor twee Amnesty-groepen mij iets te veel. Mijn man heeft toen mijn werk voor de Amnesty-groep in Drunen overgenomen. Ik bleef vertalen voor de groep in Waalwijk.
U bent onlangs 90 geworden, maar bent nog steeds actief voor Amnesty. Wat doet u nog allemaal?
De groepen in Drunen en Waalwijk werden steeds kleiner door verhuizingen en de leeftijd van de leden; die werden immers steeds ouder. Op een gegeven moment zijn deze groepen gestopt. Toen ben ik van brieven schrijven overgegaan naar online actievoeren. Met mijn IPad doe ik nu nog steeds trouw mee aan alle spoedacties die ik van Amnesty per mail ontvang. Dat is voor mij een makkelijke manier om nog bij te kunnen dragen en dat doe ik graag. Ook probeer ik elk jaar van de partij te zijn bij de lokale 10 december-schrijfactie. Afgelopen 10 december was ik nog met mijn dochter aanwezig bij de Write for Rights-actie in Tilburg. Ik heb last van mijn handen, dus brieven schrijven gaat helaas niet meer zo goed. Daarom stuur ik liever groetenkaarten.
Heeft u in de loop van de tijd ook veranderingen gezien bij Amnesty?
In de tijd dat ik schrijfavonden organiseerde, waren het vooral vrouwen van middelbare leeftijd die meededen met de schrijfacties van Amnesty. Amnesty was destijds ook nog niet zo bekend. Dat is nu wel anders. Het geeft mij moed om te zien dat jongeren ook bezig zijn met mensenrechten, dat vind ik erg belangrijk.
Verder valt het me op dat er tegenwoordig ontzettend veel vergaderd wordt en dat er veel administratief werk is. Dat zorgt voor traagheid in de organisatie. Naar mijn idee was dat vroeger veel minder het geval.
Daarnaast hield Amnesty zich vroeger vooral bezig met gewetensgevangenen, maar richt de organisatie zich nu ook op andere onderwerpen, zoals LHBTI- en vrouwenrechten Dat vind ik een goede ontwikkeling.
Heeft u nog tips voor Amnesty?
Het is mij niet helemaal duidelijk waarom er aan bepaalde landen meer aandacht wordt besteed dan aan andere. Zo zie ik relatief weinig acties voorbijkomen over landen in het zuiden, zoals Midden-Amerika. Dat vind ik jammer. Ik zou wel graag willen weten waarom daarvoor gekozen is.
Voor de rest vind ik dat Amnesty vooral heel goed werk doet en zo lang het mij lukt, zal ik door blijven gaan met het steunen van Amnesty-acties.