Dagmar Oudshoorn - directeur Amnesty International Nederland

Verstand te boven

Op 18 november begint de rechtszaak tegen Sarah Mardini, Seán Binder, Pieter Wittenberg en 21 andere vrijwilligers die hulp boden aan vluchtelingen en migranten. Dagmar Oudshoorn schreef er dit blog over.

Sommige dingen gaan je verstand te boven.

Stel, je loopt langs de gracht en ziet een vol bootje met vaders, moeders en jonge kinderen, de boot maakt water – de passagiers verdrinken bijna. Spring je in het water, bel je 112 of loop je door?

Stel, je ziet op tv een bootje met vaders, moeders en jonge kinderen, de boot maakt water, ze verdrinken bijna in de Egeïsche Zee, ga je erop af, geef je geld aan een ngo of zap je weg?

25 jaar celstraf

Voor Pieter Wittenberg, Seán Binder, Sarah Mardini was het volstrekt helder: ze gingen eropaf. Ze vertrokken naar Lesbos om mee te doen aan het reddingswerk op zee: ze vervoerden mensen die uit het water waren gered naar land en gaven hen water en warme dekens. Nu zijn ze aangeklaagd wegens mensensmokkel en spionage, net als 21 anderen. Nu moeten ze voor de Griekse rechter verschijnen. Er hangt hun een celstraf van 25 jaar boven het hoofd.

Ik kan me dat bijna niet voorstellen: Seán en Sarah zijn twintigers, zij kunnen misschien wel nooit meer studeren, trouwen en kinderen krijgen. Pieter, begin zeventig, die wellicht de rest van zijn leven in een Griekse cel moet doorbrengen. Hun gevangenisstraf zou ook een verschrikkelijk gat slaan in het leven van hun familie en vrienden. En dat alleen maar omdat ze hulp boden aan vluchtelingen en migranten.

Eigen vluchtverhaal

Pieter, Seán en Sarah kennen de vluchtelingenproblematiek uit hun eigen leven: Sarah vluchtte zelf uit Syrië en maakte de levensgevaarlijke overtocht naar Lesbos. Seáns vader was een vluchteling uit Vietnam, en Pieters vader ontvluchtte Tsjecho-Slowakije voor de komst van Hitlers leger. Zij danken hun bestaan aan het feit dat zij of hun vaders konden vluchten. Het sterkte hen in hun overtuiging anderen te helpen.

Deze week sprak ik met Pieter. Zijn verhaal raakte mij. Of je nu mensen uit een gracht of uit de Egeïsche zee redt van een verdrinkingsdood, zoals in het geval van Pieter: ik vind dat getuigen van grote moed. Maar hij wilde geen held genoemd worden. Het gaat hem om het grotere verhaal, de alarmerende trend dat Europese landen steeds vaker hulp aan vluchtelingen strafbaar maken, om zo toekomstige generaties hulpverleners af te schrikken. Geen reddingswerk, geen overtochten, zo is de gedachte.

Maar zo lang mensen moeten vluchten en er geen legale routes zijn, is er voor hen geen andere optie dan een levensgevaarlijke reis te maken. Het stoppen van reddingsoperaties zal er niet voor zorgen dat mensen niet meer per boot vluchten; het zal hun reis alleen maar gevaarlijker maken.

Steun

Gelukkig zijn er moedige mensen die actie ondernemen als ze mensen in nood zien. Zij verdienen geen celstraf, maar al onze steun. Zodat mensen in Europa andere mensen in nood een helpende hand blijven bieden in plaats van weg te kijken uit angst voor represailles of omdat het ver weg gebeurt. Maar wat nu ver is, kan zo weer hier gebeuren. Dat heeft de geschiedenis ook wel laten zien.

Meer over dit onderwerp