Venezolaanse autoriteiten doden duizenden jonge, arme mannen bij strijd tegen criminaliteit
De Venezolaanse overheid doodt onder het mom van criminaliteitsbestrijding opzettelijk op grote schaal leden van zeer kwetsbare en sociaal buitengesloten groepen: jonge mannen in achterstandswijken. De militaire methodes die de autoriteiten inzetten om de criminaliteit aan te pakken, leidden tussen 2015 en juni 2017 tot meer dan 8.200 buitengerechtelijke executies. Amnesty Internationals rapport This is no way to live: Public security and the right to life in Venezuela stelt de Venezolaanse overheid verantwoordelijk voor schendingen van het recht op leven en inbreuk op de fysieke integriteit van duizenden mensen.
Vorig jaar was 95 procent van het aantal Venezolanen dat werd vermoord door criminelen of veiligheidsdiensten man, tussen de 12 en 44 jaar en afkomstig uit de armste buurten. Bijna 90 procent van de geregistreerde moorden wordt gepleegd met vuurwapens in stedelijke gebieden en in rurale gebieden waar veel illegale activiteiten plaatsvinden, zoals illegale mijnbouw.
In 2016 werden in Venezuela meer moorden gepleegd dan ooit tevoren. Meer dan 21.700 mensen werden vermoord, een direct gevolg van de onveiligheid in het land. Naar schatting raakten tussen de 43.000 en 65.000 mensen gewond door vuurwapengeweld. Officiële cijfers ontbreken en de overheid houdt vooral moordcijfers achter van doden die vallen door toedoen van veiligheidsbeambten. Naar schatting meer dan 90 procent van de moorden wordt niet opgelost.
Moorden voor meer veiligheid
Hoewel de Venezolaanse overheid in de afgelopen jaren vele veiligheidsplannen invoerde, lukt het niet om wapengeweld te verminderen of te voorkomen. Ook komt de overheid haar plicht niet na om mensenrechtenschendingen te onderzoeken en daders te berechten. Integendeel, de autoriteiten verklaarden publiekelijk dat het doden van mensen in het kader van veiligheidsoperaties een succesvolle methode is. Ze gebruiken oorlogstaal om het buitenproportionele geweld dat politie en leger inzetten te legitimeren.
Uit Amnesty-onderzoek blijkt dat de veiligheidsplannen die Venezuela tussen 2002 en 2017 invoerde vooral inzetten op repressieve methoden om criminaliteit tegen te gaan. Dat leidde tot illegale invallen, buitengerechtelijke executies en marteling.
Amnesty’s oproep
Amnesty roept de Venezolaanse overheid op een nationaal programma te starten om het aantal moorden te verminderen. Daarnaast moet zij richtlijnen voor de politie opstellen over proportioneel geweld en het gebruik van vuurwapens die voldoen aan internationale mensenrechtenstandaarden. Ook moet er een einde komen aan de straffeloosheid en moeten slachtoffers en hun nabestaanden onder andere compensatie en psychosociale hulp krijgen.
Achtergrond
Venezuela verkeert sinds enkele jaren in een ernstige mensenrechtencrisis. Amnesty heeft herhaaldelijk gewezen op onder meer ernstige schendingen van het recht op gezondheidszorg en voedsel, op politiek gemotiveerde arrestaties, op marteling en mishandeling en op het berechten van burgers voor een militaire rechtbank. Sinds 2014 zijn door deze schendingen en door de onveiligheid volgens schattingen van de Verenigde Naties zeker 2,3 miljoen Venezolanen hun land ontvlucht.