Veel burgers in Jemen gedood door krachtige bommen van militaire coalitie
Uit nieuw onderzoek door Amnesty International in Jemen blijkt dat burgers een hoge prijs blijven betalen voor de luchtaanvallen van de door Saudi-Arabië geleide militaire coalitie. Met deze burgeraanvallen wordt het internationale oorlogsrecht geschonden.
Amnesty-onderzoekers analyseerden acht luchtaanvallen in verschillende delen van Jemen, waaronder meerdere aanvallen in de hoofdstad Sana`a op 12 en 13 juni. Bij deze acht aanvallen verloren 54 burgers het leven, onder wie 27 kinderen.
In het internationale oorlogsrecht staat duidelijk aangegeven dat de strijdende partijen er alles aan moeten doen om burgerslachtoffers te voorkomen of te beperken. De door Amnesty onderzochte aanvallen laten echter een patroon zien van aanvallen op burgerdoelen zoals huizen. Er is geen enkele indicatie dat de militaire coalitie ook maar iets heeft ondernomen om burgerslachtoffers te voorkomen.
Alleen in het ziekenhuis
Amnesty-onderzoekers spraken het 12-jarige meisje Roqaya al-Akwa dat derdegraads brandwonden en wonden van bomscherven over haar hele lichaam en gezicht had. Rogaya vertelde: ‘We zaten allemaal in een kamer, mijn moeder en mijn broers en zusjes, toen de explosie kwam en we allemaal gewond raakten. Nu liggen mijn moeder, mijn kleine broertje en mijn zus in een ander ziekenhuis.’ Ziekenhuispersoneel vertelde de Amnesty-onderzoeker later dat de familieleden van het meisje waren omgekomen.
Onderzoek nodig
Onafhankelijk onderzoek moet uitwijzen of het acht buitensporige en willekeurige aanvallen betreft. De uitkomsten van dit onderzoek moeten openbaar worden gemaakt, en degene die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van het oorlogsrecht moeten worden berecht. De slachtoffers en hun families hebben recht om compensatie te ontvangen.