Oeganda: donorlanden laten miljoen Zuid-Sudanese vluchtelingen in de steek
Rijke landen komen hun verplichtingen in de vluchtelingencrisis in Oeganda niet na. Meer dan 900 duizend Zuid-Sudanezen zijn op de vlucht voor moord, verkrachting en andere mensenrechtenschendingen en hebben een goed heenkomen gezocht in vluchtelingenkampen in buurland Oeganda, waar tekorten zijn aan eten, water en onderkomen.
“Donorlanden als de VS, EU-landen, Canada, China en Japan moeten meer doen om Oeganda te helpen bij de opvang van Zuid-Sudanese vluchtelingen.” Dat zegt Muthoni Wanyeki, Amnesty International’s directeur voor Oost-Afrika, de Hoorn van Afrika en het Grote Merengebied. “Oeganda blijft vluchtelingen verwelkomen in een tijd dat veel landen hun grenzen sluiten voor vluchtelingen. Maar het land staat onder enorme druk, omdat het geld opraakt en er iedere dag weer duizenden mensen bijkomen.”
Het conflict in Zuid-Sudan begon in 2013, nadat president Salva Kiir de toenmalige vicepresident Riek Machar had beschuldigd van het beramen van een coup. Duizenden zijn sindsdien vermoord, 1,8 miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen. Hun straatarme land wordt geteisterd door honger, etnisch geweld en mogelijke genocide.
Moord, verkrachting en marteling
Amnesty’s onderzoekers spraken met meer dan tachtig Zuid-Sudanese vluchtelingen in Oeganda. Minstens 86 procent van hen zijn vrouwen en kinderen. Hun verhalen zijn zonder uitzondering gruwelijk. Joyce (37) moest toekijken hoe soldaten haar man doodstaken. Jane van 28 werd verkracht door drie mannen in uniform, nadat die eerst haar man hadden doodgeschoten.
Patrick (19) beschreef hoe hij, zijn broer en twee andere mannen gevangen waren gezet in een container bij een legerkamp. “Iedere avond werden we er een voor een uitgehaald, geblinddoekt, ondervraagd en geslagen. Ze hadden tangen. Die gebruikten ze om ons te pijnigen en onze vingers te verdraaien.” Het lukte Patrick uiteindelijk om te ontsnappen, maar hij weet nog steeds niet of zijn broer nog in leven is.
Top over vluchtelingencrisis
Oeganda hanteert een zeer progressief vluchtelingenbeleid. Vluchtelingen hebben er relatief veel bewegingsvrijheid, kunnen onderwijs volgen, aanspraak maken op gezondheidszorg, en zijn vrij om te werken en een bedrijfje op te starten. In de Oegandese hoofdstad Kampala vindt op 22 en 23 juni een mede door de VN georganiseerde top plaats. Die heeft als doel om wereldwijde steun te verwerven voor de Zuid-Sudanese vluchtelingen in het Oost-Afrikaanse land.