Turkije weigert gewonde Syriërs uit Aleppo
Getuigen vertelden Amnesty-onderzoekers dat de Russische en Syrische luchtaanvallen op Aleppo sinds 2 februari 2016 zijn geïntensiveerd, met grote aantallen slachtoffers als gevolg. Door de dagelijkse bombardementen op scholen, ziekenhuizen en huizen, vluchtten duizenden Syriërs naar Bab al-Salam aan de Syrisch-Turkse grens in de hoop in Turkije veiligheid te vinden. Bijna niemand mocht echter de grens naar Turkije passeren.
Bab al-Salam telt acht opvangkampen, die overvol zijn. De laatste vier jaar hebben daar 110.000 mensen onderdak gevonden. De laatste twee weken zijn er 58.000 mensen bij gekomen. Er wordt nu een negende kamp gebouwd, maar dat is niet genoeg om alle mensen op te vangen.
Tekort aan medische hulp
Medische voorzieningen zijn als gevolg van de onophoudelijke bommenregen op Aleppo gesloten. De hulpposten die wel open zijn, hebben beduidend minder capaciteit. Artsen in Syrië vertelden dat ze gewonden doorverwijzen naar medische posten in Turkije, ook mensen die geen levensbedreigende aandoening hebben, simpelweg omdat ze door de aanhoudende aanvallen op medische faciliteiten niet iedereen kunnen helpen. De Turkse autoriteiten laten echter alleen mensen met levensbedreigende verwondingen binnen, anderen worden teruggestuurd. Zo worden zieken en gewonden – onder wie kankerpatiënten of mensen die nierdialyse nodig hebben – aan hun lot overgelaten.
Door het optreden van de Turkse autoriteiten, raken gezinsleden van elkaar gescheiden. Een vrouw die met haar zwaargewonde man Turkije in kon, mocht alleen haar kinderen jonger dan vijf jaar meenemen. Hun elfjarige kind dat eveneens ernstig gewond was door granaatscherven, moest achterblijven.
Toegang tot Turkije geweigerd
De Turkse autoriteiten beweren dat 10.000 Syrische vluchtelingen toestemming kregen om de grens bij Öncüpinar/Bab al-Salam over te gaan, maar Amnesty heeft daarvan geen bewijs gevonden. Mensen die wanhopig op zoek zijn naar een veilig heenkomen in Turkije, worden gedwongen de grens illegaal over te gaan. Ze moeten hiervoor gevaarlijke smokkelroutes nemen, en lopen het risico door Turkse veiligheidsagenten beschoten te worden. Een arts uit Azaz vertelde over zijn tevergeefse poging om een tien jaar oud kind te redden dat in het hoofd was geschoten toen hij probeerde Turkije te bereiken.
‘De Europese Unie vindt het uiterst belangrijk dat Turkije voorkomt dat vluchtelingen Europa binnen gaan. De duizenden Syriërs die de intense bombardementen in Aleppo ontvluchtten en onmiddellijk bescherming nodig hebben, zijn hiervan nu de dupe’, aldus Amnesty’s researcher Tirana Hassan.
‘Het is duidelijk dat de buurlanden van Syrië, en vooral Turkije, Libanon en Jordanië, zwaar onder druk staan door de grote instroom van vluchtelingen. Dat betekent echter niet dat Turkije zijn internationale wettelijke verplichtingen kan negeren en gewonde vluchtelingen mag terugsturen.’